Verwerkingswijze softwareaanpassingen in de jaarrekening

Afgelopen weken zijn meerdere vragen ontvangen over de verwerkingswijze van softwareaanpassingen in de jaarrekening. Met dit bericht willen wij u hierover meer duidelijkheid bieden. Voor de verwerking van softwareaanpassingen geldt bijlage 7 uit het Handboek marktwaardering als richtlijn.

Op basis van deze bijlage geldt dat alle softwareaanpassingen die niet in de effectenrapportage bij het handboek zijn benoemd, als 'rekenfouten' moeten worden behandeld. Voor de verwerking van deze zogenaamde 'rekenfouten' geldt de volgende werkwijze (conform bijlage 7 uit het Handboek marktwaardering):

In RJ 150 wordt onderscheid gemaakt tussen niet-materiële fouten en materiële fouten. De definitie van een materiële fout is een zodanige onjuistheid in een jaarrekening, geconstateerd na het vaststellen van die jaarrekening, dat de jaarrekening in het geven van het in artikel 2:362, lid 1 BW bedoelde inzicht tekortschiet.

Onderscheid tussen niet-materiële en materiële fouten

Bij de afweging of sprake is van een materiële fout beoordeelt de rechtspersoon of de weglating of onjuiste weergave van posten, afzonderlijk of gezamenlijk, de economische beslissingen die gebruikers op basis van de jaarrekening nemen, zou kunnen beïnvloeden. De materialiteit is afhankelijk van de omvang en de aard van de weglating of de onjuiste weergave en wordt beoordeeld op basis van alle feiten en omstandigheden.

Van een materiële fout kan sprake zijn bij een onjuiste verwerking, onjuiste waardering en/of resultaatbepaling, een onjuiste rubricering en/of presentatie dan wel een onjuiste of onvolledige toelichting. Onder een fout wordt niet verstaan het effect van schattingswijzigingen.

Verwerking niet‐materiële fouten

Niet‐materiële fouten worden conform RJ 150.203 in de winst‐en‐verliesrekening van het jaar waarin de fout is geconstateerd, overeenkomstig de aard van de post, verwerkt.

Verwerking materiële fouten

Materiële fouten die effect hebben op het eigen vermogen worden als volgt verwerkt (RJ 150.202):

  • het eigen vermogen aan het einde van het voorafgaande boekjaar wordt herrekend alsof de fout niet heeft plaatsgevonden; en
  • het verschil tussen het eigen vermogen aan het eind van het voorafgaande boekjaar voor en na herrekening (het cumulatief effect), wordt verwerkt als een rechtstreekse mutatie van het eigen vermogen aan het begin van het boekjaar waarin het foutherstel plaatsvindt.
  • De aanpassingen worden nader toegelicht in de jaarrekening bij de betreffende post(en).

Op basis van artikel 363 lid 5 BW worden de vergelijkende cijfers van het voorafgaande boekjaar in de jaarrekening aangepast.

Eventuele gevolgen herstel van een materiële fout op jaarrekening 2017

Indien blijkt dat de materiële fout die hersteld moet worden zodanig is dat de jaarrekening over het voorafgaande boekjaar in ernstige mate tekortschiet in het geven van inzicht, is in artikel 2:362, lid 6 BW bepaald dat het bestuur onverwijld melding maakt omtrent het in ernstige mate tekortschieten van het inzicht. Het bestuur legt een mededeling daaromtrent neer ten kantore van het handelsregister. Bij de mededeling wordt een accountantsverklaring gevoegd, indien de jaarrekening overeenkomstig artikel 2:393 BW is onderzocht.

Voor de bepaling of een fout niet-materieel is, materieel maar niet wezenlijk voor het inzicht of materieel en wel wezenlijk voor het inzicht, is afstemming met uw eigen accountant benodigd. Een en ander is namelijk mede afhankelijk van de door u en de betreffende accountant gehanteerde materialiteit.