Intensieve kennisdeling tijdens drukbezocht congres verplaatsbare woningen

Marja Appelman, directeur Woningmarkt van het ministerie van BZK, benadrukte op woensdag 19 juni 2019 op het drukbezochte mini-congres Verplaatsbare woningen in Amersfoort waarom het zo belangrijk is om samen aan de slag te gaan met flexwonen.

Stimuleringsaanpak Flexwonen

De samenleving is dynamischer geworden. Dat vraagt ook om meer flexibiliteit op de woningmarkt. “Iedereen, ook u en ik, kan in een onvoorziene situatie terechtkomen waardoor snel een nieuwe woning nodig is", zo legt Appelman uit. "Bijvoorbeeld door een scheiding, een nieuwe baan aan de andere kant van het land of omdat een familielid mantelzorg nodig heeft. Laten we niet vergeten hoe belangrijk een eigen plek dan is.”

Flexibele en verplaatsbare woningen bieden een oplossing voor spoedzoekers en specifieke vraagstukken op de woningmarkt. Bovendien draagt deze ontwikkeling ook bij aan meer innovatie in de bouw. Om die reden heeft de minister een Stimuleringsaanpak Flexwonen opgesteld. Appelman riep tijdens het congres de aanwezige vertegenwoordigers van gemeenten, provincies, marktpartijen en corporaties op om vooral gebruik te maken van de verruimde mogelijkheden en samen aan de slag te gaan. "Ziet u mooie kansen, heeft u slimme ideeën, vragen of loopt u tegen belemmeringen aan, we denken graag met u mee. Neem contact op via het e-mailadres flexwonen@minbzk.nl."

Vergroot afbeelding
Marja Appelman

Onderzoek naar bouw flexibele en verplaatsbare woningen

Het mini-congres werd georganiseerd door het Expertisecentrum Flexwonen en benchmark Wat kost de bouw van een huurwoning, mede naar aanleiding van het onderzoek dat zij in opdracht van BZK uitvoerden naar de bouw van verplaatsbare woningen.

In de zaal zaten vertegenwoordigers van gemeenten, corporaties, provincies, bouwers, maatschappelijke organisaties en andere geïnteresseerden. Dagvoorzitter Marjet Rutten trapte af met een interview met onderzoekers Wim Reedijk en Thijs Luijkx over de highlights uit het onderzoek.

Onderzoeksresultaten

Het onderzoek over de bouw van verplaatsbare woningen richtte zich onder meer op:

  • Wat is de kwaliteit van verplaatsbare woningen en wie zijn de bewoners?
  • Zijn verplaatsbare woningen sneller en goedkoper te bouwen dan reguliere nieuwbouw?
  • Zet de bouw van verplaatsbare woningen door?
  • Hhoe kan de bouw van verplaatsbare betaalbare woningen gestimuleerd worden?

Zo blijkt onder meer uit het rapport dat verplaatsbare woningen momenteel niet voldoende rendabel zijn. De eenvoudigste manier om de woningen meer rendabel te maken is een langere exploitatietermijn. Het ministerie van BZK heeft hiervoor meer mogelijkheden gecreëerd in de aangepaste Crisis- en herstelwet. De meeste vertraging wordt opgelopen in de afstemming die nodig ist met omwonenden en belanghebbenden. De gemeente heeft volgens Luijkx een sleutelrol om de vaart erin te houden. Ook het oponthoud door aansluitingen van nutsbedrijven is aanzienlijk.

Regie bij gemeenten

Een interessante invulling van hoe gemeenten de regie kunnen nemen, gaf wethouder Wonen van gemeente Purmerend Thijs Kroese. Hij sprak over de keuze om als gemeente zelf 200 verplaatsbare woningen te bouwen op verschillende locaties in de stad.

Met dit unieke initiatief hoopt de gemeente de druk op de Purmerendse woningmarkt te verzachten. Starters moeten gemiddeld 12 jaar wachten op een woning. "Het kan snel en het gaat om kwalitatief hoogwaardige woningen, dit in tegenstelling tot wat nog vaak wordt gedacht," aldus Kroesse. "Ik word allergisch van het begrip containerwoningen."

In goed overleg is besloten dat woningcorporaties zich richten op permanente huisvesting en de gemeenten op verplaatsbare woningen. Het onderhoud en beheer is aanbesteed, maar de toewijzing blijft in handen van de gemeenten.

Leiden: verplaatsing flexwoonprojecten

Christoffel Klap, directeur-bestuurder van corporatie Ons Doel, ging vervolgens in op de keuze voor verplaatsbare woningen en de verplaatsing van twee flexwoonprojecten in Leiden. Ook daar is de woningnood hoog. Hoe ging dat proces en wat waren de grootste problemen bij het verplaatsen? "Nou", vertelde Klap lachend, "Dan begint het gedonder weer van voren af aan he?"

Draagvlak creëren was in Leiden niet het probleem. Wel bleken de vooroordelen over het type woning hardnekkig: "Wij willen geen containers in de buurt." Het tegendeel blijkt waar: een van de projecten wordt volgens Klap nu zelfs een ‘villawijk’ genoemd.

Klap is positief over flexwonen: "Er zitten zoveel leuke aspecten aan. Het zijn ongelooflijk degelijke woningen en mensen willen er graag wonen. Het helpt spoedzoekers en versterkt het onderlinge contact tussen mensen."

20.000 plekken voor arbeidsmigranten

Frank van Gool, CEO van Otto Workforce sloot de sprekersronde af. Zijn ambitie: de realisatie van 20.000 hoogwaardige en kwalitatief goede woningen voor arbeidsmigranten, zoals in Venray met succes is gedaan. Snelheid is belangrijk. "120.000 arbeidsmigranten telt Nederland nu. Ze zijn nodig om onze economie draaiende te houden, maar we willen ze niet in de buurt hebben wonen." Van Gool legt de vraag terug: "Denkt u echt dat de arbeidsmigranten graag naar Nederland willen? Duitsland is veel interessanter voor hen. Tijd voor een charmeoffensief." Volgens van Gool blijven veel arbeidsmigranten hier maar een korte periode. "Dus zet in op grootschalige huisvesting voor deze groep, op korte afstand van de werkgevers. Belangrijk om snel te kunnen bouwen is het betrekken van omwonenden en medewerking van de gemeente. En dan kan het snel gaan."

Duurzaam bouwen met hout

Het middagprogramma stond in het teken van modulaire woningbouw in de praktijk. Deelnemers konden een keuze maken uit acht workshops, waarin corporaties, gemeenten en bouwers over hun ervaringen met flexwonen vertelden. Een van de workshops was die van Peter Wories van Woonwaard en Ernest Kuiper van Finch Buildings. Zij vertelden over hoogwaardige houten verplaatsbare woningen, de beoogde doelgroepen, de businesscase van een verplaatsbare en een permanente bestemming en de problemen waar ze tegenaan liepen. Een succesverhaal, met in de hoofdrol circulariteit en duurzaamheid. "Als sector hebben we een grote rol bij de reductie van CO2", zo legt Kuipers uit. "Bouwen met hout is duurzamer en gezonder én een antwoord op het klimaatprobleem. We kunnen per dag vier modules produceren en er 10 plaatsen." Wories is zeer enthousiast over duurzaam modulair bouwen. "Duurzaam, betaalbaar én het ziet er fantastisch uit. Ook de look en feel is wat onze huurders willen."

Modulair bouwen in de praktijk

In een andere workshop deelden Omar Hegazy van de gemeente Amsterdam en projectleider Edwin Persaud van de gemeente Den Bosch eigen ervaringen over verplaatsbare woningen. Centraal stonden de vragen: wat zijn strategieën om goed met weerstand om te gaan en hoe kun je ruimtelijke ordeningsprocedures stroomlijnen in projecten waarbij snel meters maken gewenst is?

Een van de geheimen voor een snelle voortgang van het bouwproces: plug-and-play. Oftewel: daar bouwen waar al riolering en infrastructuur ligt. "Betrek inwoners erbij en wees open als gemeente naar corporaties over de voortgang van de kosten en ook andersom. Dat zorgt echt dat je snelheid kunt maken."

Niet meer weg te denken

Na een dag ervaringen op doen, inspirerende sprekers en voorbeelden van verplaatsbare woningen uit de praktijk is éen ding zeker. Verplaatsbare woningen als een van de oplossingen voor de huidige woningnood is niet meer weg te denken in deze tijd. De aanwezige woningcorporaties, marktpartijen en gemeenten blijken er voortvarend mee aan de slag te zijn of hebben plannen, maar lopen in de praktijk toch nog wel tegen bepaalde vragen en problemen aan. Dat varieert van onvoldoende draagvlak in de buurt, vooroordelen over de kwaliteit van de woningen bij mensen, tot aan kwaliteitsplannen en wet- en regelgeving die nog niet voldoende helder is voor deze relatief nieuwe vorm van bouwen. Al deze punten worden in de Stimuleringsaanpak Flexwonen geadresseerd.

‘Leer van elkaar en werk vooral ook samen’

"Het is goed om met elkaar in gesprek te gaan. Om te zien wat aandachtspunten en knelpunten zijn bij anderen en hoe ze daar mee omgaan, in plaats van zelf steeds opnieuw het wiel uit te vinden", zo vatte een deelnemer het na het congres samen. Daarmee is aan het eind van de middag de cirkel weer rond. Want zoals Appelman s ’ochtends al aangaf: "Leer van elkaar en werk vooral ook samen."