Verkenning: Actief grondbeleid kan woningbouw, duurzame energie en landbouw stimuleren
De woningbouw en de overgang naar duurzamere vormen van energieopwekking en landbouw kunnen er baat bij hebben als overheden een meer actief grondbeleid inzetten. Voorwaarde is dat overheden bij hun afwegingen rekening houden met de financiële risico’s, dat optimaal gebruik wordt gemaakt van de bestaande mogelijkheden en dat er voldoende ambtelijke kennis en kunde voorhanden is. De instelling van een ‘nationale grondbank’ kan daarbij helpen en regionale samenwerking verder stimuleren.
Dat zijn de uitkomsten van de ‘Verkenning actief grondbeleid’ die minister Ollongren (BZK) vandaag naar de Tweede Kamer stuurde.
De verkenning volgt op de vaststelling van de Nationale Omgevingsvisie (NOVI) waarin het Rijk samen met andere overheden de koers bepaalt voor grote en complexe opgaven die het ruimtegebruik in Nederland zullen veranderen. Zo is voor de bouw van circa 900.000 woningen voor 2030 veel grond nodig en vragen de klimaatdoelstellingen van Parijs om andere manieren van energieopwekking waarvoor ter land en ter zee ruimte nodig is. De overgang naar duurzamere vormen van landbouw vraagt ook om een ander gebruik van grond en leidt soms tot vrijkomen van gronden als de landbouw door stringente milieuregels of door slechte bodemgesteldheid onder druk komt te staan.
Grond verwerven
Uit de verkenning blijkt dat overheden in principe voldoende mogelijkheden hebben voor een adequaat grondbeleid. Zo kunnen zij, ook als ze zelf geen grond in bezit hebben, met bestemmingsplannen sturen op de gewenste ontwikkelingen. Naast dit faciliterende grondbeleid kan een actief grondbeleid waarbij overheden grond zelf verwerven en deze weer uitgeven, een duidelijke meerwaarde hebben om opgaven sneller, beter of goedkoper te realiseren. De verkenners tekenen daarbij wel aan dat de inzet hiervan afhankelijk is van de financiële mogelijkheden en de beschikbaarheid van kennis en kunde.
Nationale grondbank
Een voorziening zoals een ‘nationale grondbank’ kan volgens de verkenning een waardevolle aanvulling zijn in het grondbeleid en helpen bij de aanpak van financiële hindernissen. Overheden kunnen via een grondbank hun posities makkelijker bundelen of onderling uitruilen en op grotere schaal werken aan de herinrichting van de ruimte. Minister Ollongren laat de instelling van een nationale grondvoorziening verder onderzoeken. Daarmee voert zij ook de Kamermotie van het lid Moorlag uit.