Corporaties hebben voldoende financiële ruimte om komende jaren de woningbouwproductie te verdubbelen
Uit een geactualiseerde doorrekening van de vorig jaar met woningcorporaties afgesproken Nationale Prestatieafspraken (NPA) blijkt dat op landelijk niveau de financiële positie van woningcorporaties voor de komende jaren goed is en de volkshuisvestelijke opgaven tot en met 2030 grotendeels financieel haalbaar zijn. Dat schrijft minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening Hugo de Jonge van de Tweede Kamer. De actualisatie van de doorrekening is uitgevoerd vanwege de nieuwe economische omstandigheden, zoals de gestegen rentes en bouwkosten. De positie van woningcorporaties is stevig genoeg om de komende jaren met de veranderende omstandigheden om te gaan, al zijn er regionale verschillen.
“De corporaties moeten de komende jaren hun nieuwbouwproductie verdubbelen. Dat is een grote en belangrijke opdracht om het tekort aan betaalbare woningen terug te dringen. Het is goed nieuws dat corporaties hier in principe ook de financiële middelen voor hebben, we moeten nu dus samen zorgen dat die woningen ook gebouwd gaan worden“, aldus minister Hugo de Jonge.
Met de corporaties is in de zomer van 2022 in de Nationale prestatieafspraken afgesproken dat zij de komende jaren 250.000 sociale huurwoningen en 50.000 middenhuurwoningen bouwen. Bovendien moeten zij ruim 675.000 woningen verduurzamen en de woningen met de slechtste energielabels de komende jaren aanpakken. En ze gaan dit jaar de huren van circa 600.000 huurders met een laag inkomen verlagen naar 575 euro per maand.
Voorgenomen investeringen door corporaties flink toegenomen
De voorgenomen investeringen door woningcorporaties om deze doelen te halen zijn sinds vorig jaar flink toegenomen. Dit blijkt uit de Indicatieve Bestedingsruimte Woningcorporaties (IBW), waarmee de resterende investeringsmogelijkheden van corporaties jaarlijks inzichtelijk worden gemaakt. Dit betekent dat de Nationale prestatieafspraken voor een groot deel geland zijn in de door de corporaties opgestelde begrotingen. De afspraken die gemaakt zijn in de Woondeals en de lokale prestatieafspraken die de komende maanden worden gemaakt, moeten ervoor zorgen dat de voorgenomen investeringen ook tot realisatie van nieuwe woningen leiden.
Bouwplannen sluiten aan op volkshuisvestelijke prioriteiten
Vanaf 2023 zijn de Nationale prestatieafspraken verwerkt in de volkshuisvestelijke prioriteiten. Daarmee zorgt de Rijksoverheid ervoor dat corporaties, gemeenten en huurdersorganisaties ook rekening houden met de nationale doelen bij het maken van lokale prestatieafspraken. Vóór 1 juli moeten woningcorporaties aan gemeenten en huurdersorganisaties in hun regio inzicht geven in hun bouw- en investeringsplannen in het kader van de lokale prestatieafspraken. Zo kunnen concrete afspraken gemaakt worden over wat corporaties de komende jaren gaan doen, en wat zij daarbij van gemeenten en huurders mogen verwachten.
Lange termijn positie woningcorporaties onder druk
De doorrekening van de financiële haalbaarheid van de NPA laat zien dat de afgesproken opgaven de komende jaren grotendeels financieel haalbaar zijn. Wel is de financiële positie van corporaties door de stijgende rente en kosten onzekerder geworden. Ook laat de actualisatie zien hoe belangrijk stabiele huurinkomsten zijn voor corporaties. Het is daarom in het belang van de huurders en de corporaties dat de afspraken over huurmatiging in de periode 2023 – 2025 goed worden uitgevoerd. Ook maakt de actuele doorrekening inzichtelijk dat de grote opgaven voor nieuwbouw en verduurzaming op de langere termijn financiële druk bij woningcorporaties veroorzaken. Corporaties kunnen het hoge investeringsniveau dat tot en met 2030 nodig is, niet oneindig volhouden. Daarom is het belangrijk om oog te hebben voor een duurzaam bedrijfsmodel van woningcorporaties op de langere termijn, zodat tijdig maatregelen kunnen worden genomen om te zorgen dat corporaties ook na 2030 aan hun maatschappelijke taak kunnen voldoen. Volgend jaar worden de Nationale Prestatieafspraken daarom opnieuw doorgerekend, en wordt in het bijzonder gekeken naar het duurzaam bedrijfsmodel van corporaties.
De Kamerbrief is hieronder te downloaden.