Staat van de volkshuisvesting: meer woningen, beter betaalbaar en versnelde verduurzaming
Het Rijk heeft de regie op de volkshuisvesting hernomen. In 2023 komen er opnieuw circa 90.000 nieuwe woningen bij. Daarmee zijn sinds de start van dit kabinet 180.000 van de 981.000 te bouwen huizen tot en met 2030 gerealiseerd. Afgelopen jaar zijn 35 regionale woondeals gesloten waarin staat voor wie, waar en welke woningen gebouwd kunnen worden. Daarnaast hebben huurders met de laagste inkomens een huurverlaging gekregen van hun woningcorporatie. En is het aantal woningen met een energielabel A met 200.000 toegenomen tot 2,3 miljoen. De noodzaak blijft groot om de regie te hernemen. Met een tekort van 391.000 woningen, lukt het te veel mensen niet om een betaalbare woning te vinden.
Dit en meer is te lezen in de vandaag gepubliceerde Staat van de Volkshuisvesting 2023; de jaarlijkse voortgangsrapportage op het gebied van bouwen, wonen en verduurzamen. De rapportage gaat in op de uitvoering van de Nationale Woon- en Bouwagenda.
‘Achter alle cijfers zitten mensen die snakken naar een betaalbare woning. De Staat van de Volkshuisvesting is daarmee ook een aansporing om te volharden op het fundament dat gelegd is voort te bouwen. Daarom hebben we de regie hernomen om meer betaalbare woningen te bouwen en dat moeten we volhouden. Volkshuisvesting is terug van weggeweest. De betaalbaarheid van de huren is verbeterd, voor met name de laagste inkomens en moeten we blijven verbeteren. We verduurzamen de woningen in steeds hoger tempo op een dusdanige manier dat iedereen mee kan doen en daar moeten we mee doorgaan. Het fundament is gelegd en daarop bouwen we door,’
aldus Hugo de Jonge, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.
De Staat kijkt niet alleen terug maar laat ook zien dat er werk ligt ook voor de komende tijd: intensiveren van de woningbouw-opgave, doorbouwen aan betaalbaarheid, investeren in kwaliteit en duurzaamheid. Juist daarom is de Staat ook een aansporing om daarin te volharden: het is een oproep aan alle publieke en private partners.
Bouwen voor groeiende vraag
Voor 2024 blijft de belangrijkste inzet om snel te bouwen wat al vergund is en snel te vergunnen wat op korte termijn gebouwd kan worden. We zetten alles op alles om door te bouwen en de dip in de bouw als gevolg van de gestegen rente te beperken. Dit doen we onder meer met inzet van de Startbouwimpuls en de Woningbouwimpuls. Het bouwen gebeurt binnen- en buitenstedelijk, zowel grootschalig als kleinschalig binnen de stad of aan de rand van gemeenten met ‘een straatje erbij’. Van de te bouwen woningen moet twee derde betaalbaar zijn. Het bouwen moet op een innovatieve manier gebeuren en met oog voor duurzaamheid: optoppen, flexwoningen, transformatie, herstructurering, conceptueel, biobased en industrieel bouwen. Deze slimme vormen van bouwen dragen substantieel bij aan de aantallen te bouwen woningen: meer dan 10% van de opgave is in de afgelopen twee jaar op deze manier tot stand gekomen.
Omdat de bevolking naar verwachting blijft groeien, moeten er ook in de verdere toekomst (tot en met 2040) meer woningen bij komen. Daarom wordt ingezet op meer grootschalige woningbouwlocaties, in aanvulling op de 17 reeds aangewezen grootschalige NOVEX-woningbouwlocaties.
Betaalbaarheid van wonen verbeteren
Steeds meer mensen met een laag- of middeninkomen zijn een te groot deel van hun inkomen kwijt aan woonlasten. Daarom wil het kabinet de betaalbaarheid van wonen verbeteren. Meer dan een half miljoen huishoudens met een laag inkomen kreeg al een huurverlaging tot 575 euro per maand, de huurprijsstijgingen zijn gemaximeerd en de huurtoeslag wordt vereenvoudigd. Om de bestaanszekerheid van huishoudens met een laag inkomen te ondersteunen is de huurtoeslag verhoogd. Het wetsvoorstel Betaalbare huur zorgt dat de bestaande huurprijsbescherming wordt uitgebreid naar het middensegment. Dan gaan middeninkomens weer een prijs betalen die past bij de kwaliteit van een middenhuurwoning en krijgen nieuwe bewoners geen excessieve huurprijsstijgingen meer. Daarnaast krijgen starters een steun in de rug door het Nationaal Fonds Betaalbare Koopwoningen.
Hogere kwaliteit woningen door verduurzaming
Steeds meer mensen verduurzamen hun woning, waardoor de kwaliteit van de woningen in Nederland toeneemt. De indicatoren voor verduurzaming, zoals gasverbruik van woningen en CO2-uitstoot door de gebouwde omgeving, laten een duidelijke verbetering zien. De CO2 uitstoot van de gebouwde omgeving is vorig jaar met 4,7 megaton gedaald tot 19,6 megaton en het gasverbruik is, gecorrigeerd voor het warme weer, met 15% gedaald. Volgens het CBS is het aantal aardgasvrije woningen in 2022 gegroeid naar circa 650.000 woningen. Ook nam in 2022 het aandeel duurzame woningen met een A-label of hoger met 10% toe naar 2,28 miljoen; een groei van ruim 200.000 A-labels in één jaar. Tegelijkertijd nam het aantal slechte woningen met energielabel E, F of G af met 55.000. Om deze goede ontwikkelingen verder te stimuleren is er vanaf 2024 meer leenruimte binnen de hypotheek voor een duurzame woning én een hoger bouwdepot, voor het verduurzamen van woningen met een lager energielabel. Daarnaast zijn er subsidies en aanvullende leenmogelijkheden via het Warmtefonds met aantrekkelijke voorwaarden. Om iedereen aan de klimaattransitie mee te kunnen laten doen, heeft het kabinet 400 miljoen euro extra vrijgemaakt voor het isoleren van woningen en het verlagen van de energierekening bij woningeigenaren en VVE’s in kwetsbare dorpen en wijken. Voor de ondersteuning van Verenigingen van Eigenaren bij verduurzaming zijn extra maatregelen genomen.