Heerlen-Noord investeert in het contact met bewoners, voor meer veiligheid en gezondheid

De gezondheid en veiligheid in Heerlen-Noord op onorthodoxe wijze verbeteren, dat is de missie van Simone Claessens, programmalijncoördinator Veiligheid en Gezondheid bij het Nationaal Programma Heerlen-Noord (NPHLN), één van de twintig gebieden van het Nationaal Programma Leefbaarheid en Veiligheid. “De aanpakken van de afgelopen jaren hebben namelijk één ding gemeen: ze werken niet goed genoeg”, vertelt Claessens.

Vergroot afbeelding
Beeld: ©Pieter Pennings Fotografie

Heerlen staat in Limburg bijvoorbeeld op nummer één als het gaat om inwoners die een misdrijf plegen. In Heerlen werden in 2023 per 10.000 inwoners 149 verdachten van misdrijven door de politie aangehouden of geregistreerd. Dat blijkt uit recente cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek. Dat is ver boven het landelijk gemiddelde van 80 verdachten per 10.000 inwoners en zegt veel over de criminaliteit in een regio. De problemen concentreren zich vooral in Heerlen-Noord.

Nog een verontrustend cijfer: een hoog percentage houdt verband met drugscriminaliteit. In Heerlen ligt dit percentage drie keer hoger dan gemiddeld. Met de cijfers op het gebied van gezondheid is het niet veel beter gesteld. Mensen die kampen met meerdere problemen zoals armoede en verslaving leven gemiddeld 7 jaar korter en 15 jaar minder lang in goede gezondheid. “Dat zijn gegevens en data waar we in Heerlen-Noord wakker van liggen”, aldus Claessens.

Nationaal Programma Heerlen-Noord 

Heerlen-Noord is nu met hulp van het Nationaal Programma Heerlen-Noord aan het opkrabbelen. “Na de mijnsluiting in 1974 zijn veel sociale structuren weggevallen”, vertelt Claessens. “Ook trok de middenklasse weg en verdween de werkgelegenheid: Heerlen kwam in een vrije val terecht.”

In de jaren negentig stond Heerlen, net als veel steden in de Randstad, bekend om de drugsoverlast in de binnenstad en rond het station. Die werd succesvol teruggedrongen met Operatie Hartslag. “Daarbij werd hard opgetreden, maar ook gezorgd voor opvang en begeleiding van verslaafden”, vertelt Claessens. Ondertussen zijn in Heerlen-Noord junks en prostituees weer meer zichtbaar in de wijk.

Net als bij Operatie Hartslag in de jaren negentig is nu in Heerlen-Noord gekozen voor de aanpak Sociaal Veilig, waarbij repressie en preventie hand in hand gaan. Dat gebeurt ook bij het programma Preventie met Gezag, dat zich richt op (het voorkomen van) jeugdcriminaliteit en in 27 gemeenten loopt. Verschillende partijen als politie, leerplicht, boa’s en sociaal werkers werken daarbij samen met het zorg- en veiligheidshuis. Zo zit bureau Halt zowel in de wijken als op de scholen. Ook worden op scholen in Heerlen-Noord extra jongerenwerkers ingezet, evenals een zogenaamde preventieve leerkracht. “Die weet hoe te handelen als een leerling bijvoorbeeld opeens met dure sneakers op school verschijnt en vaak wordt gebeld op verschillende telefoons.”

"Een preventieve leerkracht weet hoe te handelen als een leerling bijvoorbeeld opeens met dure sneakers op school verschijnt en vaak wordt gebeld op verschillende telefoons."

Verweven problemen

Dat soort situaties willen ze in Heerlen natuurlijk liever voor zijn. Het is niet voor niets dat het NPHLN zich richt op een samenhangende aanpak op het gebied van wonen, leren, werken, gezondheid en veiligheid om de leefbaarheid en veiligheid te vergroten, net als alle gebieden verbonden aan het Nationaal Programma Leefbaarheid en Veiligheid.

Vergroot afbeelding
Simone Claessens

Als programmalijncoördinator gezondheid en veiligheid ziet Claessens dagelijks in de praktijk hoe verweven alleen al deze twee domeinen zijn. “Regelmatig komt het voor dat de GGD jonge ouders bezoekt en merkt dat het gezin woont in een tochtige schimmelwoning en de kinderen slapen op matrassen op de grond. Of dat er sprake is van huiselijk geweld, verslaving, eetproblemen of stress door schulden of werkloosheid. Dat is natuurlijk geen gezonde en veilige omgeving om op te groeien.”

De vraag is dan ook: hoe kunnen we kinderen en ouders daadwerkelijk helpen? Instanties verwijzen bewoners bij problemen in het beste geval door naar elkaar: voor werk of schulden naar de gemeente en voor een ongezonde woonsituatie naar de woningcorporatie. En de gezinnen? Claessens: “Ik hoor regelmatig dat bewoners kijken richting professionals met een blik van: wat kom jij nu weer doen? Professionals weten vaak niet van elkaar dat ze hulp bieden aan hetzelfde gezin.”

"Ik zie vaak verbindingen die professionals soms niet of minder goed zien, zoals de verbinding tussen gezondheid en veiligheid maar ook met leren, wonen of werken."

Verbindende rol

Een belangrijke rol van Claessens is dan ook het verbinden van organisaties met elkaar. “Ik zie vaak verbindingen die professionals soms niet of minder goed zien, zoals de verbinding tussen gezondheid en veiligheid maar ook met leren, wonen of werken. Dan ga ik met de organisaties in gesprek, zodat ze hun ondersteuning op elkaar kunnen afstemmen op basis van de hulpvragen van de ouders.”

De overheid is het contact met de burgers verloren, merkt ze vaak. “Er wordt veel gesproken óver de implementatie van programma’s en aanpakken, maar veel te weinig met de mensen in de wijk. Het consultatiebureau komt bijvoorbeeld wel bij mensen thuis. Alleen ervaren jonge ouders dat toch vaak als controle, hoe goedbedoeld ook. Dat maakt dat ze misschien niet de vragen stellen die ze willen.” 

Daarom werden in Heerlen-Noord onder andere de Sjpruutcafés voor ouders in het leven geroepen, waar ouders elkaar op weg kunnen helpen en op een laagdrempelige manier vragen kunnen stellen.” Claessens: “In de Sjpruutcafés komen veel jonge moeders met hun kinderen die kampen met schulden, relationele problemen of moeite hebben met het voeden van hun kinderen.” 

Ooievaarmoeders

“We willen in Heerlen-Noord zo snel mogelijk in contact komen met jonge ouders om te weten of we ze ergens bij kunnen helpen”, vertelt Claessens. “En met contact, bedoel ik écht contact.” Zo ontstond in Heerlen-Noord het idee van In de box: moeders uit de wijk bezoeken andere moeders met een pasgeboren baby met een cadeaubox met producten als luiers en babyshampoo, voorleesboekjes en informatie. “Niet stijfjes met een folder, maar op een gezellige en laagdrempelige manier”, vertelt Claessens. 

Een ander voorbeeld is het droommoedersproject. “Dat richt zich op moeders zonder opleiding, werk en schulden. In een traject van drie jaar gaan de moeders zowel individueel als in groepsverband gericht aan de slag met hun financiën en toekomst.” Investeren in het contact met bewoners is superbelangrijk, vindt Claessens. “Juist als er nog geen grote problemen spelen is het belangrijk om te werken aan vertrouwen.”

"Jongeren en kinderen willen we er vroeg van doordringen dat het niet normaal is om een pakketje weg te brengen of voor iemand op de uitkijk te staan."

Huisbezoeken

Bezoeken van inwoners zit niet meer in professionals, merkt Claessens. “Huisbezoeken zijn gevaarlijk, is een veelgehoord argument. Ik snap het wel, de problematiek van bewoners is in Heerlen-Noord vaak ook niet mals.” Hokjesdenken is een andere drempel. “Zoals: dat horen we als gezondheid niet te doen, dat hoort bij veiligheid. Wel het probleem zien, maar jezelf niet als onderdeel van de oplossing dus. Of: dat doen we al. Er zijn in Heerlen-Noord inderdaad best wat plekken waar bewoners professionals kunnen ontmoeten. Het gaat om de bewoners die niet naar die plekken komen, maar wel hulp kunnen gebruiken.” 

Meer gezondheid en meer veiligheid in Heerlen-Noord begint vooral bij de jeugd, stelt Claessens. “Jongeren en kinderen willen we er vroeg van doordringen dat het niet normaal is om een pakketje weg te brengen of voor iemand op de uitkijk te staan. Kortom, we moeten kinderen in Heerlen-Noord vroeg onderwijzen over burgerschap: school, straat en sportvereniging zijn daarvoor belangrijke plekken.” 

Ook daar wil het NPHLN meer gaan optrekken met de zorg- en veiligheidsprofessionals. Claessens: “Want we kunnen kinderen wel voorlichten over seksualiteit in groep 7 en 8: de realiteit is dat we ondertussen prostituees in garageboxen hebben een straat verderop. Ook fenomenen als sextortion (iemand chanteren met naaktbeelden, red.) en loverboys zijn belangrijke onderdelen van de lesmethode.” 

Hoopvol gestemd

Claessens weet dat er nog een lange weg te gaan is, maar is ook hoopvol gestemd. “Ik zie het zorg- en veiligheidsdomein in Heerlen-Noord naar elkaar toegroeien. Zo is er in Heerlen-Noord het tweewekelijks overleg van de aanpak Sociaal Veilig met wijkprofessionals, wijkagenten, boa’s, regisseurs Sociaal Veilig, woningbouwcorporaties, het Zorg- en veiligheidshuis en welzijns- en jongerenwerkers. Daar bespreken ze samen de leefbaarheid van de wijk en casuïstiek. Bewoners gaven laatst bijvoorbeeld signalen over een verdachte auto, een ingeslagen ruitje en een groen veldje waar vuilnis wordt gedumpt. Dan gaan professionals uit de hoek van gezondheid en veiligheid samen poolshoogte nemen. Door deze werkwijze hopen we dat de professionals de bewoners niet alleen maar zien als er geen fijne aanleiding is en ons meer vertrouwen als er wel grotere problemen zijn.”