Bevindingen en handreikingen van TNO, Abf Research en GGD-Amsterdam
In ongeveer één vijfde van alle woningen in Nederland hebben de bewoners last van vocht en schimmel. Dat zijn ruim 1,5 miljoen woningen. Het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) wil praktische handreikingen en inzichten geven waarmee bewoners, eigenaren, particuliere verhuurders en corporaties op weg worden geholpen om vocht en schimmel aan te pakken. In opdracht van het ministerie BZK hebben TNO, ABF Research en de GGD Amsterdam onderzoek gedaan naar de mate van vocht- en schimmelproblemen in woningen en mogelijk verklarende factoren voor de aanwezigheid van vocht en schimmel. In dit artikel lees je in het kort de meest opvallende bevindingen en resultaten en de handreikingen die uit het onderzoek volgen. TNO en de GGD Amsterdam vertellen.
Wat weten we nu over de omvang van vocht- en schimmelproblemen in woningen?
We hebben op basis van data van de WoOn2018 enquête en de Energiemodule 2018 onderzoek gedaan naar de factoren die een rol spelen bij vocht- en schimmelproblemen. Deze enquête wordt iedere 3 jaar gehouden onder 60.000 huishoudens in opdracht van BZK. In de enquête noemt 19% van de huishoudens dat zij last hebben van vocht of schimmel. Hieruit kun je afleiden dat het in heel Nederland om 1,5 miljoen woningen gaat. Van de 60.000 huishoudens hebben 4.500 zich aangemeld voor de Energiemodule 2018. Inspecteurs zijn bij deze 4.500 huishoudens op huisbezoek geweest en hebben onder andere bekeken in welke vertrekken vocht en/of schimmel voorkomt. Door de inspecteurs is in 10,2% van de woningen in minimaal één van de vertrekken vocht of schimmel waargenomen. Hierbij is in 4,2% van de woningen vocht en/of schimmel aangetroffen in de woonkamer en/of slaapkamers. In de badkamer is vocht en/of schimmel aangetroffen in 5,7% van de woningen. Er is dus een verschil tussen de resultaten uit de enquête en de bevindingen van de inspecteurs. Mogelijke verklaringen kunnen zijn dat mensen met schimmel in hun huis zich hiervoor generen en daarom geen inspecteur over de vloer wilden hebben, of dat de schimmel is verwijderd voor het moment van inspectie
In woon- en slaapkamers van woningen gebouwd na 2000 werd geen vocht en/of schimmel aangetroffen en in woningen gebouwd na 1990 werd al minder vocht gevonden dan in oudere woningen. Dit komt waarschijnlijk doordat de bouwkwaliteit, mede door de bouwregelgeving, sinds medio jaren ‘90 flink verbeterd is. Daarnaast blijkt het energielabel van een woning niet bepalend voor de kans op vocht en/of schimmel. Dit kan liggen aan het feit dat een energielabel niet alleen wordt bepaald door de verbetering van de thermische kwaliteit, maar ook door toepassing van duurzame componenten zoals bijvoorbeeld zonnepanelen. Tot slot blijkt dat bij renovatie in de praktijk vaak de daken en vloer na-geïsoleerd worden en niet altijd de gevel. Hierdoor bereik je niet de gewenste isolatiewaardes. Het is dus erg belangrijk om bij renovatie van woningen aandacht te besteden aan de thermische kwaliteit van de hele woningschil.
Jullie geven aan dat er in nieuwere huizen minder vaak vocht en/of schimmel wordt gevonden. In welke huizen zien jullie nog wel (veel) problemen en waar kan dit aan liggen?
We constateren dat de kans op vocht en schimmel in oudere woningen groter is dan in nieuwe woningen. Uit ons onderzoek blijkt ook dat in koopwoningen de kans op problemen twee keer zo klein is als in huurwoningen. We hebben in de beschikbare data geen verklaring gevonden voor dit verschil. Daarnaast zien we dat in woningen met een mechanisch ventilatiesysteem de kans op vocht en schimmel een factor 1,8 lager is. We kunnen dus stellen dat de kans op vocht- en schimmelproblemen groter is in de oudere huurwoningen die zijn uitgevoerd met een natuurlijk ventilatiesysteem. Ook de wijze waarop bewoners gebruikmaken van ventilatievoorzieningen speelt een rol. Bij een goed gebruik van het ventilatiesysteem - waarbij tijdens het douchen of koken het ventilatiesysteem in de hoogste stand wordt gezet - en bij goed gebruik van de roosters en ramen, neemt de kans op vocht en schimmel in de woon- en slaapkamers met een factor 1,5 af.
"Bij een goed gebruik van het ventilatiesysteem - waarbij tijdens het douchen of koken het ventilatiesysteem in de hoogste stand wordt gezet - en bij goed gebruik van de roosters en ramen, neemt de kans op vocht en schimmel in de woon- en slaapkamers met een factor 1,5 af."
Niemand wil vocht en schimmel in zijn woning, maar heeft het ook gevolgen voor je gezondheid?
De heersende consensus is dat vocht en schimmel in de verblijfsruimten van een woning in hogere mate bepalend zijn voor gezondheidsklachten dan vocht/schimmel in de badkamer. In een internationaal onderzoek is de relatie onderzocht tussen risico op astma en de aanwezigheid van vocht en schimmel. Hieruit bleek een verhoogd risico op astma voor kinderen in woningen met vochtschade en zichtbare schimmel in de vertrekken waar veel tijd wordt doorgebracht: de woonkamer, de keuken en met name de eigen slaapkamer. Een dergelijke relatie werd niet gevonden voor bijvoorbeeld de badkamer. Op het eerste gezicht is dit verrassend, omdat in de badkamer immers relatief vaker schimmel voorkomt. Naast de kortere verblijfstijd, die in een badkamer ten opzichte van bijvoorbeeld de woonkamer of slaapkamer wordt doorgebracht, kan de verklaring zijn dat de badkamer vaak op onderdruk staat door de afzuiging, waardoor verspreiding van met schimmels verontreinigde lucht minder plaatsvindt. Ook uit esthetisch oogpunt zijn schimmels in badkamers, maar ook andere ruimten uiteraard ongewenst.
Jullie noemen bewoners(gedrag) als een van de factoren die de kans op problemen kunnen vergroten. Kunnen jullie meer zeggen over de kenmerken en/of het gedrag van bewoners?
We hebben de relatie onderzocht tussen de kans op vocht en/of schimmel en verschillende woningkenmerken (huur/koopwoning, bouwjaar en energielabel), verschillende huishoudenskenmerken (persoonsbezetting en huishoudensinkomen), installatiekenmerken (type ventilatiesysteem) en bewonersgedrag (ventilatiegedrag, stookgedrag en douchegedrag). Wanneer we corrigeren voor andere factoren, zoals bijvoorbeeld het bouwjaar van de woningen, het ventilatiesysteem en het mogelijke ventilatiegedrag, blijkt er geen verschil te zijn tussen huishoudens met een hoger of lager inkomen. Daarnaast hebben we bij de verschillende huishoudensinkomens geen stookarmoede geconstateerd. Dit wil niet zeggen dat stookarmoede niet bestaat, alleen hebben wij dat op basis van de beschikbare data niet kunnen vaststellen. Stookgedrag, zoals aangetroffen in de dataset, komt uit het onderzoek niet als indicator voor vocht- en schimmelvorming naar voren.
Wat willen jullie nog aan eigenaren/verhuurders meegeven om vocht en schimmel te voorkomen of aan te pakken?
We willen een aantal tips aan eigenaren en verhuurders meegeven om vocht en schimmel te voorkomen. Pas een goed mechanisch ventilatiesysteem met na-draaitijd of een automatische vochtregeling toe in de badkamer. Als het systeem geluidsarm is, minder dan 30 decibel, voorkom je dat bewoners het systeem uitzetten of niet gebruiken. Geluidsarm kun je bereiken door het voldoende ruim ontwerpen van de kanalen, het zo min mogelijk gebruiken van bochten of flexibele kanalen en het toepassen van voldoende geluidsdemping. Voor de badkamer kun je de wanden uitvoeren met materialen waarop minder snel schimmelgroei plaatsvindt en de ventilatieafvoer zo hoog mogelijk plaatsen, bij voorkeur op de plaats waar gedoucht wordt. Daarnaast kun je overwegen het douchegedeelte te compartimenteren. Tot slot is het realiseren van een goede kwaliteit van de woningschil erg belangrijk. Dat wil zeggen een goede thermische isolatie (vuistregel warmteweerstand: Rc ≥ 2,5 m2K/W), aandacht voor het beperken van koudebruggen en het beperken van lokale luchtlekken. Bij renovatie is het essentieel de woningschil inclusief koudebruggen te verbeteren.
En dan om af te sluiten: wat willen jullie meegeven als de belangrijkste tips voor huurders?
Goed ventileren is belangrijk om vocht en schimmel te voorkomen. Zet de mechanische ventilatie in de hoogste stand bij het gebruik van de keuken of badkamer. Als experts raden we aan na het douchen de afzuiging ongeveer 1,5 uur te laten draaien in de hoogstand. Zo ‘droog’ je de badkamer. We raden bewoners aan om de mechanische ventilatie, ook tijdens het slapen, altijd in de hoogstand te schakelen. Zeker als de bezetting gelijk of hoger is dan volgt uit het aantal slaapkamers in de woning, bijvoorbeeld bij een woning met 2 slaapkamers vanaf 3 personen. Uit onderzoek is namelijk gebleken dat bewoners hun ventilatiesysteem veelal in de laagstand laten staan, terwijl het ontwerp van het ventilatiesysteem vaak zodanig is dat pas in de hoogstand de minimum ventilatie eisen volgens het Bouwbesluit worden gehaald. Een mechanische ventilatiesysteem in de laagstand zetten heeft dus vaak te weinig effect. Voor woningen met natuurlijke ventilatietoevoer dienen roosters of klepramen geopend te worden in de ruimte waar men aanwezig is. Tot slot is het slim de vochtproductie in de woning te beperken. Denk bijvoorbeeld aan het openen van de ramen tijdens nat schoonmaken of het met een wisser afnemen van de wanden en de vloer na het douchen. Zeker als gezin heb je namelijk snel een hoge vochtbelasting. Bij meer dan 90 minuten per huishouden per week douchen neemt de kans op vocht en schimmelvorming toe.