Regels voor toewijzen aan de doelgroep

Woningcorporaties moeten zich richten op bouwen, verhuren en beheren van sociale huurwoningen. Dat staat in de Woningwet. Betaalbare huurhuizen (ook wel DAEB-woningen genoemd) mogen zij niet aan iedereen verhuren. Woningcorporaties moeten zich houden aan regels.

Er zijn twee soorten toewijzingsregels:

  • Regels voor het toewijzen van sociale huurwoningen van woningcorporaties aan de doelgroep. Deze doelgroep is afgebakend met de DAEB-inkomensgrens.
  • Regels voor passend toewijzen. Passend toewijzen moet voorkomen dat woningzoekenden met lage inkomens een woning krijgen toegewezen die ze niet kunnen betalen. 

Regels voor toewijzing naar inkomen

Woningcorporaties moeten ten minste 85% van de vrijkomende sociale huurwoningen (met een huurprijs tot € 879,66, prijspeil 2024, ook wel DAEB-woningen genoemd) toewijzen aan hun doelgroepen.

  • De belangrijkste doelgroep van woningcorporaties zijn huishoudens met een inkomen beneden de DAEB-inkomensgrens. Voor eenpersoonshuishoudens is deze inkomensgrens € 47.699 (prijspeil 2024). Voor meerpersoonshuishoudens is de DAEB-inkomensgrens vastgesteld op € 52.671 (prijspeil 2024).
  • Daarnaast mogen corporaties 7,5% van de vrijkomende woningen vrij toewijzen, dus ook aan mensen met een inkomen boven de DAEB-inkomensgrens. Lokaal bestaat de mogelijkheid om de vrije toewijzingsruimte te verruimen naar 15% indien woningcorporaties, huurdersorganisaties en gemeenten daar prestatieafspraken over hebben gemaakt.

Regels voor toewijzing aan urgenten

Gemeenten kunnen op basis van de Huisvestingswet 2014 een eigen gemeentelijke huisvestingsverordening vaststellen. Daarin staan de lokale voorschriften, die onder andere kunnen bestaan uit regels over de toewijzing van huurwoningen en de urgentievolgorde voor woningzoekenden (huisvestingsverordening).

Woningcorporaties dienen bij de toewijzing van vrijkomende huurwoningen rekening te houden met woningzoekenden die vallen onder de urgentiecategorieën zoals opgenomen in de huisvestingsverordening van de betreffende gemeente. Wanneer een woningzoekende die als urgent is aangemerkt een inkomen heeft boven de inkomensgrens voor de DAEB-doelgroep (zie hierboven), dan dient de corporatie gebruik te maken van de vrije toewijzingsruimte.

Na de huishoudens die in de huisvestingsverordening als urgent zijn aangemerkt, hebben de volgende groepen op basis van het Besluit toegelaten instellingen volkshuisvesting (BTIV) voorrang bij de toewijzing van een huurwoning:

  • huishoudens met problemen rond gezondheid, veiligheid, sociale factoren, overmacht of calamiteiten;
  • huishoudens die (met toestemming van de corporatie) woningen met elkaar ruilen;
  • medehuurders die (met toestemming van de corporatie) huurder worden.

Wanneer er in de gemeente geen huisvestingsverordening is, hebben de bovengenoemde groepen huurders voorrang op een sociale huurwoning. Ook hier geldt dat, wanneer een woningzoekende uit de volgende categorieën een inkomen heeft boven de DAEB-inkomensgrens, de corporatie gebruik dient te maken van de vrije toewijzingsruimte.

Uitzonderingen inkomenstoets

In bepaalde gevallen kan men uitgezonderd worden voor de inkomenstoets bij toewijzingen. Ook zijn er situaties waarin personen hun inkomen op een andere wijze dan de verplichte inkomensverklaring of aanslag inkomstenbelasting mogen aantonen. Bepaalde huishoudens met een zorgindicatie komen in aanmerking voor een sociale huurwoning, ook als het inkomen boven de inkomensgrens ligt.

Dossier woningtoewijzing

Over het onderwerp woningtoewijzing wordt veel gepubliceerd. Om regelgeving en diepgang duidelijk gescheiden te houden, is deze pagina ingericht voor een overzicht van de geldende wet- en regelgeving over het thema woningtoewijzing. Bezoek voor meer verdieping, nieuwsberichten en onderzoeken het dossier woningtoewijzing.

Relevante regelgeving

De volgende regelgeving is relevant voor dit onderwerp: