Interne governance

De Woningwet 2015 stelt regels aan de governance en het interne toezicht van woningcorporaties. De bestuurder(s) en commissarissen zijn primair verantwoordelijk voor het toezicht op het functioneren van de woningcorporatie en dienen zich te richten op het belang van een woningcorporatie, daarnaast geldt de raad van commissarissen dat hij zich tevens richt naar het te behartigen maatschappelijke belang en naar het belang van de betrokken belanghebbenden.

Wil je meer weten over de ontwikkelingen rond dit onderwerp? Bekijk dan Dashboard Datawonen voor de meest actuele gegevens.

Toets

Voor leden van het bestuur en van de raad van commissarissen van de woningcorporatie geldt een 'geschiktheids- en betrouwbaarheidstoets'. Ook zijn de benoemingsprocedure, de bevoegdheden en onverenigbaarheden van de functievervulling voor bestuurders en leden van de raad van commissarissen vastgelegd in de Woningwet en onderliggende regelgeving en de beleidsregels van de Autoriteit woningcorporaties. Verder zijn er regels voor de financiële verantwoording van woningcorporaties. Het extern toezicht wordt namens de minister uitgeoefend door de Autoriteit woningcorporaties. Tevens heeft de Autoriteit woningcorporaties beleidsregels opgesteld inzake de invulling van de geschiktheids- en betrouwbaarheidstoets en de onverenigbaarheden.

Wijzigingen na gewijzigde Woningwet 1 januari 2022

De uitgangspunten voor het interne toezicht op woningcorporaties wordt niet gewijzigd.

De geschiktheids- en betrouwbaarheidstoets voor bestuurders en commissarissen blijft gehandhaafd. Met het oog op het meer naar principes inrichten van de Woningwet en onderliggende regelgeving, vervalt de huidige bijlage I bij het Besluit toegelaten instellingen volkshuisvesting (BTIV) betreffende de competenties van kandidaten. Ook zullen de bepalingen in de Regeling toegelaten instellingen volkshuisvesting (RTIV) over de geschiktheids- en betrouwbaarheidstoets in beperkte mate worden aangepast. De Autoriteit woningcorporaties (Aw) zal nog steeds een kandidaat beoordelen op geschiktheid en betrouwbaarheid, maar de Aw gaat dit doen aan de hand van opgestelde beleidsregels. Hierdoor kan de Aw de geschiktheids- en betrouwbaarheidstoets meer risicogericht uitvoeren.

Ook ten aanzien van onverenigbare functies, tegelijkertijd met het zijn van bestuurder of commissaris van een bestuurder (zoals vastgelegd in artikel 25 en 30 van de Woningwet) wordt in de Woningwet het centrale principe vastgelegd, dat wordt uitgewerkt in beleidsregels van de Aw.

Hierdoor kan door de Aw in de praktijk meer naar de omstandigheden van het geval worden gekeken, bij de beoordeling of een bepaalde functie wel of niet in strijd is met het onafhankelijk kunnen functioneren als bestuurder of commissaris van een woningcorporatie.

Relevante regelgeving

De volgende regelgeving is relevant voor dit onderwerp: