"Bewonerskracht zit overal, je moet het alleen zien te activeren"
Routekaarten, participatiescans en tientallen soorten onderzoekdata: er werd van alles uit de kast gehaald in het intensieve starttraject dat stichting Buurkracht met de gemeenten Leeuwarden, Zaanstad, Rotterdam, Boxtel en Sint-Michielsgestel doorliep. Het doel: samen inventariseren waar de bewonerskracht binnen een gemeente zit. Die stap is nodig voor het vormen van buurtteams, die (verduurzamings-)acties kunnen gaan organiseren en een volwaardige gesprekspartner in de energietransitie kunnen worden. Wat is de aanpak van Buurkracht, en welke tips hebben zij voor andere gemeenten?
Voor dit traject ontving Buurkracht vanuit het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) een éénjarige subsidie vanuit de Energiebespaarcoalitie. Dit is een netwerk van overheden, maatschappelijke organisaties, marktpartijen en kennisinstellingen dat zich richt op iedereen die in staat is om invloed uit te oefenen op energiebesparing, of zelf het energieverbruik in gebouwen kan verminderen.
Bewoners als volwaardige gesprekspartner

Floris Baggerman, participatieadviseur bij Buurkracht, vertelt: ‘’In de energietransitie zijn de koplopers inmiddels goed op weg met duurzame keuzes. Nu is de middengroep aan de beurt, die vaak afwacht. De vraag is dan hoe je óók deze groep activeert. Wij geloven dat dit begint bij buurtinitiatieven en buurtteams die verbinding creëren. Deze buurtteams kunnen bovendien uitgroeien tot volwaardige gesprekspartner van de gemeente. Daarvoor is het belangrijk om als gemeente vertrouwen te winnen: dat is in deze fase van de energietransitie essentieel. De gemeente kan buurtteams bijvoorbeeld vragen om te helpen bij het opstellen van wijkplannen.’’
Ben Verhoeff, directeur bij Buurkracht en verantwoordelijk voor het project, vult aan: ‘’Het doel van dit driejarige traject dat we met de gemeenten aangaan is daarom om een goede structuur op te zetten waarmee buurtteams voor langere tijd actief blijven. Andere gemeenten in Nederland kunnen daar vervolgens ook mee aan de slag, en zo kunnen we de lokale energietransitie versnellen. Onze droom is om buurkracht in heel Nederland aan te zetten, zodat mensen hun buurt fijner, mooier en duurzamer kunnen maken.”
Niet alleen een participatievinkje halen
Hoe werden de gemeenten geselecteerd, en hoe ging het traject van start? Ben: ‘’Toen bekend werd dat we de subsidie van het ministerie van BZK ontvingen, gingen we aan de slag met het selecteren van gemeenten. Ons criterium was: je moet geloven in ons concept, namelijk mét, in plaats van vóór, bewoners werken. Dat betekent ook dat we na het eerste jaar waarin wij actief hielpen nog twee jaar extra met bewoners aan de slag gaan. Zo kunnen buurtteams zelfstandiger worden. Dat is dus wel wat anders dan even een participatievinkje halen. Ook vonden we een mix in het type gemeente en de locatie belangrijk. Uit die selectie kwamen de gemeenten Leeuwarden, Zaanstad, Rotterdam, Boxtel en Sint-Michielsgestel.
‘’Onze droom is om buurkracht in heel Nederland aan te zetten, zodat mensen hun buurt fijner, mooier en duurzamer kunnen maken.”
Sterke-schouder-data
Om die buurkracht in wijken en buurten te vinden, werkt Buurkracht onder andere met routekaarten en participatiescans. Floris: ‘’Met een Routekaart breng je in beeld waar de menselijke energie zit waar je op kan voortbouwen. Om zo’n kaart op te zetten kijken we samen met ambtenaren uit allerlei disciplines en externen die de gemeente goed kennen naar de bestaande initiatieven in wijken. Vervolgens voegen we hier zogenoemde ‘sterke-schouder-data’ aan toe. Dat gaat over de mate waarin bewoners bereid zijn vrijwilligerswerk te doen of openstaan om hun handen uit de mouwen te steken om in hun buurt aan te slag te gaan met energiebesparing of het vergroenen van hun buurt. Maar we kijken ook naar de woningvoorraad, zodat de verduurzamingspotentie van woningen zichtbaar wordt. Zo krijgen we per wijk in beeld waar de potentie voor het opstarten van een buurtteam zit.’’

Ben: ‘’Zo’n Routekaart geeft ons een goed beeld van hoe wijken in elkaar zitten. Vervolgens is het een kwestie van vernauwen, vernauwen en nog verder vernauwen: we kijken dan naar buurten in plaats van wijken. Deze nauwere stakeholderanalyse heet een participatiescan. We gaan actief de wijk in om zoveel mogelijk bewoners te spreken, zodat we erachter komen hoe netwerken en contactpunten in elkaar zitten en waar bewoners zijn die het vuurtje kunnen aanwakkeren. Zo weten we wie we moeten bereiken om een buurtteam te vormen dat echt representatief is. Floris: ‘’Elke buurt heeft zijn eigen kenmerken. In Brabant valt bijvoorbeeld op dat het verenigingsleven rijk is en er veel contactpunten zijn. En in kleinere dorpen zijn supermarkten een belangrijk contactpunt, omdat iedereen daar heengaat en met elkaar een praatje maakt.’’
‘’Door steeds verder te vernauwen zien we welke bewoners het vuurtje kunnen aanwakkeren voor het opzetten van een buurtteam.’’
Het vliegwiel vinden
Floris: ‘’In 90% van de gevallen werkt deze aanpak met routekaarten en participatiescans zeer goed. Uiteindelijk zitten we bij bewoners aan tafel die best wat willen doen voor hun buurt. Dit kan een warmtewandeling zijn, waarbij bewoners met een warmtecamera bekijken waar warmte weglekt in een woning en waar niet. Maar ook een actie op een ander thema is mogelijk, zoals afvalprikken. Wijknetwerkers helpen ons ook enorm, omdat zij de mensen kennen en weten precies wat er in een buurt gebeurt. Als we een aantal enthousiaste bewoners hebben gevonden, gaan we samen met hen aan de slag om een actie op te zetten en hun buren te activeren.’’
Wanneer buurtteams ontstaan krijgen ze van Buurkracht een online infrastructuur: Buurkracht Online. Daarin kunnen bewoners niet alleen met elkaar communiceren, maar ook ophalen wat er speelt, websites maken en aanpasbare posters en flyers downloaden. Ben: ‘’Onze rol als Buurkracht is ervoor zorgen dat we bewoners faciliteren en ondersteunen, zodat zij zo makkelijk mogelijk een succesvolle actie kunnen organiseren. Wij zorgen voor de randzaken eromheen.’’
‘’De boodschap vanuit de gemeente moet zijn: wij luisteren naar jullie, jullie hebben de regie. Dat is loslaten, en daar is echt lef voor nodig."
Lef hebben en transparant zijn
Hoe zorg je er dan voor dat het niet bij één activiteit blijft, maar de buurtteams voor langere tijd actief blijven? Ben: ‘’Het is belangrijk dat wij in het begin zichtbaar zijn naar bewoners, en niet de gemeente. Bewoners kunnen argwanend of wantrouwend zijn naar hun gemeente. Als wij dan beginnen werkt dat omdat we een nieuw gezicht zijn.’’

Wanneer buurtteams eenmaal op stoom komen, komt er op een gegeven moment ook ruimte voor gemeenten om zichtbaarder te worden, vertelt Ben. ‘’Maar dat vereist wel wat van je rol: ga het niet vóór, maar mét bewoners doen. Het is voor gemeenten niet altijd makkelijk om de regie bij bewoners te leggen en de controle los te laten, maar de praktijk wijst uit dat dit wel bijdraagt aan het positieve succes later. Geef bewoners de regie en laat de controle los. En wees volledig transparant. Je moet bijvoorbeeld echt de deur openhouden voor contact, anders ben je het vertrouwen van een bewoner snel weer kwijt. Om met bewoners samen te werken in plaats van informatie over te brengen, is voor een gemeente echt heel erg wennen, vertelt Ben. ''Het vraagt een flinke dosis lef, maar levert je enorm veel op. Ons sleutelwoord is vertrouwen: dat moet je geven, wil je het ook krijgen.’’
Achter de voordeur
Wanneer het lijntje tussen bewoners en de gemeente kort is, biedt dat gemeenten de kans om bewoners bij het bepalen van beleid als gesprekspartner te vragen. Floris: ‘In tegenstelling tot andere projecten in de openbare ruimte, heb je bewoners echt nodig bij de lokale energietransitie. Het gebeurt grotendeels achter hun voordeur.’’ Ben sluit af: ‘’En dat is precies het doel van onze opdracht: de systeem- en leefwereld met elkaar in contact brengen.’’
|
