Inkomensafhankelijke hogere huurverhoging en huursprongen voor zeer lage huren vanaf 2022
Vanaf 2022 geldt een andere methodiek voor de inkomensafhankelijke hogere huurverhoging. Verhuurders kunnen huurders met een hoog (midden)inkomen in een sociale huurwoning een hogere huurverhoging van maximaal € 50 of € 100 geven. Daarmee kunnen ze aan huishoudens met een hoger (midden)inkomen sneller een huur vragen die beter past bij de kwaliteit van de woning.
Dit is belangrijk voor verhuurders om goed te kunnen blijven investeren in nieuwbouw en verduurzaming en om huren voor huishoudens met een lager (midden)inkomen betaalbaar te houden.
De inkomensgrens voor de inkomensafhankelijke hogere huurverhoging verschilt voor eenpersoonshuishoudens en meerpersoonshuishoudens. Ook zijn er twee inkomenscategorieën: hoog middeninkomen en hoog inkomen.
Uitvoering
De inkomensafhankelijke hogere huurverhoging maakt vanaf 1 juli 2022 een huurverhoging voor zelfstandige woningen (eengezinswoningen, appartementen) in de gereguleerde sector een huurverhoging mogelijk die hoger is dan de maximaal toegestane ‘reguliere’ huurverhoging.
De toegestane huurverhoging wordt maximaal € 50 voor huurders met een hoog middeninkomen en maximaal € 100 voor huurders met een hoog inkomen. Zie tabel hieronder.
De toegestane huurverhoging wordt maximaal € 50 voor huurders met een hoog middeninkomen en maximaal € 100 voor huurders met een hoog inkomen.
Tabel inkomenscategorieën voor de inkomensafhankelijke hogere huurverhoging (inkomen 2022)
Hoge middeninkomens | Hoge inkomens | |
---|---|---|
Eenpersoonshuishoudens | € 52.753 – € 62.191 | Hoger dan € 62.191 |
Meerpersoonshuishoudens | € 61.046 – € 82.921 | Hoger dan € 82.921 |
Huurverhoging | Maximaal € 50* | Maximaal € 100* |
*) Maar niet verder dan de maximale huurprijsgrens van de woning
Huren beneden de 300 euro
Voor zelfstandige huurwoningen (eengezinswoningen, appartementen) in de gereguleerde sector met een huur onder € 300 wordt vanaf 1 juli 2022 een huurverhoging van maximaal € 25 toegestaan; ongeacht het huishoudinkomen van de huurder.
Voor huren onder € 300 mag de verhuurder ook de inkomensafhankelijke hogere huurverhoging van € 50 of € 100 voorstellen, maar dan moet hij de inkomenscategorie opvragen bij de Belastingdienst. Dan moet deze bij het huurverhogingsvoorstel een inkomensindicatie van de Belastingdienst voegen, waaruit blijkt dat het huishoudinkomen in de categorie hoger middeninkomen (voor meer dan € 25 maar maximaal € 50 huurverhoging) of in de categorie hoog inkomen (voor meer dan € 50 maar maximaal € 100 huurverhoging) valt.
Nooit WWS-grens overschrijden
Voor beide maatregelen geldt dat die huurverhoging alleen is toegestaan als daarmee de maximale huurprijsgrens van de woning op basis van het woningwaarderingsstelsel niet wordt overschreden. Uitgangspunt is dat de verhuurder sneller dan voorheen toe kan werken naar een huur die beter past bij de kwaliteit van de woning en bij het hoger (midden)inkomen van huurders.
Documenten
-
Memorie van Antwoord wetsvoorstel Tijdelijke huurkorting
Memorie van Antwoord over het wetsvoorstel Uitvoeringswet huurprijzen woonruimte en de Woningwet (tijdelijke huurkorting).
-
Memorie van antwoord wetsvoorstel wijziging Uitvoeringswet huurprijzen woonruimte en Woningwet (huurverhogingsmogelijkheden en inkomensgrenzen Woningwet)
Memorie van antwoord over het wetsvoorstel tot wijziging van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek, van de Uitvoeringswet huurprijzen ...