Inkomensafhankelijke hogere huurverhoging en huursprongen voor zeer lage huren
Verhuurders mogen huurders met een hoger inkomen in een sociale huurwoning (laag segment) een hogere huurverhoging voorstellen. Afhankelijk van het inkomen is dat een verhoging van maximaal € 50 of € 100 per maand. Dit geldt voor huurders met een hoger middeninkomen of een nog hoger inkomen.
De inkomensafhankelijke hogere huurverhoging maakt een huurverhoging mogelijk die hoger is dan de maximaal toegestane ‘reguliere’ huurverhoging. De huur mag door de hogere huurverhoging nog steeds niet hoger worden dan de huur die volgens het WWS past bij de woning. Als een verhuurder een hogere huurverhoging voorstelt, moet hij de inkomensindicatie van de Belastingdienst toevoegen om te laten zien dat deze verhoging toegestaan is.
Uitvoering: aanvraag inkomenscategorie
Verhuurders kunnen de inkomenscategorieën van huurders digitaal aanvragen via het webportaal van de Belastingdienst. Ze kunnen voor de volgende woningen een aanvraag doen:
- Woningen die verhuurd zijn met een gereguleerd huurcontract in het laag segment. Uitgezonderd zijn: huurcontracten vanaf juli 2024 in het middensegment en geliberaliseerde huurcontracten.
- Woningen waarvan de huurprijs ver genoeg ligt onder de maximale huurprijs, zodat een huurverhoging van meer dan 5% of meer dan € 25 voor woningen met een huur onder € 350 toegestaan is.
Inkomenscategorie
De Belastingdienst geeft alleen de inkomenscategorie van het huishouden door, niet het exacte inkomen. De categorieën zijn:
- Laag inkomen: het inkomen is te laag voor een hogere huurverhoging. De huur mag maximaal met 5% stijgen; of met € 25 als de huur onder € 350 ligt.
- (Hoog) middeninkomen: het inkomen is hoog genoeg voor een verhoging van maximaal € 50, maar niet voor € 100.
- Hoog inkomen: het inkomen is hoog genoeg voor een verhoging van maximaal € 100.
Tabel inkomenscategorieën voor de inkomensafhankelijke huurverhoging per 1 juli 2025 (inkomen van 2023)
Hoge middeninkomens | Hoge inkomens | |
---|---|---|
Eenpersoonshuishoudens | € 57.143 – € 67.366 | Hoger dan € 67.366 |
Meerpersoonshuishoudens | € 67.366 – € 89.821 | Hoger dan € 89.821 |
Huurverhoging | Maximaal € 50 | Maximaal € 100 |
*) Maar niet verder dan de maximale huurprijsgrens van de woning
Huren beneden de 350 euro
Voor zelfstandige huurwoningen (eengezinswoningen, appartementen) in de gereguleerde sector met een huur onder € 350 vanaf 1 juli 2025 is een huurverhoging van maximaal € 25 toegestaan; ongeacht het huishoudinkomen van de huurder.
Voor huren onder € 350 mag de verhuurder ook de inkomensafhankelijke hogere huurverhoging van € 50 of € 100 voorstellen, maar dan moet hij de inkomenscategorie opvragen bij de Belastingdienst. Dan moet deze bij het huurverhogingsvoorstel een inkomensindicatie van de Belastingdienst voegen, waaruit blijkt dat het huishoudinkomen in de categorie hoger middeninkomen (voor meer dan € 25 maar maximaal € 50 huurverhoging) of in de categorie hoog inkomen (voor meer dan € 50 maar maximaal € 100 huurverhoging) valt.
Nooit WWS-grens overschrijden
Voor beide maatregelen geldt dat die huurverhoging alleen is toegestaan als daarmee de maximale huurprijsgrens van de woning op basis van het woningwaarderingsstelsel niet wordt overschreden. Uitgangspunt is dat de verhuurder sneller dan voorheen toe kan werken naar een huur die beter past bij de kwaliteit van de woning en bij het hoger (midden)inkomen van huurders. Dit is belangrijk voor verhuurders om goed te kunnen blijven investeren in nieuwbouw en verduurzaming, van huurders met een hoger (midden)inkomen een huur te kunnen vragen die meer past bij de kwaliteit van de woning en om huren voor huishoudens met een lager (midden)inkomen betaalbaar te houden.
Documenten
-
Memorie van Antwoord wetsvoorstel Tijdelijke huurkorting
Memorie van Antwoord over het wetsvoorstel Uitvoeringswet huurprijzen woonruimte en de Woningwet (tijdelijke huurkorting).
-
Memorie van antwoord wetsvoorstel wijziging Uitvoeringswet huurprijzen woonruimte en Woningwet (huurverhogingsmogelijkheden en inkomensgrenzen Woningwet)
Memorie van antwoord over het wetsvoorstel tot wijziging van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek, van de Uitvoeringswet huurprijzen ...