Webinar 'Een thuis voor iedereen'
Op donderdag 23 juni organiseerde het ministerie van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening (VRO) in samenwerking met VNG, Aedes en betrokken (maatschappelijk) partners het webinar ‘Een thuis voor iedereen’: hoe nu verder? Tijdens het webinar ging Marijke Roskam met gastsprekers van VNG, AEDES, VRO en maatschappelijk partners in gesprek over de opgave uit het programma Een thuis voor iedereen, het doel en de gezamenlijke aanpak van de coalitiepartners om de huisvesting voor kwetsbare mensen te verbeteren.
Beste verschilmakers, van harte welkom
bij het webinar over Een thuis voor iedereen...
het gezamenlijk programma
van vijf departementen, VNG, IPO en Aedes.
Mijn naam is Marijke Roskam. Ik mag u door
het komende uur leiden en we gaan beginnen.
Voor mensen die meer zorg nodig hebben
is het vaak lastig om aan een woning te komen.
Daarom gaan we voor hen meer bouwen...
en ook zorgen dat iedere gemeente
z'n eerlijke aandeel daarin doet.
Want we willen een thuis voor iedereen.
U kunt het verschil maken. Daarom bent u
gelukkig ook deelnemer bij dit webinar vandaag.
Als u vragen wilt stellen of een opmerking
wilt plaatsen, kan dat via de chat.
U kunt inloggen met een YouTube-account.
Als u niet zo hip en happening bent,
en dat ben ik ook niet, kunt u ook whatsappen.
Ongetwijfeld heeft u dat wel. En dat kan
op het nummer dat onder in beeld verschijnt.
Ik zal het ook nog even noemen.
Dat is 06-23 80 60 93.
Dat nummer zal af en toe voorbijkomen
en u kunt dat toevoegen...
en daarmee vragen stellen
die direct op deze iPad binnenkomen.
We hebben een uur met elkaar de tijd.
Als er heel veel vragen binnenkomen, kunnen we
ze misschien niet allemaal beantwoorden.
Maar zeker na de tijd kunnen we kijken
welke vragen het meest gesteld zijn.
De vraag die het meest gesteld wordt
op de woningmarkt...
is natuurlijk een betaalbare goede plek voor iedereen.
Dat gebeurt op een zeer krappe woningmarkt.
Dat hoef ik u niet te vertellen.
Sommige mensen, zoals al bleek
uit het verhaal van meneer de Jonge...
hebben nog minder kans
op het vinden van een goede plek...
omdat ze niet alleen woonruimte zoeken
maar ook ondersteuning, zorg, werk...
een goed netwerk om zich heen,
en daar gaan we over praten.
Wie zijn dat dan onder anderen?
Dak- en thuisloze mensen, mensen
die uit een ggz-instelling komen, statushouders...
of mensen met een sociale of medische urgentie.
Die aandachtsgroepen,
daar gaan we dit uur over praten.
We moeten voor hen aan de slag
en vooral met elkaar aan de slag.
En als het dan gaat om die doelgroep,
is het zaak dat we een mix vinden in de wijken...
tussen vragende en dragende inwoners,
ook wel de belastbaarheid genoemd.
Daarom hebben we dit programma
Een thuis voor iedereen...
om die balans goed te vinden voor iedereen
en u bent daarbij een onmisbare schakel.
We hebben ook een aantal onmisbare schakels
hier aan tafel. Zo meteen zal ik ze voorstellen.
Het uur bouwen we op met een introductie.
Dan praten we over voldoende woningen,
een betere verdeling, het eerlijke aandeel...
de woonzorgvisies, erg belangrijk.
En we praten verder
over hoe koplopers een rol kunnen vinden...
en hoe we met elkaar verdergaan,
want we zijn nog maar net begonnen.
De meeste colleges zijn geïnstalleerd,
maar lang nog niet iedereen.
Dus als wij met elkaar in dat zadel zitten,
hoe kunnen we dan handelingsperspectief vinden?
Dat allemaal in dit uur.
En dat bespreek ik met Karin Schrederhof,
wethouder bij de gemeente Delft...
met Ger Peeters,
bestuurder van Wonen Limburg...
met Ineke van Hooff, voorzitter van Valente...
met Fred Pijls,
bestuursvoorzitter GGZ Oost-Brabant...
en directeur-generaal
Volkshuisvesting en Bouwen, Chris Kuijpers.
Zij zullen
in verschillende settings aan tafel komen.
De blokken zullen steeds
geïntroduceerd worden...
door kwartiermaker, maar ook tafeldame dit uur,
Yvonne Wijnands.
We starten met blok 1.
Voor de introductie begin ik met Yvonne.
De kern van het programma, Yvonne,
hoe zou je die omschrijven?
Je hebt het goed uiteengezet, Marijke.
Voor iedereen is het lastig
om een huis te vinden...
maar als je extra problemen hebt
of acuut in nood zit, is het des te moeilijker.
En daarvoor is dit programma.
We willen voldoende betaalbare woningen
voor mensen uit een aandachtsgroep.
Het is belangrijk dat die woningen ook
evenwichtiger zijn verdeeld over de gemeenten.
Als mensen ondersteuning nodig hebben,
moeten ze die ook krijgen.
Wat ik heel krachtig vind, is dat dit
een programma is van heel veel partijen.
We hebben hierin samengewerkt
met alle onderdelen van het Rijk.
We werken nog weleens langs elkaar heen en
hebben gezegd: dat moeten we niet meer doen.
We hebben dit heel goed gedaan met gemeenten,
met provincies, met zorg- en welzijnsinstellingen.
Want deze opgave kun je alleen doen
als we heel goed samenwerken.
Het is alleen te realiseren met elkaar.
Dat aanbod... Echt, we gaan het zo meteen
hebben over het sociale cement...
maar de stenen, het aanbod,
hoe zie je dat voor je?
Een thuis voor iedereen begint natuurlijk met
een woonplek. Dat is echt heel erg urgent.
De eerste actielijn ziet daarop toe.
Dat betekent dat we meer moeten gaan bouwen.
900.000 woningen tot en met 2030,
waarvan twee derde betaalbaar...
want mensen moeten natuurlijk ook kunnen
opbrengen dat dat huis er komt.
Daar maken we ook afspraken over,
er komt ook geld voor...
met provincies en gemeenten,
dat die huisvesting er gaat komen.
Gaat dat snel?
Nee, dat gaat stap voor stap.
Wat gaat sneller?
Flex- en tijdelijke woningen.
Dat moet met urgentie nu ook opgepakt worden,
dus ook dat gaan we nu versnellen.
Er komt ook extra geld voor, wat we naar voren
hebben gehaald zodat we kunnen gaan versnellen.
Ja, voor de mensen die kijken
en relatief nieuw zijn in dit onderwerp:
Er zijn gelden beschikbaar
waarmee die extra handen...
want 'formatie, formatie' wordt er steeds geroepen,
maar dat moet mogelijk zijn.
Specifiek voor de huisvesting
van aandachtsgroepen...
gaat in september nog een nieuwe regeling open,
dus hou dat in de gaten...
omdat we juist ook die huisvesting
extra willen stimuleren.
Je noemde al de actielijnen.
Eén daarvan heb je benoemd.
Het is misschien goed om ook die andere drie
even kort toe te lichten voordat we gaan beginnen.
De andere drie. Evenwichtige verdeling
van de sociale huurvoorraad.
De derde actielijn is komen tot passende
ondersteuning gekoppeld aan de huisvesting.
En de vierde actielijn is preventie, dus ook
voorkomen dat mensen in problemen komen...
en hun huis verliezen.
-Mooi.
Als wij hier aan tafel in de problemen komen,
namelijk dat we misschien iets vergeten...
laat het gerust weten,
bemoei je overal tegenaan.
Dat doe je als kwartiermaker natuurlijk
professioneel, maar ook hier aan tafel:
een aanvulling,
laat dat gerust weten.
Mooie introductie alvast gegeven. We praten
hier aan tafel verder over het programma.
Ja, eerst maar eens even
naar die doelgroepen en de urgentie, Karin.
Welke verhalen horen daarbij?
Dit zijn mensen die in een instelling zitten,
daar eigenlijk uit mogen...
en een eigen plek mogen hebben.
Maar ook mensen die in de maatschappelijke
opvang zitten omdat ze dakloos zijn geweest.
Er was net een mooie verdeling van:
hoe ga je hier nu mee om?
Volgens mij moeten we mensen morgen helpen.
Dat is gewoon je bestaande voorraad.
Overmorgen is misschien wat in je flex doen
en over-overmorgen is nieuwbouw erbij zetten...
maar we staan nu aan de lat hiervoor.
Want Ineke, mensen staan in de wachtstand.
Al heel lang. En die wachttijd
wordt eigenlijk alleen maar groter.
We zien de afgelopen tien jaar
dat het aantal daklozen eerder verdubbeld is.
Dus de opdracht wordt alleen maar groter.
En ja, ik wil ook echt wel benadrukken:
We kunnen veel doen met elkaar
maar het is vooral ontzettend belangrijk...
dat in dat onderdeel sociale huurwoningen
er plekken bij gaan komen.
Anders kunnen we ons best gaan doen
om het goed in te vullen...
maar zullen we toch het probleem
niet kunnen oplossen.
En om inzicht te geven in die doelgroepen...
want kwetsbare doelgroepen,
daar zijn er dus meerdere van te benoemen.
Wat voor verhalen hoor jij terug waarvan je denkt:
Ik wil dat zo graag tussen de oren krijgen,
hier doen wij het voor?
Ja, wat misschien goed is om te zeggen is...
Als we het hebben over kwetsbare doelgroepen,
dan gaat het over de ander.
Dan lijkt het net
alsof het heel ver van ons vandaan is.
Maar wat mensen zich niet altijd realiseren,
is dat het eigenlijk ook over ons kan gaan.
Mensen kunnen tegenslag hebben.
Dat zien wij ook, als je kijkt naar cliënten.
Mensen kunnen in een situatie komen waar ze
een aantal tegenslagen achter elkaar krijgen...
en dan kunnen ze
in precies diezelfde situatie terechtkomen.
Voor degenen die dat niet herkennen, is er altijd
wel iemand in de familie of kennissenkring...
waar het ook speelt.
-Dat gaat over ons allemaal.
Dat gaat over ons allemaal.
-Ja.
Zo meteen, verderop in dit programma...
praten we over die combinatie, wonen en zorg
in een hele brede zin, dat sociale netwerk.
Maar ik ben ook benieuwd, Chris,
welke kansen zie jij met dit programma?
Nou, de urgentie benadrukken.
We zijn er al best lang mee bezig...
maar vaak ook van de aandachtsgroep
waar je het over hebt...
dus daklozen of arbeidsmigranten.
Wat we nu gedaan hebben vanuit het ministerie
is: alle departementen erbij.
Alle betrokken partijen die we nodig hebben
voor de realisatie van dit vraagstuk:
Gemeentes, corporaties, provincies,
zorginstellingen. Dat is nu bij elkaar gezet.
De hebben met z'n allen gezegd:
dit gaan we oplossen.
Het is een mooie titel, Een thuis voor iedereen,
maar iedereen heeft geen thuis.
Nee.
-En dat is wel wat we moeten gaan bereiken.
Het is ook een grondrecht, het wonen.
Dus laten we dat weer in onze oren knopen...
en met z'n allen keihard gaan werken
om dat voor elkaar te krijgen.
Wat betekent dit programma voor de corporaties?
Want het is veel over jullie gegaan
en het gaat nog steeds veel over jullie.
Jullie staan aan de lat voor veel opgaven.
Hoe gaat dit programma helpen?
Het helpt al doordat we met z'n allen
gemeenschappelijk de schouders eronder zetten...
en dat is natuurlijk een aantal jaren
versplinterd geweest.
Dus die integraliteit zal zeker gaan helpen.
Natuurlijk,
de kwantitatieve opgave is heel hoog...
maar ik denk dat we ook moeten stilstaan
bij de kwalitatieve opgave.
Want als je praat over Een thuis voor iedereen...
raakt het natuurlijk ook gewoon
de bijna 2,5 miljoen huishoudens...
die al in die woningen wonen
en die ook vaak moeite hebben...
of die morgen dakloos kunnen zijn
of die in economische problemen kunnen raken.
Daar moeten we ook oog voor houden.
Zij moeten ook vaak nog een keer
die bijzondere doelgroepen opvangen in hun wijk.
Die vraag is denk ik ook heel goed:
Hoe kunnen we oog houden voor beiden?
Voor de nieuwkomers
die met een urgent probleem zitten.
Wat kunnen we daar in de kwantiteit
aan woningen aan doen?
Maar ook aan de kwaliteit:
hoe kunnen we de wijken overeind houden?
In ons voorbereidend gesprek
vond ik een mooie term van jou:
Het gesprek op ooghoogte voeren.
Wat bedoel je daarmee?
Ik denk echt dat wij,
ook zoals we weer aan deze tafel zitten...
een soort voorbijgangers zijn
in veel van de wijken waar we over praten.
De bewoners weten veel beter
wat er in hun wijken gebeurt...
en zijn ook vaak bereid
om een helpende hand uit te steken.
Maar ze moeten wel weten hoe ze dat
moeten doen of hoe ze daarin gesteund worden.
Dus ik denk dat je op ooghoogte moet luisteren
naar wat de bewoners vertellen en willen.
Dan is ook de thuiskomst voor de nieuwkomers
veel beter en veel gegarandeerder.
Karin knikt. Wat herken je?
Dat is ook wel hoe wij ernaar kijken...
dat je op het moment dat je de wijk vraagt
om een opvang te regelen...
dat je ook dat vangnet in de wijk organiseert,
wat essentieel is voor degene die er komt wonen...
maar ook voor die bewoner die daar al woont,
die ook met zijn of haar vragen daar terechtkan.
Als je het slim doet, helpt het elkaar zelfs.
Ik denk, wat jij zegt dat mensen elkaar
echt moeten kennen, dat helpt heel erg.
Als we kijken naar de situatie zoals die nu is
en zoals die gaat worden...
ook met dit programma als katalysator,
wat verandert er dan in de manier van werken?
Ja, ik denk dat wat verandert...
is dat corporaties, gemeentes, zorgpartijen
veel meer met elkaar het gesprek voeren.
Ik zie vaak dat medewerkers van ons best veel
dingen zien die in woningen gebeuren, maar...
Signaleren.
-Maar ze kunnen of konden dat verhaal niet kwijt.
Ik denk dat het programma gaat helpen
om die kortsluiting te organiseren...
dat we wel die verbinding kunnen maken...
en daarmee ook makkelijker elkaar vinden
en oplossingen kunnen creëren.
Betekent dat ook dat er minder
op jullie wordt afgewenteld of op jullie bord ligt?
Want het is erg afhankelijk van de corporatie
hoe intens je achter die voordeur zit.
Ja, maar we hebben gelukkig
een minister voor Volkshuisvesting.
De taak van Volkshuisvesting
is meer dan het stapelen van stenen.
Het is ook het bieden van een thuis.
Kan ik erop aansluiten?
-Jazeker, ik zie je op het puntje van je stoel zitten.
Ik herken het heel erg, en ook het belang
om te zorgen dat het in de wijk goed gaat werken.
Dus niet alleen kijken naar een plekje
voor een nieuwkomer, maar naar het geheel.
Volgens mij zijn er ook goede voorbeelden
van hoe we dat met elkaar kunnen organiseren.
Noem eens een voorbeeld.
Gemengd wonen. Dus dat je echt gaat kijken:
hoe kunnen we een goede mix maken?
Dat je een soort, zeg maar,
wat vroeger een buurtje zou zijn...
dat je echt een soort gemeenschapje krijgt
van mensen die dat ook leuk vinden.
Zijn daar voorbeelden van?
-Ja.
Dat wordt door onze leden
in samenwerking met corporaties gedaan.
En bijvoorbeeld ook Housing First-initiatieven,
waarbij je echt kijkt:
We hebben een woning.
Welke persoon zou hier goed bij passen?
Wat vraagt de directe omgeving?
En daar een goede match op maken,
want daarmee kun je ook problemen voorkomen.
Dit is al waar we naartoe willen.
Als we een foto maken
van hoe we er nu voorstaan met elkaar...
horen en zien we schrijnende verhalen
over de slechte staat van sociale woningbouw.
Diederik maakt daar een punt van.
De energiecrisis wordt daar boven op gestapeld.
Chris, welke antwoorden, welke leidraad
biedt dan zo'n programma?
Kijk, één van de belangrijke dingen
die in het regeerakkoord stond, of staat...
is de afschaffing van de verhuurdersheffing.
Daar hebben de corporaties lang voor gepleit.
Dat staat in het regeerakkoord,
dat gaan we doen.
We zitten in de afrondende besprekingen
met de corporaties om te zeggen:
We gaan dat afschaffen
en wat gaan jullie dan doen?
En wij hebben gezegd met elkaar:
Er moeten de komende jaren tot 2030 250.000
sociale huurwoningen bijgebouwd worden.
Dat vergt een substantiële investering.
Dat is ook een verdubbeling van wat we nu doen.
Diederik maakt hier een punt
van de staat van sommige woningen nu.
Ja, en daar hoort ook bij, naast het feit
dat we afspraken maken over toevoegingen...
moeten we ook zorgen dat het allemaal
betaalbaar is voor de huidige huurders.
Dus we maken ook afspraken, zeker in deze tijd,
over huurbevriezing, zelfs huurverlaging.
En we maken afspraken over verduurzaming,
waarbij het zover is...
dat mensen die in een verduurzaamde woning
komen te wonen...
als ze er even uit zijn en er dan weer in,
afhankelijk van hoe zwaar de ingrepen zijn...
dat ze er ook niet op achteruit gaan.
Dat zijn afspraken
die we gaan maken de komende tijd.
Dat betekent ook wat voor de zittende huurders...
maar we moeten vooral het aanbod van sociale
huur vergroten, wat mijn buurvrouw ook zei.
Ja, het punt van Diederik is ook vooral:
Als we wijken willen belasten, moeten de mensen
die er nu zitten ook comfortabeler geraken...
dan ze nu soms zitten.
-Zeker.
We hebben in de afspraken die we maken
ook aandacht voor duurzaamheid.
Dat wordt ook vaak alleen gekoppeld
aan de duurzaamheid die energetisch is.
Maar het gaat ook over sociale duurzaamheid
en het gaat ook over veilige, schone woningen.
Al dat soort gesprekken zijn we aan het voeren.
Ik denk dat we daar
een behoorlijke kluif aan hebben.
Maar Diederik mag erop vertrouwen
dat dit voor in je hoofd zit...
want je noemde het al bij de introductie.
Het is niet alleen maar aanbod, maar juist ook dit.
Maar er komt echt veel meer geld beschikbaar,
ook voor de corporaties.
Die kunnen ook meerjarig gaan plannen
over wat er wat van ze verwacht wordt...
en dat is natuurlijk de afgelopen periode
best wel ingewikkeld geweest...
waardoor er allerlei investeringsplannen
toch niet gebeurden.
En wat ook belangrijk is,
je vroeg net nog naar het verschil en zo:
We praten best veel met elkaar
en dat kan misschien nog beter en eerder.
Maar op een gegeven moment
moet je ook gaan doen.
Wat dit programma ook beoogt, en überhaupt
wat de minister voor Volkshuisvesting beoogt...
is veel strakker gaan programmeren
wie wat doet binnen een bepaalde periode.
Soms duurt het wel zes, zeven jaar
voor we een besluit nemen over een locatie...
en dat kan echt sneller.
Je moet niet over één nacht ijs gaan,
geen misverstand.
Maar het hoeft ook geen zes jaar te duren.
-Het gaat nu te stroperig.
Het zou goed zijn
als we eerder tot de conclusie komen:
We doen het hier wel, of niet,
maar dan gaan we dat ook doen.
Mooi. En dat gaan we ook nog
betaalbaarder en socialer doen.
Daar stelt Judith al wat vragen over,
maar die komen zo meteen in blok 2.
Absoluut komt dat getal van 30 procent
naar voren.
Erik geeft aan: we praten weer over
en niet met degenen waar het over gaat.
Karin, hoe zorgen wij in al die tafels en al die
pressure cookers met ambtenaren en anderen...
dat de seat at the table
ook gevuld wordt door de inwoners?
Ja, zeker. We hebben in Delft
een Langer en Weer Thuis-visie gemaakt.
Dat zijn alle regiogemeenten aan het doen.
Daar zitten zowel de corporaties
als de zorgpartners aan tafel...
maar ook hun cliëntenorganisaties.
Dus we proberen zo veel mogelijk op die inhoud
met elkaar het gesprek te voeren.
Dat werkt heel goed,
want daarmee krijg je een veel beter beeld.
Je vroeg: wat gaat er veranderen?
Tot voor kort zag je dat centrumgemeenten
waar veel ggz-instellingen waren...
de verantwoordelijkheid hadden
om dit op te pakken...
en dit pakken we nu veel meer regionaal op
en ik denk dat dat ook erg helpt.
Dus dat mensen ook plek kunnen krijgen
in bijvoorbeeld de stad waar ze vandaan komen.
Waar ze familie hebben.
-Of net daarnaast.
Het wordt veel meer
een collectieve verantwoordelijkheid.
Nog even over die doelgroep ook aan tafel
en het punt waar Erik over begon.
Dank voor je opmerking.
Die ervaringsdeskundigen, die term
zien we bij zorg en welzijn veel opduiken.
Moeten we daar ook gebruik van maken
op die thema's?
Zeker. Heel goed.
-En hoe dan?
Erbij vragen.
Ik ben ook voor actie.
En niet heel lang blijven praten en uitstellen.
Ik denk: er zijn voldoende cliëntenorganisaties.
Zeker bij zorgorganisaties.
Die hebben actieve cliëntenraden.
Erbij aan tafel vragen. Ze willen graag.
-Positieve gezondheidsmodellen.
Ze willen allemaal graag.
Dus gewoon doen.
Dus dat is wel echt een opdracht.
Een mooie opmerking.
Bij die afspraken die we met de corporaties
willen maken, zit de Woonbond ook aan tafel.
Die doet ook gewoon mee. Als we er
met z'n allen uitkomen, tekenen ze ook mee.
Die hebben ook een netwerk
lokaal en regionaal.
Zo probeer je ook op nationaal niveau...
een soort betrokkenheid te krijgen
van degenen die er al wonen.
Maar we doen die dingen ook voor mensen
die er nog niet wonen.
Die stem, dat is altijd ingewikkeld...
-De toekomstige inwoners, ja.
Hoe zorgen we
dat dat gesprek op ooghoogte ook...
dat jullie ook goed geëquipeerd worden?
We vragen veel van die corporaties.
Wat hebben jullie nodig in dit programma?
Dat verschilt.
Ik geef een aantal voorbeelden.
Ik denk ook dat het goed is als we dit programma
met elkaar doen en het met elkaar eens zijn.
Ik hoop dat we daar op korte termijn
ook een handtekening onder kunnen zetten...
zodat ook gemeentes
zich hieraan kunnen committeren...
en ook beseffen wat de opgave is
en hoe wij elkaar kunnen ondersteunen.
Welke drempels zie je dan voor je?
Het is voor gemeentes, maar dat kan
de buurvrouw veel beter vertellen...
Ik denk dat het voor gemeentes een uitdaging is,
net zoals voor ons als corporaties.
Maar de gemeenschappelijke wil en elkaar kunnen
aanspreken zodat we echt wat kunnen doen...
dat hebben we wel nodig,
dus we hebben wel die landelijke afspraken nodig.
En wat wij ook nodig hebben,
is de ruimte op lokaal niveau...
om soms te kunnen afwijken
van wet- en regelgeving.
Bijvoorbeeld?
-Nou ja, weet je...
Je noemde het lijstje van de aandachtsgroepen.
Ik zat een tijdje geleden met Bianca.
Zij is Sinti-woordvoerster geworden.
Ze was heel erg bezig
om haar eigen woonwagen te krijgen...
en was bezig te regelen dat er een woonwagen was
met een chassis eronder.
Want dat is waar ze cultureel recht op hebben.
Ik denk dat wij ook nodig hebben dat mensen
ons kritisch bekijken en bevragen...
en ons dwingen misschien net over een grens
te gaan, wat we eigenlijk niet zouden willen.
Wat betekent dat voor dat werk
van die ambtenaren of bestuurders?
Ik zou het liefst hebben
dat ze uit die torens komen waar ze zitten.
Daar kunnen we het straks nog over hebben,
maar dat ze gewoon op straat mee gaan werken.
Ik denk dat het voor ambtenaren
het meest belangrijk is...
dat als ze dat maatwerk leveren,
dat bestuurlijk afgedekt is.
Dat is permanent een gesprek,
niet op het moment dat het speelt...
want dan moet je kunnen acteren,
maar achteraf:
Wat hebben we nou gedaan?
Wat leren we ervan?
Moeten we de regel misschien aanpassen?
Dat is heel essentieel.
Ja. Fabian geeft nog aan:
Complexe wet- en regelgeving
betreffende vergunningstrajecten...
voor 'tijdelijke woningen'
staan haaks op de benoemde urgentie.
Welke opties zien jullie
om toch die processen te versnellen?
En jullie zijn daar niet de enige in,
want dat speelt bij alle gemeenten.
Ja, ik zie die regelgeving niet als een handicap.
Maar als je die tijdelijke woningen koopt,
moeten ze wel een tijdje in exploitatie komen.
Dat is de discussie
die we met de corporaties hebben.
En dan is tien jaar echt te kort.
Dus wij zijn in de regio aan het kijken
of ze kunnen rouleren.
Dat lijkt heel vrolijk, maar als je die locaties
wist, had je daar ook al tijdelijk neergezet.
Dus daar moet je
iets van een risicoafdekking op doen...
want over tien jaar is er vast weer een plek
waar je ze neer kan zetten.
Dus gewoon toch afspreken met elkaar.
En wat die regelgeving betreft:
vaak wordt er gezegd: ja, regels...
maar waar een wil is,
is in mijn ervaring altijd een weg.
Artikel 5, heb ik weleens geleerd.
Juist voor woningen op tijdelijke locaties
is het eigenlijk al relatief eenvoudig...
om tot besluitvorming te komen.
Dus daar zit denk ik niet het grootste probleem,
wat wel zo is, wat de wethouder terecht zegt:
Wij denken na over
een soort van garantieregeling...
zodat je eigenlijk bevordert
dat als je tijdelijke woningen aanbiedt...
dat je dan ook het risico afgedekt kan krijgen...
op het moment dat die locatie ophoudt omdat er
iets permanents moet komen of iets anders.
Want je hebt met elkaar gewoon te maken met...
-Nee, en daarnaar zijn we aan het kijken.
Als we dan tegen die investeerders zeggen:
Mocht dat probleem zich gaan voordoen,
dan is er een soort risicoafdekking.
Dat gaat enorm helpen bij de besluitvorming
over die business case.
Ik denk ook dat wat enorm gaat helpen:
Het beeld is dat in die tijdelijke woning
alleen mensen met een rugzakje komen...
of alleen statushouders.
Veel mensen die vandaag scheiden
die dringend op zoek zijn naar een woning...
We horen van ouders
die bij hun kinderen in de buurt willen blijven.
Ook het beeld dat het alleen die groep is...
We moeten serieus kijken wie daar komen wonen
en er ook in de toewijzing...
Maar dus ook in de communicatie,
dus niet alleen maar in de procedure.
Het is een ventiel voor je huidige woningmarkt,
voor alle woningzoekenden...
en die laat je landen
op de meest passende plek.
Je moet uitkijken om niet een enclave te maken
van één doelgroep. Dat lijkt me niet handig.
Afrondend in dit blok.
-Mag ik nog één ding zeggen?
Want je ziet daar...
Ik weet niet of dat te zien is voor de kijker...
maar dat is dus een gemengde woonvoorziening.
Daar zitten niet alleen maar statushouders
of alleen maar arbeidsmigranten...
maar het is een gemengde woonvoorziening
en er zit dus van alles door elkaar.
Dat genereert ook meer draagvlak lokaal,
ook politiek.
Daar moeten we veel meer naartoe.
Ik kan me voorstellen: als je aan de voorkant
die toekomstige inwoners elkaar laat ontmoeten...
krijg je minder zienswijzen en zo op je bord.
-Dat hopen we dan.
En voor de integratie is het hartstikke belangrijk.
-Goed. Laatste opmerking nog.
Ja, ik wil aansluiten op de opmerking...
dat het grootste probleem niet
in de regelgeving zit. Dat geloof ik ook.
Ik denk dat het juist zit in de driehoek
van gemeente, corporatie en zorgorganisatie...
die met z'n drieën de wil hebben
om tot oplossingen te komen. En dan lukt het.
Al de hobbels die er komen,
daar vind je oplossingen voor.
Nogmaals weer: eerder aan tafel,
eerder in dat proces meegenomen.
Mooi. Dank jullie wel.
We gaan door naar het volgende onderdeel.
Wij gaan verder praten over het eerlijk aandeel.
Zojuist kwam al even
dat getal van 30 procent voorbij.
Daar zit een bandbreedte bij,
werd al genuanceerd in de chat.
Daarover gaan we praten
met Karin, Ger, Chris en Fred.
Maar eerst weer naar Yvonne als kwartiermaker.
Waarom is het getal van 30 procent sociale huur
opgenomen in het programma?
Dat staat behoorlijk zwart op wit.
-Ja, dat klopt.
Dat is ook wel heel bewust.
Ik merk ook dat dit eigenlijk
heel veel aandacht trekt, juist ook in de regio.
Dat gaat wellicht ook schuren, maar we hebben
met elkaar gezegd: het is belangrijk...
want we willen een meer evenwichtige verdeling
van de sociale huurvoorraad.
Als je kijkt: waar staan de sociale huurwoningen...
waar mensen met lage inkomens
en aandachtsgroepen op zijn aangewezen?
Die staan behoorlijk geconcentreerd.
Er zijn grote verschillen.
Er zijn gemeenten met 15 procent
sociale huurwoningen in de woonvoorraad...
en andere gemeenten met meer dan 30 procent.
We hadden het net al over leefbaarheid.
Dat zet de leefbaarheid in sommige wijken
onder druk...
en ook drukt dat zwaar
op een aantal gemeenten...
omdat een deel van de mensen ook meer beroep
moet doen op maatschappelijke ondersteuning.
Daarom, en omdat we voorstander zijn van
een inclusieve samenleving, hebben we gezegd:
Laten we een streven introduceren
dat gemeenten toegroeien naar die 30 procent.
Er zullen nu deelnemers aan dit webinar
kijken en knikken en denken:
Wij horen inderdaad bij die gemeenten die redelijk
vooraan staan om mensen een plek te bieden.
Er zullen ook mensen zijn die denken:
ik weet niet hoe ons dashboard eruitziet...
maar wij belanden ergens op die 15 procent.
Wat is de heldere boodschap aan die gemeenten?
De heldere boodschap is: er komen huizen bij.
Dat gaf Chris net ook al aan.
We gaan ook afspraken maken
met provincies en gemeenten.
Laat dan bij nieuwbouwwoningen zien
dat je stappen zet naar die 30 procent.
Dus dat hoeft echt niet morgen.
Maar laat dan wel zien in de regionale woondeals
die nu worden gesloten...
dat je groeit van 15 naar 17 en 18 procent.
We willen groei zien op die dashboards.
-Precies.
Mooi om te horen. Dank je wel.
Chris, is het dan zo dat daar raadsleden
de vinger aan de pols houden...
of zijn de mensen van het programma dat zelf?
Hoe gebeurt zoiets?
Ik hoop dat de gemeentes zelf, en ook regio's...
maar dat zei de wethouder net ook al,
dat ze dat zien.
En als je nu je plaatje maakt
regionaal, voor deze regio...
dan zie je grote verschillen tussen gemeentes
in het percentage sociale huur.
Kunnen we dat iets eerlijker maken?
Mijn minister zegt altijd, de fair share
wat iedereen op dit vraagstuk neemt...
mogen we dat wat gelijkmatiger
over de gemeentes verdelen?
Dat betekent niet dat die 30 procent
voor iedereen de norm wordt.
Want dan zou je ook kunnen zeggen:
Ik zit in sommige wijken of sommige regio's
op wel meer dan 30 procent.
Mag ik dan afschalen of zo, weet je wel.
Dat is niet het idee, maar je wil wel
dat het gewoon eerlijker verdeeld wordt.
Dat is nodig
zodat we allemaal naar die diversiteit...
en die gemengde samenstelling
van dorpen en steden kunnen komen.
Fred, waarom ben jij zo blij met dit getal?
Waarom is die fair share ook
voor jouw doelgroep zo belangrijk?
Ik heb hier iets meegenomen,
Zo doen we dat, leefbare en vitale buurten.
Daar hebben we ook een webinar over gehouden,
en dit helpt wel om met streefwaardes te werken.
Want we kunnen er lang over praten,
maar we moeten vooral dingen gaan doen.
Dan is een streefwaarde ontzettend belangrijk
om in beweging te komen.
Ja.
-Dus dat gaat helpen.
En dat geeft waar de goede dingen gebeuren
meteen ook resultaatgerichte gesprekken.
En trots als het lukt.
-Jazeker.
Want in plaats van het getal op te vatten
als een soort heilig moeten...
draai je het eigenlijk om en zeg je:
we hebben nu een gemeenschappelijk doel.
Ja, en dan ook resultaatgericht.
Want we zijn het vaak eens over de inhoud,
maar het moet wel gebeuren.
Ja, en zo doen we dat.
Dat is meteen ook een vraag de andere kant op.
Hoe hebben jullie dat dan al gedaan
en hoe gaan jullie dat verder doen?
We zijn gestart in een wijk en kijken vooral
naar die samenwerkwijze die we in die wijk doen...
voor al die huurders.
Ouderen, ggz-cliënten, het maakt niet uit,
dat zijn de inwoners van de wijk.
Wij werken met de woningbouwcorporaties,
welzijnsorganisaties, zorgorganisaties.
Ger gaf dat al zo mooi aan:
we gaan in gesprek met die wijkraad.
Wij vragen de mensen waar problemen spelen:
Wat wil je nu? Wat kun je zelf of je omgeving?
En wat heb je nodig?
Wat voor gesprekken zijn dat? Kun je mij
zo eentje schetsen ergens in een zaaltje?
Nou ja, dat is bij een gezin
waar problematiek met de kinderen is.
We hebben in die wijk ook gezegd
met de gemeente Oss:
We gaan daar eigenlijk beschikkingsvrij werken.
We doen wat nodig is.
We gaan niet meer kijken naar reisafstanden
met kilometervergoeding voor speciaal onderwijs.
Dat wordt gewoon gedaan in het huis.
De woningbouwcorporatie verbouwt de zolder.
Dat betekent dat die twee jongetjes
niet meer bij elkaar op de slaapkamer hoeven.
De alleenstaande moeder kan blijven werken.
Dus daar voorkomen we veel dingen.
Dat is aan zo'n tafel als deze ontstaan
met de mensen die ertoe doen...
en niet met twaalf hulpverleners,
maar met z'n vijven.
Ja.
Zo kan ik tal van voorbeelden noemen.
Dit kan niet zomaar plaatsvinden,
maar met de wil en een vrij makkelijke methode.
Drie vragen, heb ik begrepen.
Precies, drie vragen
en dan vier, wat de oplossing is.
Want die vragen net: wat heb je nodig?
Ik weet het niet uit het hoofd.
Wat wil je? Wat kun jezelf of je omgeving?
En wat heb je nu nodig?
Ja, langs die drie vragen
komen we op goede antwoorden.
Dat betekent dus wel dat in bepaalde gemeenten
die 30 procent echt nog gehaald moet worden.
Hoe gaan we dat met elkaar invullen?
De onderliggende gedachte is dat we een betere
verdeling en een betere menging willen.
Yvonne zei dat net ook al,
die is wel heel erg wezenlijk hierin.
De belastbaarheid.
-Ja. En die 30 procent gaat natuurlijk werken.
Het mag niet een excuus zijn
voor de grotere steden om te zeggen:
Wij hebben die 30 procent al ruim gehaald.
De komende jaren moet je niet bij ons zijn.
Ga vooral naar de omliggende dorpen.
-Ga naar Wassenaar.
Ga naar Wassenaar, bijvoorbeeld.
Ik denk dat daar nog het nodige bij gebouwd
moet worden. Dat is een persoonlijke opvatting.
Maar ik hoor het nu ook al in gesprekken
met de verschillende wethouders die ik voer.
Ze realiseren zich wel:
die 30 procentvraag ligt er.
Je ziet ook bij nieuwbouwprojecten...
zeker met de prijzen die vaak voor honderd
procent naar ontwikkelaars toe gingen...
dat daar toch die insteek komt: die 30 procent
moet in zo'n project meegenomen worden.
Daarmee komt er al een grotere menging...
ook op andere locaties dan de klassieke wijken
waar wij werkzaam zijn.
Dus ik denk dat dat wel gaat helpen.
Er wordt nu ook ruimte gegeven van 17 of 18,
als er maar beweging naar boven zit.
Ik denk: laten we een tijdje vasthouden.
30 procent als minimum is nodig
Dat wordt jouw motto.
Als we dan nog kijken naar verdringing,
want die die term valt ook vaak.
Hoe zorgen we dat die kwetsbare doelgroepen
ook geprioriteerd worden?
Want ik kan me voorstellen dat het nog lastig is
om daarin de goede keuzes te maken.
We hadden het over die koplopers.
We kijken in Parkstad of we met z'n allen
een soort sociale toewijzing kunnen organiseren...
waarbij de verschillende zorgpartijen,
gemeenten, corporaties aan tafel zitten...
en kijken of we deze toewijzing naar de locatie,
naar de woningen toe...
gemeenschappelijk kunnen doen.
Of we ook 'deskundigen' kunnen laten kijken
wat de vragen zijn.
We denken met deze manier van toewijzen
ook meer van die eerlijke verdeling te krijgen.
Want anders heb één groot blok urgentie.
Ja, en dat moet je zeker niet hebben,
met de mensen die ook op wachtlijsten staan.
Precies.
Karin, hoe ga jij daarmee om als bestuurder?
We hebben twee dingen afgesproken
in de regio waar wij actief zijn, in Haaglanden.
In Haaglanden zijn net
nieuwe woonmarktafspraken gemaakt...
waarin elke gemeente beweegt naar het
regionaal gemiddelde van de sociale huursector.
Dat is echt niet allemaal op korte termijn
die 30 procent.
Daarnaast hebben we in beeld gebracht in die hele
regio wat de uitstroom uit voorzieningen is...
en gekeken of we dat aankunnen met elkaar.
Nou, dat kan.
Eigenlijk heeft elke gemeente in haar
prestatieafspraken ongeveer die 30 procent...
van de reguliere verhuringen gezet
die naar specifieke doelgroepen kunnen gaan.
In die zin hebben we daar
hele concrete afspraken over.
En die prioritering om te voorkomen dat je dan
nog steeds mensen heel erg teleurstelt...
daar zie je wel een goed instrument in.
-Ja, we hebben die aantallen in beeld...
dus we weten wat er op ons afkomt
in de volgende periode...
en dan is het heel erg kijken:
waar kan iemand het beste landen?
Maar het volume is gewoon hartstikke helder.
Er komen behoorlijk wat vragen binnen,
dus daar ga ik even langs.
Vanuit de provincie Zuid-Holland.
Er zijn gemeenten met weinig sociale woningbouw.
In de stukken lezen we over die 30 procent.
Hoe zorgt het Rijk dat de provincies genoeg
instrumenten krijgen om ervoor te zorgen...
dat elke gemeente zijn eerlijke aandeel levert?
Dus we hebben het even over worst case.
We gaan natuurlijk uit van best case,
dat iedereen er hard op gaat lopen.
Maar stel je voor.
-Dat is een hele terechte vraag.
We hebben aan de provincies gevraagd
om in beeld te brengen...
als wij naar 900.000 woningen moeten in 2030...
hebben jullie daar dan voldoende plannen voor
en hoe zien die er dan uit?
En hoeveel van die plannen
is dan betaalbaar en sociaal?
Ja, want daar komt ook nog een vraag over.
Wat is dan de definitie van betaalbaar en sociaal?
Ja, we zijn nog wat botsproeven aan het doen.
Het makkelijke antwoord is natuurlijk gewoon
de corporatiegrens. Dus dat is het sociale.
We hebben natuurlijk een betaalbare eis
en dat zit weer iets hoger dan alleen sociale huur.
Zoveel procent van je inkomen.
-Ja, zoveel procent van je inkomen.
Dus dat zit tussen de 1000, 1250 euro per maand
wat wij ook nog betaalbaar vinden.
Maar dat verschilt weer per regio.
We hebben het ook over koop dan.
We zitten nog even te kijken:
hoe modificeren we dat?
Dat is in Groningen een ander antwoord
dan in Zuid-Holland.
En die definitie is gewenst
omdat je nu al met die plannen moet...
Zeker. Dus rond die betaalbaarheid...
Sociale huur is makkelijk,
want dat is gewoon gegeven.
We brengen dat in beeld en gaan met die
provincie in gesprek als die plannen te weinig zijn.
Vervolgens moet die uitwerking plaatsvinden.
Daar zei de wethouder al wat over.
Vervolgens moeten we kijken of het sommetje
dat we hebben afgesproken, gerealiseerd wordt.
Zo niet, dan zullen wij toch de gesprekken
moeten gaan voeren met de provincies.
Wij maken dus ook
een wet Regie op de volkshuisvesting.
Daarmee zorgen we er ook voor
dat at the end...
We gaan uit van ieders goede bedoelingen...
maar als dat niet zo is, kunnen we uiteindelijk
tot op het niveau van de corporatie ingrijpen.
Daarbij is wel belangrijk
dat het langjarig beschikbaar is...
want dat zag je afgelopen jaren wel lastig zijn.
Dat sociaal bijvoorbeeld
niet door een corporatie gebouwd werd...
en vervolgens, dat was wel heel extreem, maar
bij die eerste verhuur al niet meer sociaal was.
Nee.
-Dat wil je natuurlijk echt niet.
En dat speelt in stad en land, dorpen...
Daar gaan we dus regels voor stellen
vanuit de definitie van sociale huur.
En de dingen die we sociale huur noemen
omdat de corporaties die doen...
hebben ook bepaalde verplichtingen
die daarmee te maken hebben.
Ook als die vanuit een private partij komt,
hebben ze daar ook een paar verplichtingen bij...
die rechtvaardigen
dat je het sociale huur mag noemen.
Ja. En er wordt gesproken over hoe je zorgt
dat provincies genoeg instrumenten krijgen.
Ik ga ook even naar Yvonne, want ik kan
me ook voorstellen dat een vraag kan zijn:
Hoe zorgen we ervoor
dat we voldoende formatie hebben...
maar ook voldoende mensen, bouwers?
Corporaties hebben zaken nodig.
Hoe krijgen we voldoende mensen hierbij?
Klopt, een terecht punt. Ik heb een enquête
gelezen onder gemeenteambtenaren...
en dit bleek één van de grootste knelpunten
om de opgave te realiseren.
Wij komen met de regeling flexpools.
Die is er al,
maar die wordt dus nog een keer voortgezet.
Dus er komt de komende twee jaar
twee keer 40 miljoen bij...
voor de medeoverheden, echt voor handjes.
Ook die regeling gaat in het najaar open.
Goed. Dat we het niet alleen hebben
over instrumenten...
maar dat we ook de mensen hebben
die het daadwerkelijk kunnen doen.
Er komt hier een vraag binnen van Judith.
Misschien, Fred, dat jij daar antwoord op hebt.
Belangenorganisaties
voor jongere dak- en thuislozen vrezen...
dat van ongekwalificeerde inzet van 30 procent
sociale huur de verkeerde prikkel uitgaat...
en de uitdaging waarvoor wij staan
niet opgelost wordt.
Het is best een abstracte vraag.
Dus ik zit even uit te zoeken
wat hiermee bedoeld wordt.
Judith, als je nog een specificatie kan geven,
zijn we daar blij mee.
Laat ik 'm ietsje breder stellen:
denk jij dat er doelgroepen van de tafel vallen...
of dat er blind spots ontstaan
voor bepaalde doelgroepen?
Ik denk dat juist door de integrale aanpak,
ook aan deze tafel, we steeds beter worden...
in het vinden van die blind spots.
In de uitwerking van de aantallen en
wat we in die wijk doen met mooie voorbeelden...
dat we daar goede aandacht voor hebben
en hoe we ze oppoppen...
ja, dat vind ik ook een bestuurlijke taak.
Dan is het ook het omarmen
en ermee aan de slag gaan.
Dus eigenlijk is het ook onderdeel van het proces.
Die integrale aanpak zorgt ervoor
dat je ook de bijbehorende oplossing biedt.
Want ik vind het mooi met streefwaarden
en met voorbeelden...
maar het proces te doorlopen met resultaat
is ook een eigen proces van de regio.
Dat is ook zo belangrijk
om het tot een succes te maken.
Natuurlijk hebben die allemaal
wettelijke instrumentaria.
Maar dan begint het eigenlijk met de wil
en de corporatie...
het samenwerken om die dingen te bereiken,
dus ik denk dat die daar mooi invalt.
Ik kan me bij die jongeren wel voorstellen
ongekwalificeerd dat je niet snapt...
dat die jongeren bijvoorbeeld
een collectieve voorziening nodig hebben.
Dus je moet wel heel goed nadenken
voor wie je bouwt...
of hoe je je voorraad zo aanpast dat de doelgroep
jongeren daar ook goed plek in kan vinden.
En ga met ze in gesprek.
Dat doen woningcorporaties ook.
En dat draagvlak? Want er komt er een vraag
binnen. Er stroomt van alles binnen...
dus ik wil zo veel mogelijk beantwoord krijgen.
Graag ook aandacht voor draagvlak
en hoe het Rijk dat kan helpen vergroten.
Meer urgenties voelt voor velen
die ook wachten als urgentie-inflatie.
Als iedereen urgent wordt,
dan wordt het wel heel spannend.
Of het steeds groter aantal lokale partijen
in de gemeenteraad..
het draagvlak voor bijzondere doelgroepen
zeer ondersteunt vraag ik mij af.
Ik denk dat jij daar wel op aanslaat.
Dat is precies wat we met corporaties
hebben afgesproken...
die 70 procent regulier verhuur,
en ook daar is krapte, dat is nu eenmaal zo.
Daar heb je, denken wij, nog net de grens waarin
er voor het normale systeem nog draagvlak blijft.
Je kan nooit honderd procent langjarig
alleen maar aan urgenten toewijzen.
Dat gaat er iets niet goed in je systeem.
-Karin is de uitzondering in Nederland.
Ze is de enige wethouder bij mijn weten
die wonen en zorg in de portefeuille heeft.
Dat zou bij deze verkiezingen
toch goed zijn geweest...
met minder wethouders op die verschillende
domeinen, want dat zou wel wat betekenen.
Dat is een mooi linkje naar de woonzorgvisies.
Daar gaan we zo meteen over praten.
Ik sta mijzelf toe om nog twee vragen
kort er even bij te pakken.
Even kijken wat er nog meer binnenkomt.
Judith zegt: Sorry dat ik onduidelijk was.
Worden er naast het algemene percentage ook
prestatieafspraken per aandachtsgroep gemaakt?
Nou, dat is heel moeilijk
om dat op aantallen te doen.
Als je die uitstroom weet, dan weet je dat je
voor specifieke groepen iets moet gaan doen.
Dus wij zijn wel degelijk ook met jongeren
of jongerenorganisaties in gesprek...
om daar specifiek aanbod voor te maken.
En dat kent natuurlijk ook instroom en uitstroom,
dus dan heb je dat ook voor elkaar.
Ik kan nog wel iets concreets zeggen.
In het programma staat dat we dat nog niet doen...
maar dat we wel goed kijken
naar hoe het proces zich ontwikkelt...
en of dat at the end toch niet nodig is.
Het begint natuurlijk met kennis.
Hoe ontwikkelt mijn woningvoorraad zich?
Waar zit eigenlijk de behoefte,
wat stroomt er uit?
En we hebben de mogelijkheid
van een huisvestingsverordening.
Daar kan je gewoon in regelen
wie je aan een woning wil helpen.
Niet elke gemeente
heeft overigens een huisvestingsverordening...
dus wij zeggen ook:
maak een huisvestingsverordening.
Maar zo meteen komen we op de woonzorgvisies.
Dan kan je ook expliciteren wat je wil.
-Ja, precies.
Dan gaat er wellicht een situatie ontstaan:
Misschien is het wel logisch dat wij vaster sturen
op een aantal daklozen wat we moeten huisvesten.
Dat moeten we terugzien in de voorraad
en in de nieuwbouw.
Ja, en Pieter heeft daarbij nog het aandachtspunt:
Het is belangrijk om de maatschappelijke
woningbehoeften leidend te maken...
in de gemeentelijke bouwplannen,
resulterend in een juiste verdeling.
Dus als je maar goed dat gesprek voert,
wordt vanzelf duidelijk...
We ondersteunen, dus je hebt best ook
veel instrumentarium zo langzamerhand...
om als je dat beleid wil,
dat ook uitgevoerd te krijgen.
En nog een paar vragen.
Ik kom zo nog bij je.
De definitie van die sociale huur,
is dat enkel corporatiewoningen...
of ook particuliere sociale huur,
zijn dat instellingen?
Daar hadden we het net over,
dus in de corporatie is het gedefinieerd.
Er is ook, wat de wethouder zei, nep-sociale huur.
Dat wordt neergezet als sociale huur...
maar op het moment dat de huurder verdwijnt,
knallen de prijzen omhoog.
Maar valt die dan erbinnen of erbuiten
in de metingen?
Nee, we gaan nu formuleren wat sociale huur is
en dat valt er dan binnen.
En dus niet die nep-sociale huur.
-Nee, geen nep.
Misschien nog over de prestatieafspraken.
We praten snel over landelijke prestatieafspraken.
Maar we maken ook op gemeentelijk niveau
prestatieafspraken...
waarbij ook de vertegenwoordigers
van de huurders zitten...
en wat betreft voor die vraag van de jongeren:
Dat soort afspraken op dat detailniveau
gebeuren in die lokale prestatieafspraken wel.
Dat is landelijk nog een zoektocht, denk ik.
Maar dat gebeurt wel.
Daar sluit ik graag bij aan. Het kwalitatieve aspect,
maar het ook flexibel te maken.
Naarmate je verder gaat specificeren
en daarop gaat bouwen...
heb je dat straks weer
met een andere doelgroep niet.
U wees naar die plaat daar.
Dit is juist het verspreid wonen. Dat zorgt ervoor
dat die woningvoorraad ook flexibel is...
want anders moet je het over een tijdje
weer aanpassen. Dat kan natuurlijk niet.
Mooi.
Andere aanvullingen nog op dit front?
Nee, ik heb wel
een hele particuliere opvatting.
Ik denk eerlijk gezegd: corporaties zijn
in het leven geroepen om sociaal te bouwen.
Benut ze daar zoveel mogelijk in.
We hebben van jullie al goed gehoord
wat jullie vinden over die 30 procent.
Er komen ook al wat reacties binnen op de chat,
maar we zijn ook wel benieuwd.
Dus laat nog even weten:
wat vind je van die 30 procent?
Welke kansen zie je daar absoluut mee
en misschien ook nog wel welke drempels?
Wij gaan door naar het volgende blok en daar
hebben we al een klein linkje naar gemaakt.
De woonzorgvisies.
Zoals gezegd,
we hebben niet alleen de stenen nodig...
maar juist ook dat sociale cement,
dat je onderdeel bent van een netwerk...
en dat we daar met elkaar zorg voor dragen.
Niet alleen dus plannen maken
voor mensen die ergens nieuw komen...
maar ook voor de mensen die er al zijn.
Daar gaan we verder over praten
met Karin, Ger, Ineke en Fred.
Ja, en zo'n woonzorgvisie. Die term resoneert
misschien al bij een aantal van ons...
maar voor sommige mensen zal het nieuw zijn.
Fred, hoe kom je tot zo'n woonzorgvisie?
-Die integrale aanpak, hè.
Ga erover in gesprek
en bouw het alsjeblieft op vanuit de wijk.
Ga niet alleen aan bestuurlijke tafels zitten,
maar wat er nodig is...
Wij doen dat ook met de gemeente,
met welzijnsorganisatie en woningbouwcorporatie.
Dat is een gezamenlijk traject en je maakt
een goede scan van een wijk, wat nodig is...
de aandachtsgroepen, zoals ze genoemd worden.
Hoe zorg je dat die aan tafel komen?
Ik weet ook, als je veel stress hebt
van wat voor factor dan ook in je leven...
is het laatste waar je aan denkt een uitnodiging
van gemeente of corporatie om mee te praten.
Dus hoe zorgen jullie
dat je echt iedereen aan tafel krijgt?
In die wereld, die voor mij toen ook nieuw was...
merkte ik dat woningbouwcorporaties
dat al regelmatig doen en gemeentes ook.
Maar als je het integraal doet, je nodigt mensen
in de raadszaal uit of ergens in een theater...
dan ga daarover in gesprek
en doe je het veel integraler.
Dus ga niet alles opnieuw doen,
maar ga dingen combineren.
Ineke, wat is jouw leidraad
voor zo'n goede woonzorgvisie?
Heel veel herken ik bij wat Fred zegt,
heel goed.
Wat mij echt aanspreekt
aan zo'n woonzorgvisie...
is dat je in één keer
naar het geheel probeert te kijken.
Dus dat je inderdaad voorkomt
dat je één doelgroep identificeert....
en een maand later
allemaal weer een andere kant op gaat.
Je probeert echt een volledig beeld te krijgen.
Ik denk ook dat het goed is om daarbij
de belastbaarheid van wijken mee te nemen.
Dus dat je niet een bepaalde concentratie
in een wijk krijgt...
en je daardoor
weer nieuwe spanningen zou kunnen krijgen.
Zo meteen kom ik bij jullie ook nog
voor ingrediënten van zo'n goede woonzorgvisie.
Maar ik ben natuurlijk benieuwd, Yvonne,
waarom staat dit zo specifiek in het programma?
Welke rol kan het hebben?
Welke functie?
Kijk, je kunt wel zorgen voor huizen...
maar die huizen moeten natuurlijk aansluiten
bij de mensen die daar behoefte aan hebben.
Dat gaat zowel kwantitatief als kwalitatief.
Karin lichtte net al toe hoe jullie dat doen
in de regio Haaglanden.
Maar we zouden graag zien dat alle gemeenten
ook samenwerken in regionaal verband...
en ook zelf kijken: wat is
de kwantitatieve behoefte aan huisvesting...
van bijvoorbeeld studenten,
voor uitstroom uit de maatschappelijke opvang...
voor uitstroom uit de ggz,
en welke ondersteuning is daarbij nodig?
Dus de woonzorgvisie moet dat in kaart brengen,
dat stem je regionaal af.
Daar maak je prestatieafspraken over zodat er
ook passende ondersteuning bij wordt geleverd.
Ik kan me voorstellen
dat op de loer ligt dat je met elkaar zegt:
We weten nog niet alle aantallen,
het blijft in de abstractie.
We tekenen een convenant
en we gaan weer vrolijk verder.
Wat bieden jullie aan
om het zo praktisch mogelijk te maken?
Ja, heel belangrijk.
We moeten echt leren van elkaar.
Er zijn regio's die al koploper willen zijn hier,
die het ook voor een deel al doen.
Dat gaan we dus ook
met expertise begeleiden.
We willen daar producten bij ontwikkelen
zodat we die kennis ook kunnen valideren...
en breed verspreiden,
dus dat zonder meer.
Daarnaast heb ik ook benoemd
die flexpoolregeling, die twee keer 40 miljoen.
Die is ook beschikbaar om gemeenten
te ondersteunen bij die handjes...
zodat die woonzorgvisie er gaat komen.
Het gevoel van urgentie hebben we allemaal,
anders waren we hier niet.
Maar even in de tijdlijn en waar
die woonzorgvisies ergens moeten landen.
Ja, die gaan dus ook landen
in het wetsvoorstel Regie volkshuisvesting...
waar Chris het over had.
We streven ernaar
dat die per 2024 in werking treden.
Maar we zouden het zonde vinden
om te wachten tot die wet er is...
want het kan nu al, dus ga ermee aan de slag.
Super dat vijf regio's hebben gezegd,
en elke dag eigenlijk melden zich meer:
We gaan het nu doen,
en daar willen we van leren...
want het helpt om die producten te ontwikkelen
en het beleid te verbeteren.
Je hoeft misschien niet het hele model zelf
uit te vinden. Daar zijn al voorbeelden van.
Mooi om te horen. Karen knikt al bij dat woord
voorbeeld. Vertel eens, hoe is dat bij jullie?
Bij ons startte het in Delft. Wij hebben
al een tijd een Langer en Weer Thuis-agenda...
zowel voor ouderen
als voor mensen die uit instellingen komen.
Dat is heel concreet: Wat is er voor woning nodig,
wat hebben we al en wat moeten we toevoegen?
Eigenlijk is dat op regionaal niveau
vooral op kwantiteit gedaan.
We hebben best wel een redelijk beeld
van wat er moet gebeuren de komende tijd.
De afspraak is ook dat je dat lokaal
weer in je prestatieafspraken meeneemt.
Dus wij hebben nu een addendum
aan onze prestatieafspraken...
waar ook vrij helder in staat wat we gaan doen.
Je noemde kwantiteit. Het woord kwaliteit
is hier ook veelvuldig genoemd.
Hoe zorg je ervoor
dat het ook nog weer eens geborgd is...
en dat ook de belastbaarheid van die wijken
en de huidige inwoners worden meegenomen?
Ja, daar probeer je de cijfers te benutten
die de corporaties gebruiken...
van veerkracht, wat gebeurt er in die wijk...
maar ook de kennis
van complexbeheerders en sociaal beheerders...
en de kennis van een corporatie,
van: wat kan hier?
Maar vooral ook dat vangnet in de wijk,
dus zorgen dat die steun er is...
zowel voor de zittende
als voor de nieuw komende bewoner.
En Ger noemde het al.
Het gebeurt niet zo vaak dat een wethouder
beide domeinen in portefeuille heeft.
Er zullen ongetwijfeld nu bestuurders denken:
Ja, nu moet ik straks eerst
m'n collega-wethouder bellen...
en we moeten teams van ambtenaren
bij elkaar krijgen en externe partijen...
die dezelfde taal gaan spreken.
-Dat is vooral het grootste probleem.
Het verschil tussen het sociaal domein
en het fysiek domein...
is dat ze ook echt een andere taal hebben.
-En structuren.
Zeker. Maar je hebt vast wel een ambtenaar
in je organisatie die die link kan leggen.
Benut dat dan ook
en ontwikkel ook die gemeenschappelijke taal.
Hoe doen jullie dat?
We hebben ook een zorgkantoor
waar we intensief mee samenwerken.
Die hebben bijvoorbeeld voor de ouderenzorg,
even een ander onderwerp...
We moeten in 2024 zoveel verpleeghuisplekken
erbij bouwen.
Ja, dat kan natuurlijk niet,
want vastgoed is heel traag.
Dus je probeert met elkaar naar je eigen
perspectieven en je eigen taal te kijken...
maar elkaar ook te leren snappen.
Mooi. En daar moet je tijd voor nemen.
-Zeker.
Vaak zitten we zo in allerlei Outlookverzoeken back to back.
We nemen er te weinig tijd voor.
Norbert Thijssen geeft al aan:
Een ingrediënt voor een woonzorgvisie
is een wijkgericht veerkrachtonderzoek.
Die term zal jou en de anderen
ook bekend voorkomen.
Voor de gemeenten
die daar nog niet mee zijn begonnen...
of partijen die daar te weinig van weten:
hoe richt je dat in met elkaar?
Nou, je moet er samen aan werken.
En je moet al die informatie die beschikbaar is
daadwerkelijk daar een plek in gaan geven.
We hebben heel veel informatie natuurlijk.
Wij komen als corporatie veel in de wijken,
de gemeente ook.
Handhaving, toezicht, noem het maar op.
Je kunt op zoveel plekken...
Een voorbeeld dat misschien niet
zo voor de hand ligt:
We werken veel met technische bedrijven...
die technisch naar de woningen kijken
en daar reparaties doen. Een lekkende kraan.
We hebben ze in huis getraind
om ook andere dingen te zien.
Zeg maar voor het gemak:
de dode vliegen achter het gordijn.
Dat kost je veel tijd.
Dan leer je een taal met elkaar spreken.
Maar daar komt allerlei extra informatie bij elkaar
waarmee je dan kunt zeggen voor deze wijk:
Misschien moet ik net op dit punt of op dat punt
gaan richten. Die kennis is heel belangrijk.
Bij signalering komt ook direct
de term AVG ter sprake.
Wat hebben jullie nodig om met elkaar goed
die veerkracht te onderzoeken?
We hebben laatst een tweedaagse gehad
waar we toevallig allebei waren.
Daar kregen we een introductie op de AVG
waarbij ik in elk geval opkeek.
In de AVG is in die zin,
waar de noodzaak echt aanwezig is...
veel meer mogelijk dan we soms denken
en ook veel meer mogelijk dan gedacht wordt.
Ik denk dat we daar met elkaar
wel over die grens heen moeten gaan.
Je moet het alleen goed onderzoeken
en opschrijven en regelen.
Het moet relevant zijn.
-En dan kan er veel.
Cruciaal daarin is: Als je dat met de bewoner
of in dit geval de ggz-cliënt doet, in hun bijzijn...
kunnen we bepaalde dingen delen,
dan kan er veel meer.
Dus je zoekt de manier hoe je het aanvliegt.
-Als je maar iemand weet te vinden.
Dat kan een kwartiermaker wonen en zorg zijn
waar je je dan kunt melden.
Zo is er voor de woningcorporatiemedewerkers
een masterclass psychiatrie aangeboden.
Hoe ga je ermee om?
Wat zijn vroegsignalen?
En hoe brengen je ze
in zo'n integraal wijkteam ter sprake?
Daarmee voorkomen we ook dat iemand
in de schulden komt en uit huis geplaatst wordt...
en dakloos gaat worden.
Dus aan die kant begint het al.
Ik kijk naar de vragen die binnenkomen.
Willem wil weten:
wordt het een richtlijn of een verplichting...
dat mensen met ervaringskennis
betekenisvol kunnen participeren...
in het opstellen van de woonzorgvisies.
Ik meen daar al een richting in te proeven, Willem,
maar ik leg 'm even voor aan Yvonne.
We hebben nu in het programma benoemd
dat we dat heel belangrijk vinden.
Ik weet ook dat daar voorbeelden van zijn,
dus we willen dat absoluut stimuleren...
want je hebt die ervaringskennis nodig...
om de juiste huisvesting en ondersteuning
te kunnen regelen.
Ik denk ook dat eenieder die hiermee
aan de slag gaat daar ontzettend fel op is...
dat dat ook gebeurt.
-Ja.
Als we dan kijken naar het betrekken
van doelgroepen en ervaringsdeskundigen...
wat is daarbij jullie les? Want dat is soms ook
best spannend voor beide kanten.
Doen.
-Gewoon gaan zitten, thermoskan op tafel.
Ik denk, we kunnen er heel moeilijk
over gaan doen. Mensen erbij halen.
Ik denk dat het wel bedoeld was net,
maar nog niet expliciet genoemd...
dat ook goede begeleiding
geregeld moet worden...
en dat dat ook heel goed
in zo'n visie terug kan komen.
Dat kan op het onderdeel ervaringsdeskundigheid
erbij betrekken zo nodig ook ingezet worden.
Daar noem je wel een punt. Je kunt op papier
het gewenste denken formuleren.
Dat is ook echt een collectief verlangen.
Maar bij sommige gemeenten
zijn er lange wachtlijsten...
en niet voldoende begeleiders voor mensen
om dingen goed te doen.
Waarom heb je er toch wel fiducie in
dat het met elkaar lukt?
Omdat het samenwerken in die wijken
ook weer ruimte oplevert voor mensen.
Bijvoorbeeld voor de ggz-professionals.
Wij bereiken nu door die kennis te delen
in het netwerk veel meer.
We voorkomen dingen en we kunnen
aandacht besteden waar het echt nodig is.
En dat doen we in een wijk
en dat kunnen we te weinig doen.
En ik ben echt niet van de regels,
maar wat ik wel in de stukken zag:
Die wet Domeinoverstijgend samenwerken
geeft wel meer om het ook te upscalen...
om het overal te kunnen gaan doen.
En dat gaat ons ontzettend helpen...
zeker bij ggz-professionals om die dingen
te kunnen doen om dingen te voorkomen.
En met de handen op de rug te werken
omdat het in het netwerk misschien ook...
Ja, precies met die drie vragen.
Dan komen die weer terug.
Ja, mooi.
-En misschien over begeleiding.
Want we hebben het nu misschien meer
over professionele behandelbegeleiding...
maar ik denk ook aan meer bredere begeleiding.
Het voorliggend veld.
-Ja.
Maar bijvoorbeeld ook, kort gezegd,
een goede buur zijn.
Zeker.
-Burgerschap.
Als we daar goede begeleiding voor regelen...
in samenwerking
met een corporatie en gemeente...
dan kan heel veel leed ook voorkomen worden.
Hoe voorkomen we,
want dit is een zeer handzaam boekje...
Hoe voorkomen we,
als we het hebben over die woonzorgvisies...
dat het gestapelde documenten worden
die je moet doorploegen?
Hoe hou je dat ook praktisch?
Als die concreet is, staat er een programma in
en dan moet je gewoon starten.
Ik denk dat dat heel erg helpt,
en daar ook van leren.
Dus je gaat niet blind erin
en heel veel fouten maken...
maar je moet wel leren van een project.
Fabian geeft nog aan: het woonrecht bestaat al.
Het maken van prestatieafspraken is
een slechts een stapje in de goede richting.
Welke tools zijn beschikbaar
om deze prestaties af te dwingen?
Ook weer even in de worst case, maar...
-Ja, dat is ook wat Chris net zei.
We zijn nu met het ministerie
en corporaties en andere partijen aan het kijken...
hoe die landelijke prestatieafspraken
ingevuld moeten worden.
Het is goed als alle partijen, inclusief gemeentes,
daar hun handtekening onder zetten...
en er ook een soort onafhankelijke commissies
benoemd kunnen worden...
voor als we het niet met elkaar eens zijn
of achterblijven...
en waar we die geschillen neer kunnen leggen.
Dus ik pleit ervoor dat wel alle partijen meedoen.
Dan kunnen we ook langs die kant
wel wat bereiken en ook...
Afdwingen is misschien een te groot woord,
maar wel beweging brengen.
Dan zou het niet nodig moeten zijn.
-Het zou nooit nodig moeten zijn.
Mooi. Een uur is kort, zei ik in het begin al.
En we zijn al bijna aan het einde gekomen.
We willen straks natuurlijk weten
wat het handelingsperspectief is.
In één tweet als jullie dat lukt,
welk appel doe je op de mensen die nu kijken?
Wat zou je tussen de oren willen laten landen?
Ik denk echt voor een deel vertrouwen...
op wat de kwaliteit
en de kennis van mensen zelf is.
En vertrouwen dat als we met elkaar in gesprek
gaan, we ook veel samen kunnen doen.
Ik denk dat Een thuis voor iedereen
daar een onderwerp voor is.
Wat wil je zelf? Wat kun je zelf?
Wat heb je van die ander nodig?
Die drie vragen.
Goud. Dank je wel. Ineke?
Aan de slag met gemeenten, corporaties,
zorgaanbieders en cliënten.
Mooi. Karin?
-Ja, ik heb hetzelfde.
En echt gewoon morgen resultaten laten zien.
Dat brengt ons, en ik doe 'm even kort
want we hebben nog één minuut, Yvonne...
dat brengt mij tot de laatste vraag.
Hoe nu verder?
Wat is het handelingsperspectief
voor de mensen die nu kijken?
Waar kunnen we informatie vinden?
Ook misschien wel die gelden waar jij over sprak.
Ja, ik zou inderdaad zeggen: ga het doen.
Dat is ook de oproep hier.
Er kan al heel veel met die middelen
en de regelingen die ik net noemde.
Ik geloof dat het www.volkshuisvesting.nl heet.
Daar kun je ze allemaal terugvinden.
Wij faciliteren dat, en we hebben een bestuurlijke
tafel waarin alle departementen samen zitten...
waar de VNG bij zit, IPO, Aedes.
We hebben ook overleg met Valente,
met de ggz.
Zijn er knelpunten waarvan je zegt: dit moet
opgeschaald worden, dan moeten die op die tafel.
Want het kan niet zo zijn dat we hier
over drie jaar of volgend jaar zitten...
en dat we zeggen:
we zijn geen meter opgeschoten.
Dan weiger ik ook te komen.
-Dus hou ons scherp.
En dat scherp houden,
dat kun je op die manieren doen.
Er zijn ook talloze mooie podcasts
en webinars gemaakt...
door de partijen hier aan tafel
om verder te komen.
Ook door VNG, maar andere partijen ook.
Dus volgens mij genoeg huiswerk te doen
en met elkaar aan de slag.
Als bewoner heb ik er alle vertrouwen in
dat dat goed komt...
als ik kijk naar de toewijding en voortvarendheid
waarmee jullie dat werk doen...
dus dank voor jullie deelname.
Dank ook voor het kijken
en alvast voor het verschil maken...
op dit ingewikkelde,
maar absoluut mooie dossier. Werk ze.
Programma
Blok 1: Voldoende woningen
Blok 2: Betere verdeling aandachtsgroepen over gemeenten
Blok 3: Combineren wonen, zorg en welzijn
Blok 4: Hoe verder?
Centrale vraag in het programma is: Hoe nu verder? Langs bovenstaande 4 programmablokken wordt er in een tafelgesprek met betrokken stakeholders, programmamanager Huisvesting Aandachtsgroepen Yvonne Wijnands en de directeur-generaal Volkshuisvesting en Bouwen Chris Kuijpers op zoek gegaan naar een antwoord op deze vraag.
Tafelgasten
Karin Schrederhof (Wethouder Delft)
Martijn Balster (Wethouder Den Haag)
Ger Peeters (Bestuurder Wonen Limburg)
Ineke van Hooff (Voorzitter Valente)
Fred Pijls (Bestuursvoorzitter GGZ Oost Brabant)
Chris Kuijpers (Directeur-generaal Volkshuisvesting en Bouwen)
Yvonne Wijnands (Programmamanager Huisvesting Aandachtsgroepen)
Dagvoorzitter: Marijke Roskam
Meer informatie
Kijk voor meer informatie over het programma op Een thuis voor iedereen.
Het programma ‘Een thuis voor iedereen’ is opgesteld door het ministerie van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening (VRO), in samenwerking met branchevereniging van woningcorporaties Aedes, de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG), het Interprovinciaal Overleg (IPO), de G4, de G40, het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS), het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW), het ministerie van Justitie en Veiligheid (JenV) en het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW).