Veelgestelde vragen SPUK
Op deze pagina vindt u antwoorden op de veelgestelde vragen over de SPUK Kansrijke Wijk. Deze vragen zijn tijdens de spreekuren en informatiebijeenkomsten gesteld.
Veelgestelde vragen
Heeft de val van het kabinet invloed op de SPUK Kansrijke Wijk?
Nee. Het Nationaal Programma Leefbaarheid en Veiligheid (NPLV) is staand beleid. Dat betekent dat het wordt uitgevoerd. Dat geldt ook voor de SPUK Kansrijke Wijk.
Mag je een accounthouder aannemen van deze subsidie?
Ja, maar alleen als mensen onderdeel zijn van de activiteit. De middelen zijn bedoeld voor beleid en voor de maatregelen zelf. Een percentage voor capaciteit is geen onderdeel van de SPUK.
Hoe creatief mag je zijn binnen de SPUK?
Creatief is gewenst, maar afwijzing is mogelijk als we verwachten dat de activiteiten onvoldoende bijdragen aan de doelen.
Is een uitvoeringsplan een voorwaarde voor de aanvraag?
Nee, een uitvoeringsplan kan gebruikt worden (door te knippen en plakken) bij de aanvraag, maar het is zeker geen voorwaarde voor een aanvraag.
Hoe gaan jullie om met scholen die buiten het stedelijk focusgebied liggen?
De scholen die middelen via deze SPUK krijgen maken deel uit van een bestaande School- en Omgevingscoalitie waarvan minstens 85% van de scholen in het focusgebied staan. Dat betekent dat de middelen in deze SPUK ook voor scholen zijn die soms (net) buiten het focusgebied staan. Dit komt omdat de coalities niet 1 op 1 overlappen met de focusgebieden. Scholen die geen deel uitmaken van de coalities die meedoen in deze SPUK, kunnen via de OCW-regeling subsidie aanvragen.
Is het de bedoeling om het hele bedrag voor 2023 aan te vragen?
Ja. Gebieden kunnen het budget voor een bepaald jaar tot maximaal 100% reserveren (doorschuiven) voor besteding aan activiteiten binnen hetzelfde hoofdthema (of integrale deel) in het daaropvolgende kalenderjaar. Het kan er dus op neerkomen dat de activiteiten van het budget voor 2023 in 2024 worden uitgevoerd. Het is belangrijk dat de middelen wel voor 2023 worden aangevraagd, ook als het niet lukt om de middelen in 2023 uit te geven.
Is er een cofinancieringseis?
Nee.
Het gaat om incidentele middelen. Hoe passen we die in de eis van duurzaamheid binnen NPLV?
Ja, de huidige financiering voor 2023-2025 is vastgelegd in de Rijksbegroting. Uitzondering is re-integratie (zie presentatie), School en Omgeving en Jonge Kind.
Is er wat betreft de deadline van 30-9 uitstel mogelijk vanwege de vele coalitiepartners en het reces van het college?
Nee, de Ministeriele Regeling heeft daar geen ruimte voor en dat heeft te maken dat we allemaal willen dat de middelen dit jaar worden uitgekeerd. Zie verder in de presentatie hoe en wanneer een aanvraag gewijzigd kan worden door middel van een wijzigingsaanvraag. Maak gedurende de aanvraagperiode gebruik van de inloopspreekuren en postbus om het aanvraagproces te verlichten.
Is het aanvraagformulier verkort?
Ja, en het kan worden uitgeklapt voor de 6 hoofdthema’s. Klik vooral op de hoofdthema’s op het aanvraagformulier (er verschijnt dan een kruisje); dan klappen de vragen uit die u dient te beantwoorden. Vergeet niet aan te geven of het gebied ook middelen voor de programmabureau ’s wil ontvangen.
Mogen we vanuit de middelen van de Regiodeal de ene doelgroep helpen en vanuit de SPUK de andere doelgroep?
Ja. Dubbelfinanciering dient alleen voorkomen te worden.
Hoe specifiek moeten activiteiten en daarbij horende kosten worden opgeschreven in het aanvraagformulier?
Het is belangrijk dat alle vragen in het aanvraagformulier worden beantwoord. En dat dus onder andere ingegaan wordt op wat het probleem is, hoe de activiteit bijdraagt aan het bereiken van de doelstelling en hoe de activiteit eruitziet. In het aanvraagformulier worden de kosten per activiteit opgenomen. Eén activiteit kan bestaan uit meerdere kostensoorten, die hoeven niet te worden uitgesplitst. Je kunt dus denken aan het formuleren van enkele overkoepelende activiteiten per gebied per bestedingsdoel per jaar.
Mag een gedeelte van de SPUK naar eenmalig aan te schaffen materialen of naar huur gaan?
De Regeling kansrijke wijk sluit geen kostensoorten uit. Bovendien wordt in het aanvraagformulier niet gevraagd de kostensoorten per activiteit uit te splitsen. Het is dus mogelijk verschillende kostensoorten onder de SPUK te laten vallen. Uiteraard moeten de kosten die worden opgevoerd wel in verhouding staan tot de beschreven activiteit en is het belangrijk om te onderbouwen hoe de activiteit bijdraagt aan de verschillende beleidsdoelstellingen/hoofdthema’s.
Dat geldt ook bijvoorbeeld voor het aannemen van een accounthouder. Ook dat mag, maar alleen als mensen onderdeel zijn van de activiteit. De middelen zijn bedoeld voor beleid en voor de maatregelen zelf.
Als u naar aanleiding van dit antwoord twijfelt, kunt u het beste een concreet voorbeeld voorleggen via SPUKkansrijkewijk@minbzk.nl, zodat we daarover vooraf in gesprek kunnen gaan.
Wanneer ontvangen de gebieden de beschikking?
De minister neemt binnen twaalf weken, uiterlijk op 23-12-2023, na het einde van de aanvraagtermijn op 30--20239 een besluit over de verlening van de uitkering (art.13, lid 1 van de Regeling). Om eind 2023 de middelen voor 2023 nog te kunnen overmaken op de rekening van de gemeenten, zal volgens planning in week 47 (20-24 november 2023) de meerjarige beschikking worden verstuurd. De betaling van de middelen voor 2023 vindt vervolgens begin december plaats.
Moeten in de aanvraag de activiteiten en kosten per jaar of per drie jaar worden vermeld?
De vragen in het aanvraagformulier dienen te worden beantwoord voor elke activiteit. Bovendien wordt gevraagd om in het bijbehorende financieel overzicht de kosten per activiteit per jaar weer te geven.
Is er een SiSa verantwoording van gemeenten nodig per kalenderjaar?
Ja, de SiSa-verantwoording houdt in dat gemeenten op de volgende indicatoren in de Sisa-bijlage worden uitgevraagd:
- De bestedingen per onderdeel in jaar T (organisatie uitvoeringsprogramma, hoofdthema’s en integraal budget).
- De cumulatieve bestedingen per onderdeel tot en met jaar T (organisatie uitvoeringsprogramma, hoofdthema’s en integraal budget).
- Of er sprake is van de Eindverantwoording (ja/nee). Dit door de mogelijkheid van verzoek tot uitstel met een jaar.
Hoe wordt omgegaan met de besteding in 2023 als gemeenten de middelen eind 2023 ontvangen?
De middelen voor 2023 mogen tot maximaal 100 procent worden doorgeschoven naar 2024 (art. 11, lid 1 van de Regeling).
Moet een wijzigingsaanvraag worden ingediend als een gebied activiteiten met bijbehorende kosten doorschuift van 2023 naar 2024 of van 2024 naar 2025?
Nee. In de aanvraag worden activiteiten opgenomen met bijbehorende kosten per jaar. Worden de uitgekeerde middelen voor 2023 of 2024 niet volledig besteed aan de activiteiten? Dan kan het niet bestede bedrag tot maximaal 100 procent worden besteed binnen hetzelfde hoofdthema (of integrale deel) in het daaropvolgende kalenderjaar, dat wil zeggen van 2023 naar 2024 of van 2024 naar 2025. Hiervoor is geen wijzigingsaanvraag nodig.
Kunnen middelen uit 2025 worden doorgeschoven naar 2026?
Wordt het uitgekeerde budget voor 2025 niet volledig in 2025 besteed? Dan kan het resterende budget (tot maximaal 100 procent) ook in 2026 aan activiteiten worden besteed binnen hetzelfde hoofdthema (of integrale deel). Daarvoor dient wel een gemotiveerd verzoek tot uitstel van de bestedingstermijn (tot maximaal eind 2026) te worden ingediend bij de minister tussen 1 augustus en 1 oktober 2025. Deze uitstelmogelijkheid geldt echter niet voor de gelden voor het programmabureau en voor het hoofdthema Gezonde leefomgeving.
Kan ik een verzoek indienen voor inhoudelijke aanpassingen in de activiteiten en bijbehorende kosten?
Wil een NPLV-gebied inhoudelijke aanpassingen doorvoeren in de activiteiten en bijbehorende kosten? Dan kan een aanvraag worden ingediend tot aanpassing van de verleningsbeschikking die de minister heeft afgegeven op basis van de eerdere aanvraag. Een wijzigingsaanvraag kan in 2024 worden ingediend van 1 september tot en met 31 oktober 2024. In 2025 kan dat van 1 maart tot en met 30 april 2025.
NPLV-gebieden hoeven een dergelijke aanvraag echter alleen in te dienen als:
- ten minste 25 procent van het budget voor een hoofdthema of voor de integrale activiteiten gewijzigd wordt, òf;
- als de wijziging inhoudt dat een nieuwe activiteit wordt opgevoerd die niet eerder is aangevraagd.
Hoe gedetailleerd moeten de activiteiten worden beschreven?
De vragen uit het aanvraagformulier moeten overtuigend beantwoord worden per activiteit. Het moet duidelijk zijn dat de activiteiten bijdragen aan het doel van het thema. Daarvoor mogen gemeenten ook verwijzen naar relevante pagina’s in uitvoeringsprogramma en gebiedsplan. De kosten worden per activiteit opgenomen in het financieel overzicht per onderdeel. Dit hoeft niet te worden uitgesplitst naar kostensoort.
Mag er geld van de jaarlijkse 500.000 euro (voor de organisatie van een uitvoeringsprogramma; art.2, lid 1a en 2 van de Regeling) ook besteed worden aan monitoring en evaluatie?
Ja dat mag, mits deze monitoringscapaciteit wordt ondergebracht binnen het programmabureau. De 500.000 euro worden onder meer beschikbaar gesteld voor de inrichting en instandhouding van de programmaorganisatie. Één van de taken van de programmaorganisatie is het samenstellen van de lokale voortgangsrapportage. De voortgangsrapportage bevat welke inzet er is geleverd, wat er heeft gewerkt en wat niet, en wat eventuele toe- of afnames zijn in uitkomstindicatoren (bijvoorbeeld de 17 kernindicatoren). Een groot deel van die informatie komt beschikbaar via evaluatie, bijvoorbeeld van de Regeling kansrijke wijk. Die evaluatie wordt goeddeels bekostigd en georkestreerd door de departementen die betrokken zijn bij de afzonderlijke regelingen. Een lokale monitoringsprojectleider zou die informatie dan alleen nog op moeten halen en inpassen in de lokale voortgangsrapportage met extra lokale context.
Mag als activiteit onder de vijf hoofdthema’s ook inzet op monitoring en evaluatie worden opgenomen?
Het is niet de bedoeling dat de stedelijke focusgebieden ook voor de vijf hoofdthema’s (en voor het integrale budget) monitoringsactiviteiten gaan formuleren. De ministeries van BZK, OCW en SZW werken momenteel aan een overkoepelende evaluatie van de SPUK Kansrijke Wijk en zullen hiervoor ook afstemming zoeken met de gebieden. De gebieden worden in later stadium geïnformeerd over wat deze evaluatie inhoudt.
De ministeries van BZK, OCW en SZW werken momenteel aan een overkoepelende evaluatie van de SPUK Kansrijke Wijk en zullen hiervoor ook afstemming zoeken met de gebieden. De gebieden worden in later stadium geïnformeerd over wat deze evaluatie inhoudt.
Is het mogelijk apparaatskosten van activiteiten te financieren?
Ja, het is niet nodig de kosten van activiteiten uit te splitsen naar apparaatskosten. Zie ook een andere Q&A hierover onder ‘Algemeen’.
Hoe wordt ervoor gezorgd dat monitoring en evaluatie van de activiteiten lokaal en landelijk interdepartementaal goed op elkaar aansluiten?
Goed volgen van de aanpakken in de wijk, omdat het een aanpak van 20 jaar is, is cruciaal. Dit moet gebeuren zowel vanuit NPLV als vanuit de wijk lokaal, met een centraal gecoördineerd dashboard van 17 integrale indicatoren. In een werkgroep met deelname van departementen en gemeenten wordt dit verder uitgewerkt en worden daarover afspraken gemaakt.
Wat kan Wijkwijzer bieden voor de partners binnen het NPLV-programma?
WijkWijzer is het platform voor leefbare en veilige wijken. Het biedt kennis, verdieping en uitwisseling en er is een vraagbaak. Het is daarmee interessant voor de programmabureau’s, de partners in de alliantie en anderen die in de gebieden actief zijn.
De website is onlangs vernieuwd. Partijen kunnen ook zelf casussen aanbrengen of vragen stellen.
Is het noodzakelijk om in het aanvraagformulier uitvoerende partijen waarmee samen gewerkt gaat worden met naam en toenaam te benoemen? Of is de branche/werkveld benoemen voldoende?
Het benoemen van de branche/werkveld is voldoende. Bij de subsidieverstrekking en/of opdrachtverlening wordt duidelijk met welke partijen activiteiten worden uitgevoerd.
Met de integrale middelen willen we voor het gehele bedrag voor gebied X niet 1, maar vier activiteiten bekostigen (dus 25.000 euro per activiteit). Kan dat?
Ja, dat kan. De afzonderlijke activiteiten dienen wel bij te dragen aan een of meer doelstellingen t.a.v. de hoofdthema (art.4, lid 1 van de Regeling).
Mogen we de middelen voor de SPUK combineren met andere uitkeringen/subsidies?
Het combineren met andere uitkeringen/subsidies is mogelijk; dubbelfinanciering van een en dezelfde activiteit moet echter worden voorkomen en is niet toegestaan met de spuk-bijdrage (zie ook de artikelsgewijze toelichting bij art.2, lid 4 van de Regeling).
Als je het integrale deel niet voor alle thema’s aanvraagt, wordt het bedrag voor een thema waar niet op wordt aangevraagd dan opgehoogd?
Het bedrag voor het integrale deel en per hoofdthema staat vast. Of je in het integrale deel op één of alle thema’s activiteiten indient heeft geen effect op de hoogte van de middelen per hoofdthema.
Ik wil activiteiten bekostigen met middelen uit de SPUK Kansrijke Wijk, die ik tot dit moment heb bekostigd met andere financiering vanuit de overheid. De andere financiering vanuit de overheid kan ik dan inzetten voor andere activiteiten, die aansluiten bij de financieringsvoorwaarden van die financiering. Mag dat?
Ja, dit mag. De middelen uit de SPUK Kansrijke Wijk zijn wel bedoeld om een extra impuls te geven aan de activiteiten in de stedelijke focusgebieden. Het kan daarbij gaan om volledig nieuwe activiteiten, de uitbreiding en intensivering van eerder ingezette activiteiten, en om de voortzetting van reeds bestaande activiteiten, die voldoen aan de doelen zoals beschreven in de Regeling kansrijke wijk. Het is niet toegestaan om via verschillende financieringsstromen middelen in te zetten voor precies dezelfde kosten (geen dubbelfinanciering van één en dezelfde activiteit).
Moeten gemeenten nieuwe subsidieregelingen maken, verbonden aan deze SPUK, om de middelen bijvoorbeeld bij scholen te krijgen? Of mogen ze ook aansluiten bij bestaande subsidieregelingen zoals ‘voorschoolse educatie en onderwijsachterstanden’?
Het is aan de gemeente om te beoordelen of subsidieregelingen al dan niet moeten worden aangepast om middelen bij betrokken maatschappelijke organisaties en instellingen te krijgen. In het kader van de rechtmatige besteding van de middelen is het belang dat de subsidieregelingen voldoen aan de doelen en voorwaarden van de SPUK Kansrijke Wijk.
Als mijn eerste activiteiten pas in 2024 plaatsvinden, ontvang ik dan wel middelen voor 2023?
Ja. De momenten waarop gebieden middelen ontvangen in 2023, 2024 en 2025 staat los van het moment waarop de activiteiten plaatsvinden.
Ik weet nu al dat ik uit ga lopen en activiteiten zal uitvoeren in 2026. Hoe kan ik dit aangeven op het aanvraagformulier?
Het is niet mogelijk om op het aanvraagformulier activiteiten voor 2026 op te geven, omdat nu al wordt voorzien dat het uitvoeren van activiteiten gaat uitlopen. Zoals in art. 11, lid 3 van de Regeling is aangegeven, kan het college bij de minister een gemotiveerd verzoek indienen tot uitstel van de bestedingstermijn (tot maximaal eind 2026) tussen 1 augustus en 1 oktober 2025.
Wat is precies de procedure voor het indienen van een wijzigingsverzoek? En kun je een wijzigingsverzoek voor één artikel indienen of moet dit voor alle artikelen tegelijkertijd?
Je kunt een wijzigingsverzoek zowel voor één als voor meerdere artikelen tegelijkertijd indienen. Hiervoor gebruik je hetzelfde formulier als het aanvraagformulier, waarbij je op de eerste pagina aangeeft dat het niet om een eerste aanvraag maar om een wijzigingsaanvraag gaat. Een wijzigingsaanvraag kan worden ingediend van 1 maart tot en met 30 april 2024, van 1 september tot en met 31 oktober 2024 en van 1 maart tot en met 30 april 2025, indien voldaan wordt aan de in art. 10, lid 4 van de Regeling vermelde bepalingen. De minister neemt vervolgens binnen twaalf weken na het einde van de aanvraagtermijn een besluit over de aanvraag tot wijziging van de uitkering.
Is een vastgesteld gebiedsplan/uitvoeringsprogramma voor het stedelijk focusgebied een formele vereiste voor het indienen van de aanvraag voor de Spuk kansrijke wijk?
Een vastgesteld gebiedsplan/uitvoeringsprogramma voor het stedelijk focusgebied is geen formele vereiste voor het indienen van de aanvraag voor de Spuk kansrijke wijk. Zo nodig hebben gemeenten - bij grote afwijkingen t.a.v. de besteding of bij nieuwe activiteiten - nog drie keer de mogelijkheid (zie art.10, lid 3 en 4, van de Regeling) om na definitieve vaststelling van het gebiedsplan/uitvoeringsprogramma voor het stedelijk focusgebied een gewijzigde aanvraag in te dienen (1 maart tot 30 april 2024; 1 september tot 31 oktober 2024; 1 maart tot 30 april 2025).
thema die zijn genoemd in de bijlage bij de Regeling (inclusief btw) of moeten de bedragen worden aangevraagd exclusief btw?
De gemeenten vermelden in hun aanvraag voor de hoofdthema’s en voor het integrale deel per activiteit en per jaar het bedrag inclusief btw. In de meerjarige beschikking worden de bedragen exclusief btw verleend, rekening houdend met de percentages per hoofdthema die in de toelichting bij de Regeling zijn vermeld.
In het toegezonden aanvraagformulier worden zowel de bedragen incl. als excl. gevraagd. Omdat de btw-afdracht per activiteit van tevoren niet precies is in te schatten en pas duidelijk wordt bij de uitvoering van de activiteiten (opdrachtverlening, subsidieverstrekking), vervalt het vermelden in het aanvraagformulier van de bedragen exclusief btw.
In de SPUK regeling en de Q&A’s is er geen sprake van een cofinancieringseis. Toch vragen jullie in het aanvraagformulier naar bijdrage gemeente en partners, dus indirect toch om de cofinanciering. Wat is daar de reden van? Lijkt zo allemaal extra werk, terwijl het geen vereiste is.
Cofinanciering is geen voorwaarde voor het ontvangen van middelen via de SPUK. Indien bekend is dat er voor bepaalde activiteiten sprake is van cofinanciering (eigen bijdrage van gemeente en/of partners) dan kan dat worden vermeld in het aanvraagformulier (facultatief). Het al of niet vermelden van een eigen bijdrage speelt geen rol bij de beoordeling van de aanvraag.
Mogen we de totale kosten per bestedingsdoel ook anders over de jaren heen verdelen dan de verdeling die in de regeling staat?
Dit mag niet in het aanvraagformulier. In het financieel totaaloverzicht in het aanvraagformulier is het belangrijk om de maximale bedragen voor 2023, 2024 en 2025 die in de regeling staan aan te houden. De regeling biedt wel ruimte om de middelen (na de beschikking) over de jaargrenzen heen te schuiven (zie art.11, eerste lid van de Regeling).
Is het mogelijk om na de aanvraag, waarin kosten per activiteit per hoofdthema zijn opgenomen, tussen die activiteiten nog te schuiven?
Ja. Schuiven tussen activiteiten is mogelijk bínnen het budget van een hoofdthema. Blijft het bedrag onder de 25 procent van dat budget? Dan is daarvoor geen wijzigingsaanvraag nodig. Wordt 25 procent of meer binnen een hoofdthemabudget (of het integrale budget) geschoven tussen de activiteiten? Dan is het wel nodig om een wijzigingsaanvraag in te dienen. Dat is ook het geval als het gaat om een nieuwe activiteit die niet eerder is aangevraagd (zie art. 10, vierde lid van de Regeling). Een dergelijk wijzigingsverzoek kan zowel voor één als voor meer hoofdthema’s (of het integrale deel) worden ingediend.
Moeten de doelen die we willen gaan bereiken met bijvoorbeeld de re-integratieactiviteiten in het aanvraagformulier per activiteit worden opgeschreven, of mag dit ook overkoepelend worden beschreven?
De vragen 1.1 en 1.2 in het aanvraagformulier kunnen overkoepelend worden beschreven. Bij de vragen 1.3, 1.4 en 1.5 dient wel helder per activiteit geantwoord te worden. Het is belangrijk dat helder wordt hoe de verschillende activiteiten bijdragen aan het overkoepelende doel.
Kan als activiteit onder de hoofdthema’s ook capaciteit worden opgenomen?
Het is logisch dat capaciteit nodig is ter uitvoering van de verschillende activiteiten. Verzoek is om de capaciteit mee te nemen in de verschillende activiteiten en dus niet als losse activiteit op te nemen.
5% BTW-‘afdracht’. Hoe zit dit en waar wordt het precies vanaf gehaald? We werken veel met hulpverlenende instanties die niet BTW-plichtig zijn. Wordt het sowieso van het budget afgehaald of anderszins? Waarom wordt het van het budget afgehaald?
De bedragen opgenomen in de bijlage bij de Regeling kansrijke wijk zijn inclusief btw. Voor de hoofdthema’s ‘ontwikkeling jonge kind’ (en ‘school en omgeving’) zijn de gemeenten geen btw verschuldigd in verband met een aantal btw-vrijstellingen voor onderwijsinstellingen. Voor de andere onderdelen is gerekend met een gemiddelde van 5%. De toekenning (middels de beschikking) is dus 5% lager dan de aanvraag. Gemeenten kunnen de betaalde btw terugkrijgen uit het compensatiefonds en dienen daar dus zelf rekening mee te houden bij de opdrachtverlening en subsidieverlening.
In hoeverre worden deze SPUK-gelden structureel? Welke thema’s en wanneer weten we dit? We zetten nu in op ontwikkelingen en investeren stevig met onze partners, het is belangrijk z.s.m. te weten of we de ontwikkelingen structureel kunnen voortzetten en om welke middelen dit dan gaat.
Dat is per thema verschillend: de middelen ‘veerkracht en weerbaarheid’ en ‘preventie van armoede en schulden’ zijn nu niet structureel, dit is afhankelijk van het nieuwe kabinet; re-integratiemiddelen staan in de begroting t/m 2028. Eventuele structurele middelen vanaf 2029 zijn afhankelijk van de evaluatie van de incidentele re-integratieactiviteiten in de NPLV-gebieden en besluitvorming naar aanleiding daarvan in een nieuw kabinet; ‘school en omgeving’ en ‘ontwikkeling jonge kind’ zijn structureel. De middelen van BZK voor het programmabureau en de organisatie van een uitvoeringsprogramma zijn niet structureel.
Hoe gaan jullie om met het SMART opschrijven van doelen en aantallen? We proberen de aanvraag zo SMART-mogelijk te maken. We zetten echter in op o.a. doelgroepen die we nu nog niet goed bereiken en een aantal nieuwe ontwikkelingen (m.n. bij Ontwikkeling jonge kind). We kunnen hierdoor niet goed inschatten wie en hoeveel mensen we gaan bereiken, dat zal de ervaring ons leren. Het is dan ook moeilijk om cijfers/aantallen aan de voorkant hard te maken, ook de beperkte tijd voor het indienen van de aanvraag maakt dit voor ons ingewikkeld.
De activiteiten en financiën beschrijf je per jaar en de doelen beschrijf je overkoepelend over 3 jaar zo SMART mogelijk en realistisch. Als de interventies niet werken, is er een wijzigingsvoorstel mogelijk. Accountants controleren of je het geld aan de activiteiten hebt uitgegeven.
Hoe vindt aan de achterkant de ‘afrekening’ plaats, waar wordt op afgerekend?
Er vindt voor de activiteiten waarvoor de SPUK is verleend via Sisa een verantwoording plaats (volledige en rechtmatige besteding); deze verantwoording is per jaar (t) en cumulatief (t/m jaar t).
We adviseren om vooraf de aanvraag en de manier van verantwoorden goed af te stemmen met de gemeentelijke afdeling financiën en de controller.
Wat zijn de consequenties van toevoegen VWS-middelen op 1 oktober, bijvoorbeeld voor het indienen van interventies met terugwerkende kracht tot 1 juli 2023?
De VWS-middelen voor ‘gezonde leefomgeving’ kunnen worden besteed met terugwerkende kracht per 1 oktober 2023. Dit heeft geen gevolgen voor de andere onderdelen van de Regeling kansrijke wijk (besteding met terugwerkende kracht per 1 juli 2023).
Is het programmageld ook in te zetten voor communicatie?
Ja, het is bedoeld voor de kosten van het programmabureau, inclusief communicatie.
Is er een vastgesteld gebiedsplan nodig en hoe goed wordt het uitvoeringsprogramma gelezen?
Nee, een vastgesteld gebiedsplan/uitvoeringsprogramma voor het stedelijk focusgebied is geen formele vereiste voor het indienen van de aanvraag. Desgewenst kunnen gebiedsplan/ uitvoeringsprogramma als bijlage worden opgenomen met een verwijzing naar de relevante passages.
Kunnen we al starten met het werven van mensen?
Over de middelen op de vijf hoofdthema’s is nog geen toezegging (bij verleningsbeschikking), dus het werven van personeel is op eigen risico. De middelen van BZK (en VWS) zijn wel zeker.
Wat is de rol van de departementen bij de aanvraag?
De departementen kijken desgewenst in het voortraject mee, maar lezen niet mee op volledige aanvragen. Bij specifieke vragen over de hoofdthema’s wordt verduidelijking gegeven. Departementen schrijven niet mee aan de aanvraag. Ook worden activiteiten tijdens het beoordelingsproces niet gecorrigeerd en/of onder andere thema’s geplaatst.
Wat hebben jullie liever: dat wij experimenteren met interventies of dat wij interventies uitvoeren die al bewezen effectief zijn?
Beide zijn mogelijk. Het gaat erom dat we die dingen doen die het gebied vooruit helpen.
Welke mate van detaillering wordt gevraagd?
Smart invullen en voor verdere details verwijzen naar het gebiedsplan- of uitvoeringsplan in de bijlage.
In hoeverre zijn budgetten te koppelen, omdat 'preventie' breed is?
Voorbeeld werd genoemd of inzet op aan het werk helpen van mensen ook opgevoerd kan worden in het kader van preventie van armoede en schulden. Alleen aan het werk helpen zal niet altijd voldoende zijn. Het moet wel duurzaam werk zijn, tegen voldoende inkomen en perspectief. En dan nog werkt dit niet altijd voor de doelgroep. Vanuit Armoede & Schulden moet er ook voldoende aandacht zijn voor de aanpak van achterliggende redenen waarom goed werk eerder niet is gelukt bij mensen (door bijvoorbeeld problemen in persoonlijke sfeer of gezinssfeer). Pas als daar voldoende aandacht voor is, dan zal het ook echt bijdragen aan preventie van armoede en schulden.
Het is dus van belang dat er goede onderbouwing is dat de activiteiten bijdragen aan preventie van Armoede & Schulden.
Hoe concreet moet in de aanvraag worden opgenomen met welke partijen samengewerkt gaat worden? De gemeente is gebonden aan aanbestedingsregels en wettelijke grondslagen, en kan dus niet altijd even concreet zijn in de aanvraag.
Hoe concreter hoe beter, maar wat niet mag kan niet. Het is wel handig dit ook op te schrijven in de aanvraag, dan kunnen we er rekening mee houden.
In hoeverre mag vanuit deze middelen tijdelijke extra capaciteit ingehuurd worden voor het apparaat?
Extra capaciteit mag ingehuurd worden als het proportioneel is en ook direct bijdraagt aan de gesubsidieerde interventie. Het mag niet ter aanvulling van reguliere capaciteit.
In hoeverre mogen vanuit deze middelen extra ervaringsdeskundigen ingehuurd worden om in te zetten?
Dit mag, als ervaringsdeskundigheid ook ingezet wordt ten behoeve van preventieve activiteiten.
Waar kan ik meer informatie vinden over subsidieregelingen over ‘financiële educatie’ voor het mbo en po/vo?
Op de pagina 'Extra geld voor financiële educatie op scholen'.
Zijn plannen voor bereik en contact met niet-Nederlanders subsidiabel?
Ja, als het om risicogroepen gaat, en niet als het mensen of groepen zijn die al schulden hebben. Het gaat om preventie van armoede, niet om vroegsignalering en curatie.
Hoe verwerken we het hoge bedrag voor 2023 dat we einde 2023 ontvangen in de aanvraag en hoe verantwoorden we dat? De bedragen voor 2024 en 2025 zijn een stuk lager.
De bedragen voor goedgekeurde activiteiten die de gemeenten eind 2023 ontvangen mogen in zijn geheel naar 2024 worden doorgeschoven (zie art. 11, eerste lid van de Regeling). De activiteiten voor het thema ‘armoede en schulden’ beoordelen we als totaal in relatie tot het hoofddoel.
De SiSa-verantwoording (volledige en rechtmatige besteding) is per jaar en cumulatief.
Het aanvraagformulier moet wel per jaar worden ingevuld, voor de bijbehorende activiteiten kan dan naar het totale project worden verwezen. We adviseren om vooraf de aanvraag en de manier van verantwoorden goed af te stemmen met de gemeentelijke afdeling financiën en de controller.
Hoe zorgen we voor goede interventies op dit specifieke onderwerp? Het is lastig los te zien van de andere onderwerpen, interventies hebben meerdere raakvlakken.
Door zo goed mogelijk te monitoren. Met een klein beetje geld willen we samen leren en we helpen waar nodig en mogelijk.
Is er een relatie met Preventie met Gezag en parallelle samenlevingen?
De groepen waarbij beschermende factoren versterkt dienen te worden, kunnen overlappen met andere programma’s. Het verder ontwikkelen of uitbreiden van bestaande activiteiten is toegestaan. Mits deze gericht zijn op het versterken van veerkracht en weerbaarheid door inzet op beschermende factoren.
Zou een vorm van opbouwwerk nieuwe stijl een interventie kunnen zijn?
Activiteiten die zich richten op het versterken van beschermende factoren komen in aanmerking. Ook activiteiten gericht op het verkennen van vermoedelijk beschermende factoren komen in aanmerking. Specifieke activiteiten dienen in dit kader beschouwd te worden. In het geval van twijfel kan er contact opgenomen worden met de postbus.
Onze aanpak draait al en hebben we in 2023 voorgeschoten vanuit Preventie met Gezag. Kunnen we die kosten opvoeren?
Ja, kosten van interventies kunnen met terugwerkende kracht tot publicatie regeling op 1 juli 2023 opgevoerd worden.
In hoeverre mogen voor het hoofdthema re-integratie ook activiteiten worden opgevoerd die niet benoemd zijn in de memorie van toelichting (zoals basisbanen of kosten voor een gebouw waarin mensen een re-integratietraject volgen)?
De memorie van toelichting is niet-uitputtend geformuleerd, wel worden enkele voorbeelden genoemd. Focusgebieden worden uitgenodigd om activiteiten te formuleren die in hun focusgebied het meest bijdragen aan de geformuleerde doelstelling in de regeling. Dat betekent dat activiteiten dienen te worden geformuleerd waarmee inwoners van het stedelijk focusgebied uit de gemeentelijke doelgroep begeleiding krijgen gericht op het vinden van duurzame betaalde arbeid. Dat hoeft niet direct matching met een reguliere werkgever te zijn, maar dient er wel toe te leiden dat iemand stappen zet richting de arbeidsmarkt. Aan die brede voorwaarde worden activiteiten getoetst. In de aanvraag dient te worden onderbouwd hoe de beoogde activiteit daaraan bijdraagt. Bij twijfel kunt u altijd contact opnemen.
Mogen voor het hoofdthema re-integratie ook activiteiten worden opgenomen gericht op het aan het werk helpen van daklozen, die niet ingeschreven staan in het focusgebied, maar daar wel verblijven?
Ja. De regeling specificeert niet nader wat onder ‘inwoner van het focusgebied’ wordt verstaan. Dus er is enige ruimte om ook mensen die niet formeel met een woonadres in de BRP ingeschreven staan in het focusgebied, maar wel een duidelijke connectie hebben met het focusgebied naar werk te begeleiden.
Kunnen de SPUK middelen voor re-integratie ook ingezet worden voor de reguliere dienstverlening?
De SPUK geeft ruimte om de activiteiten die in het kader van de reguliere dienstverlening worden uitgevoerd te bekostigen (zolang geen sprake is van dubbelfinanciering, dat is niet toegestaan). SZW moedigt aan om de middelen te gebruiken voor een impuls aan de re-integratiedienstverlening in de gebieden.
Voor welke jaren zijn er middelen voor re-integratiedienstverlening in de NPLV-gebieden beschikbaar?
De SPUK Kansrijke Wijk bevat middelen voor re-integratie voor de jaren 2024 en 2025 (22,5 miljoen euro in totaal).
Voor de jaren 2026 t/m 2028 zijn op de SZW-begroting ook al middelen gereserveerd (circa 13 miljoen euro per jaar) voor re-integratiedienstverlening in de NPLV-gebieden. Op een later moment wordt de financieringsvorm en voorwaarden hiervoor gecommuniceerd. Tevens is structureel 13 miljoen euro gereserveerd voor re-integratiedienstverlening in de NPLV-gebieden, onder nadrukkelijk voorbehoud van de vraag of de incidentele investeringen succesvol zijn. Dit wordt betrokken in de evaluatie van de SPUK en dit vraagt nadere besluitvorming door een volgend kabinet.
Op welke wijze kan via de re-integratiemiddelen uit de SPUK worden ingezet op tijdelijke kinderopvang?
De middelen voor re-integratie dienen ingezet te worden voor begeleiding richting werk van mensen die vallen binnen de doelgroep van de Participatiewet. Voor deze mensen kan het nodig zijn om eerst belemmeringen weg te nemen om aan het werk te gaan, bijvoorbeeld het aanpakken van schuldenproblematiek, zorgproblemen of problemen in het gezin. Daarvoor kan het bijvoorbeeld nodig zijn om mensen die geen recht op kinderopvangtoeslag hebben tijdelijk kinderopvang te bieden. De inzet van tijdelijke kinderopvang dient dus onderbouwd te worden met het oog op het verbeteren van de arbeidsmarktpositie van de ouder.
Kunnen de BZK-middelen voor het inzetten van energiefixers ook gebruikt worden om mensen in een basisbaan als energiefixer aan de slag te helpen?
Ja. Het uitgangspunt van de middelen uit de BZK-SPUK voor energiearmoede is dat deze gebruikt moeten worden om te zorgen voor energiebesparing in woningen. Voldoende mensen aan de slag krijgen die energiebesparingsmaatregelen kunnen treffen (in welke vorm dan ook) is daarvoor randvoorwaardelijk. Dit past daarom binnen de uitgangspunten van de SPUK voor energiearmoede.
Hoe en wanneer kunnen geïnteresseerden zich aansluiten bij de inzet op sectorale loopbaanpaden met leerlijnen praktijkleren in het mbo?
Maak je interesse kenbaar via spukkansrijkewijk@minbzk.nl. SZW zorgt er dan voor dat je op de hoogte gehouden wordt van de vorderingen.
Is re-integratie alleen bedoeld voor bewoners in het gebied?
Ja, activiteiten mogen in de aanvraag worden vermeld die ten goede komen aan inwoners uit het focusgebied die vallen onder de gemeentelijke doelgroep van de Participatiewet. Dat betreft niet alleen bijstandsgerechtigden, maar ook niet-uitkeringsgerechtigden.
Moeten de activiteiten onder re-integratie alleen voor inwoners van het focusgebied zijn?
Ja, dat klopt. De activiteiten moeten gericht zijn op inwoners uit het stedelijk focusgebied die vallen onder de doelgroep van de Participatiewet.
Kunnen activiteiten worden geformuleerd die gericht zijn op het bereiken van statushouders via sleutelfiguren? Of wordt dit meer gezien als integratie dan als re-integratie?
Indien de activiteiten erop gericht zijn om statushouders te bereiken en daarna ook te begeleiden naar werk, dan kan dit onder de re-integratiemiddelen vallen. Dat dit ook bredere effecten heeft, is mooi.
Mogen de re-integratiemiddelen ook ingezet worden voor financiering van vrijwilligersvergoeding aan mensen die vrijwilligerswerk inzetten om werkervaring en vaardigheden op te doen?
Ja, dat mag voor vrijwilligerswerk dat wordt ingezet als re-integratie-instrument. Let daarbij wel op de wettelijke bepalingen rondom de maximale hoogte van de vrijwilligersvergoeding, die in de bijstand vrijgesteld kan worden van verrekening.
Mag het voorbeeld van een laagdrempelige spelinloop, zoals wordt genoemd bij de gezinsgerichte aanpak, ook ingezet worden bij het vergroten van deelname aan voorschoolse educatie?
Ja. De voorbeelden die worden genoemd zijn niet limitatief. De activiteiten dienen gericht te zijn op ouders van doelgroeppeuters zodat meer kinderen naar de voorschoolse educatie gaan. Indien laagdrempelige spelinloop bijdraagt aan het vergroten van deelname aan voorschoolse educatie, mag dit worden ingezet. Er is een beknopte brochure beschikbaar waarin aanpakken en achterliggende principes worden belicht: Nieuwe handreiking bereik ve verhogen | GOAB
Mogen we bij het vergroten van deelname aan voorschoolse educatie ons ook richten op ouders van jongere kinderen dan de genoemde leeftijd (2,5 – 4 jaar), vergelijkbaar met Kansrijke Start?
Ja. Activiteiten gericht op het vergroten van de deelname aan voorschoolse educatie, kunnen zich richten op ouders van jongere kinderen, bijvoorbeeld ouders van kinderen vanaf 1 jaar.
Mogen de middelen voor training en coaching van pedagogisch medewerkers en leerkrachten groep 1, 2 en 3 ook worden ingezet voor verkleining van de groepen in de voorschool?
Nee, de middelen zijn daarvoor niet bedoeld.
Waarom is de gezamenlijke training en coaching voor leerkrachten in groep 1,2 en 3, terwijl de extra beroepskracht alleen in groep 1 en 2 kan worden ingezet
We hebben ervoor gekozen de gezamenlijke training en coaching door te trekken naar groep 3, omdat dat bijdraagt aan de doorgaande lijn. Er zijn zeker argumenten te geven om ook in groep 3 een extra beroepskracht in te zetten, maar voor deze regeling werd dat te kostbaar.
Mogen ook beroepsleerkrachten worden ingezet in groep 1 en 2, in plaats van alleen onderwijsassistenten en pedagogisch medewerkers?
Ja. Beroepsleerkrachten mogen als extra beroepskracht (1 fte) naast een reguliere leerkracht worden ingezet, om ervoor te zorgen dat er meer interactie mogelijk wordt tussen kinderen en volwassenen. De minimale eis is een onderwijsassistent of pedagogisch medewerker op mbo-niveau 3.
Mag er met de middelen een mix ontstaan tussen kinderopvang en groep 1 en 2 in de vorm van een groep 0?
Ja, misschien wel en in overleg. Het ontwikkelen van andere interventies kan ook vanuit het integrale deel.
Ben ik bij de activiteiten die ik wil financieren uit de middelen voor artikel 9 ontwikkeling van het jonge kind gebonden aan de vier programmalijnen of kan ik ook zelf programmalijnen toevoegen die bijdragen aan het hoofddoel?
De middelen behorend bij artikel 9 voor ontwikkeling van het jonge kind dienen aan activiteiten te worden besteed die aansluiten bij het hoofddoel van artikel 9. De vier programmalijnen sluiten hier het meest nauw bij aan en het advies is om in de aanvraag ook op deze programmalijnen te focussen. De programmalijnen komen voort uit interventies die volgens recent onderzoek de grootste effecten hebben op de ontwikkeling van het jonge kind. Het is daarnaast ook mogelijk om andere activiteiten die aansluiten bij het hoofddoel in de aanvraag op te nemen die aansluiten bij het hoofddoel, maar de drempel hiervoor ligt hoger. Dit vraagt dan om zeer uitgebreide motivatie in de aanvraag.
Ben ik verplicht activiteiten op te zetten voor alle vier de programmalijnen bij ontwikkeling jonge kind?
Nee, het staat je vrij om de middelen op 1, 2, 3 of alle 4 de programmalijnen in te zetten. Wanneer je in je focusgebied bijvoorbeeld al een enorm hoog bereik van voorschoolse educatie hebt ben je niet verplicht activiteiten op te zetten om dit bereik nog verder te verhogen. Gezien de verwachtte interactie-effecten tussen de programmalijnen raden we het wel aan om activiteiten op zoveel mogelijk programmalijnen in te zetten.
In de toelichting van de regeling staat dat het ministerie van OCW ter inspiratie een handreiking oplevert over welke inhoud in de gezamenlijke training en coaching van pedagogisch medewerkers en leerkrachten groep 1,2 en 3 opgenomen kan worden. Wanneer ontvangen de gebieden deze handreiking?
De handreiking wordt in oktober of november 2023 opgeleverd. De gebieden ontvangen eerder een lijst met thema’s die wenselijk is. De focusgebieden kunnen deze informatie nog na het indienen van hun aanvraag gebruiken.
Uit hoeveel uur moet de gezamenlijke training en coaching bestaan en welke uurprijs moet voor de vervangingskosten worden gerekend?
Bij het bepalen van de hoogte van het bedrag dat gebieden ontvangen is uitgegaan van 12 uur training per medewerker per jaar en van vervangingskosten van €14,70. Dit is gebaseerd op een schatting van het totaal aantal medewerkers in alle focusgebieden van het Nationaal programma Leefbaarheid en Veiligheid. Focusbieden zijn hier niet aan gebonden en bepalen zelf hoeveel van hun middelen voor het artikel Ontwikkeling jonge kind zij per programmalijn inzetten. Ze bepalen dus ook zelf het aantal uur training per medewerker per jaar en de benodigde vervangingskosten.
Mag ik als focusgebied zelf kiezen welk scholingsinstituut ik inzet om te voorzien in het gezamenlijke training en coachingsaanbod voor pedagogisch medewerkers en leerkrachten groep 1, 2 en 3?
Ja. Het ministerie van OCW komt nog met een handreiking met informatie over welke inhoud van het training en coachingsaanbod vanuit de wetenschap bezien de meeste effecten voor de professional heeft. Het volgen van deze handreiking is niet verplicht.
Wat zijn de eisen voor de extra beroepskracht in groep 1 en 2?
De extra beroepskracht in groep 1 en 2 is een pedagogisch medewerker of onderwijsassistent op minstens mbo-niveau 3. Het is niet toegestaan de middelen onder artikel ontwikkeling jonge kind in te zetten voor andere professionals (zoals bijvoorbeeld groepshulpen, cultuur-, sport- of zorgprofessionals) in groep 1 en 2 of voor (deze) professionals in de kinderopvang. Het is wel mogelijk om de middelen voor artikel Integraliteit hoofdthema’s hiervoor in te zetten wanneer je deze verbindt aan het hoofddoel voor ontwikkeling jonge kind. Dit geef je dan aan op het aanvraagformulier.
Mag je de middelen voor artikel 9 Ontwikkeling van het jonge kind inzetten voor activiteiten gericht op het bijbrengen van opvoedende taken bij ouders?
Ja, dergelijke activiteiten sluiten aan bij programmalijn 1.
Mag je de middelen voor artikel 9 Ontwikkeling van het jonge kind inzetten voor activiteiten om ouders beter hun weg naar voorschoolse educatie te laten vinden?
Ja, dergelijke activiteiten sluiten aan bij programmalijn 2.
Moet een inloopactiviteit gericht zijn op de ouder of op het kind?
Beide is mogelijk.
Worden middelen voor het Jonge Kind structureel gemaakt? Wanneer is daar meer over duidelijk?
De middelen voor het programma Ontwikkeling jonge kind zijn structureel. In 2025 zal worden bepaald hoe een vervolg wordt gegeven aan de SPUK. Hierover zult u dan worden geïnformeerd. Op basis van de uitkomsten van de effectmeting kan in de volgende kabinetsperiode worden besloten of het wenselijk is om (onderdelen van) het programma landelijk beschikbaar te maken.
Mag ik de onder programmalijn 4 bij Ontwikkeling jonge kind ook activiteiten opvoeren voor het opleiden van leerkrachten voor groep 1 en 2?
Nee, deze programmalijn is bedoeld voor de daadwerkelijke inzet van een extra professional in groep 1 en 2. Het opleiden van leerkrachten groep 1 en 2 zou wel met het integrale budget gerealiseerd kunnen worden.
Mag ik onder programmalijn 2 bij Ontwikkeling jonge kind ook ouders betrekken met kinderen die jonger zijn dan 2,5 jaar?
Ja. Bevorderen van deelname aan voorschoolse educatie kan op verschillende manieren, bijvoorbeeld door te zorgen voor goede toeleiding of door het wegnemen van financiële drempels voor ouders. Dergelijke activiteiten kunnen zich richten op ouders van kinderen jonger dan 2,5 jaar. In alle gevallen dient het doel te zijn te komen tot een zo groot mogelijke deelname van 2,5 – 4-jarigen aan voorschoolse educatie.
Mag je onder programmalijn 1 en 2 ook activiteiten opzetten voor kinderen die nog geen indicatie hebben voor voorschoolse educatie?
Ja, dit mag wanneer je kunt aangeven waarom de activiteiten zich richten op de doelgroep van voorschoolse educatie.
Kun je als activiteit voor programmalijn 2 opvoeren dat je extra personeel met ervaring met ve-peuters met een aanvullende zorgbehoefte aanstelt?
Ja, maar hierbij moet je wel beargumenteren waarom dit in de betreffende gemeente tot een hoger bereik van ve zou leiden.
Sluiten activiteiten rondom het verbeteren van de overgang van kinderopvang naar het basisonderwijs aan bij een van de programmalijnen?
Alleen het gezamenlijk coachen en trainen van personeel van voorschoolse educatie en groep 1, 2 en 3 sluit hierbij aan. Je kunt bredere activiteiten om de overgang van kinderopvang naar het basisonderwijs te versterken wel goed kwijt onder het integrale budget.
Passen activiteiten om kinderen op gezond gewicht te krijgen bij één van de programmalijnen of de hoofddoelstelling van ontwikkeling jonge kind?
Nee.
Dien je op het aanvraagformulier steeds vier programmalijnen en dus ook maximaal vier activiteiten op te voeren, of kun je ook meerdere activiteiten onder één programmalijn hebben?
Wanneer je verschillende activiteiten hebt die onder één programmalijn vallen dienen die als losse activiteiten opgenomen te worden.
Naar aanleiding van programmalijn 3, gezamenlijke training en coaching van pedagogisch medewerkers (PM-ers) en leerkrachten groep 1, 2 en 3: kunnen we de middelen ook inzetten voor gezamenlijke training en coaching van PM-ers en onderwijsassistenten?
Ja, dat kan.
Hoeveel procent van het budget van het ontwikkeling jonge kind mogen we inzetten voor het integrale stuk?
Voor het integrale budget is 15% van de uitkering per hoofdthema ingehouden. Zie de bijlage bij de Regeling kansrijke wijk. De bedragen in de bijlage die bij artikel 9 (jonge kind) staan vermeld zijn al verminderd met 15%.
Is er sprake van dubbelfinanciering wanneer er uitstel is aangevraagd van de voorgaande subsidie tot 31-12-2023?
Ja, daarom vragen we de gebieden die uitstel hebben aangevraagd pas activiteiten op te geven vanaf 1-1-2024.
Scholen in Delft en Nieuwegein zijn in de 1e regeling uitgeloot en nu mag de ene school wel en de andere met dezelfde problematiek niet deelnemen?
Vervelend, maar het besluit van de minister is een harde lijn vanwege de financiering: we gaan inzetten op scholen met de hoogste onderwijsachterstanden (5% van de leerlingen op circa 8% van de scholen). We gaan het monitoren. Gemeente mag natuurlijk altijd andere scholen zelf financieren.
Hoe is de minimale eis van 4 uur goed te verantwoorden?
Die is inhoudelijk lastig te verantwoorden, het is een financiële verantwoording. We zullen monitoren in hoeverre de uren worden gerealiseerd.
Mag het gebied worden uitgebreid?
Nee, het gaat om bestaande coalities, daar is de hoogte van de middelen ook op gebaseerd. Via de subsidieregeling vanuit OCW is het wel mogelijk dat er nieuwe scholen in aanmerking komen voor middelen, mits deze vallen in de doelgroep.
Wanneer moet het plan worden aangeleverd?
Het plan hoeft niet te worden aangeleverd bij het Rijk. Het is wel de bedoeling dat het plan wordt vastgesteld, bijvoorbeeld door een wijziging van het integrale gebiedsplan of een addendum daarop. Om beschikking te krijgen over de middelen moet uiterlijk 28 augustus 2023 het formulier dat met de concept regeling is rondgestuurd worden geretourneerd aan spukkansrijkewijk@minbzk.nl. Daarna is er geen verdere aanvraag nodig. Verantwoording vindt plaats via SISA.
Betreft het een verbreding van de scope ten opzichte van wat eerder over de andere hoofdthema’s in de Regeling kansrijke wijk is gecommuniceerd?
Met de wijziging van de Regeling kansrijke wijk wordt de scope van de SPUK voor de stedelijke focusgebieden verbreed met het thema gezonde leefomgeving. Deze middelen zijn niet betrokken bij het integrale budget en de wijziging ziet niet op (een verbreding van) de voorwaarden die gelden voor de andere hoofdthema’s.
Is het mogelijk om de middelen te stapelen met andere gelden uit bijvoorbeeld de woningbouwimpuls, ZonMw calls of de specifieke uitkering die onder de vlag van het Gezond en Actief Leven Akkoord (GALA) openstaat?
Ja, dit kan, binnen de voorwaarden die op de verschillende geldstromen van toepassing zijn. Bijvoorbeeld worden de middelen vanuit de SPUK kansrijke wijk ingezet voor planvorming, en geldt voor de uitvoeringsmiddelen die onder de vlag van het GALA beschikbaar zijn gesteld dat hier een integraal plan van aanpak aan ten grondslag ligt. Het is niet toegestaan om via verschillende financieringsstromen middelen in te zetten voor precies dezelfde kosten (geen dubbelfinanciering van één en dezelfde activiteit).
Is het mogelijk om de middelen in te zetten voor wetenschappelijk onderzoek of experimenten?
Voor zover dit deel uitmaakt van het proces van planvorming is dat mogelijk. Bij een experiment is het dan bijvoorbeeld wel belangrijk dat duidelijk is hoe de uitkomsten gaan meewegen in de afweging om een interventie wel of niet mee te nemen in het uiteindelijke plan.
Is de planvorming bedoeld voor gebiedsontwikkeling of interventies in de buitenruimte?
Beide zijn mogelijk, het is aan gemeenten om na te gaan welke behoefte er is in het stedelijk focusgebied. Dat kan betekenen dat het plan zich richt op een integrale gebiedsontwikkeling, maar het is ook denkbaar dat er wordt gekozen voor een kwaliteitsverhoging binnen de bestaande gebiedsinrichting. Denk bijvoorbeeld aan het (door)ontwikkelen van groen lint in de wijk ten behoeve van ontspanning en beweging, een herziening van het verkeerscirculatie plan om de luchtkwaliteit te verbeteren of het aanpakken van bronnen van overlast.
Mogen de middelen worden doorgeschoven naar latere jaren, ook gelet op de beperkte capaciteit en het feit dat de middelen voor 2023 pas laat beschikbaar komen?
Ja, de middelen van 2023 mogen voor maximaal 100% doorgeschoven worden naar 2024, en die van 2024 voor maximaal 100% naar 2025. Hier is geen aparte toestemming voor nodig. Wel moeten de middelen voor gezonde leefomgeving uiterlijk 2025 zijn uitgegeven (doorschuiven naar 2026 is niet mogelijk).
Welke middelen stelt het Rijk beschikbaar na 2025?
Dit is aan een volgend kabinet om te beslissen. Bij de planvorming is het een overweging om verschillende scenario’s te verkennen, ook rekening houdend met beschikbare middelen voor andere beleidsdoeleinden waar een gezonde leefomgeving aan kan bijdragen (bijvoorbeeld het terugdringen van gezondheidsverschillen of sport en bewegen).
Bij monitoring komen de resultaten pas na 2025. Hoe wordt hierop afgerekend?
De middelen mogen gebruikt worden om de monitoring in te richten. Denk hierbij bijvoorbeeld aan een nulmeting of het vaststellen van indicatoren. Gemeenten kunnen monitoring inzetten om in de komende jaren te kunnen beoordelen of interventies werken en eventueel bij te sturen. De verantwoording van de middelen beperkt zich tot de SISA-criteria (uitgaven per jaar en cumulatief).
Het belangstellingsformulier vraagt waar het plan uiteindelijk wordt vastgelegd. Wat als dit nog niet duidelijk is?
Het is geen probleem als dit gedurende het proces nog verandert. Belangrijk is dat voor het stedelijk focusgebied het plan wordt vastgelegd en daarmee een zekere status heeft. Deze vraag is in het formulier opgenomen om een beeld te krijgen van hoe de gemeente de relatie ziet tussen de planvorming voor gezonde leefomgeving en het integraal plan dat voor het stedelijk focusgebied is/wordt opgesteld. Wordt dit integrale plan herzien om de gezonde leefomgeving hierin mee te nemen, of wordt het plan voor gezonde leefomgeving in eerste instantie los van de andere hoofdthema’s in de Regeling kansrijke wijk uitgewerkt? Het is de ambitie van het Rijk dat de verschillende thema’s wel steeds meer in samenhang worden opgepakt.
Is er overlap tussen de GALA SPUK van VWS en de toevoeging die VWS in het najaar doet aan de SPUK Kansrijke wijk?
Nee, de toevoeging van VWS is alleen bestemd voor de NPLV-gebieden en het onderwerp betreft planvorming voor een gezonde leefomgeving.
Voor het integrale budget wordt 15% van de uitkering op de diverse hoofdthema’s ingehouden. Mag je een lager budget, bijvoorbeeld 7%, als integraal budget oormerken?
De bedragen die in de bijlage bij de Regeling kansrijke wijk staan vermeld voor het integrale budget staan vast en zijn bedoeld voor activiteiten die bijdragen aan een of meerdere doelstellingen van de hoofdthema’s (zie art. 4 van de Regeling).
Wat wel mag is dat een deel van het integrale budget wordt besteed aan een of meer hoofdthema’s, waarbij ook de bestedingsvoorwaarden gelden (zie art. 5, 6, 7, 8 en 9 van de Regeling). Dit dient in het aanvraagformulier onder ‘A. Integrale middelen’ dan duidelijk te worden aangegeven. Dubbel financieren mag niet.
Voorbeeld: U wilt integrale middelen gebruiken om de inzet op Ontwikkeling Jonge Kind te bevorderen, gezien de middelen voor dit hoofdthema niet voldoende zijn om de geplande activiteit te bekostigen. Hiervoor dient u de activiteit op te delen in twee aanvragen; een deel vraagt u aan onder de sectie Ontwikkeling Jonge Kind en het overige deel onder de sectie Integraal. Hierbij mag u dezelfde omschrijving van de activiteit gebruiken, maar dient u wel aan te geven op welke manier de extra inzet vanuit het integrale deel het bereik van de activiteit vergroot.
Mag de verdeling van de 15% anders? Dus van het ene hoofdthema iets minder en van het andere hoofdthema iets meer inhouden, maar dat je wel op het totale integrale budget uitkomt.
Nee, voor elk hoofdthema geldt dat het budget met 15% is verminderd ten behoeve van het integrale budget. Ook het totale integrale budget staat vast zoals in de bijlage bij de Regeling staat vermeld. Voor de besteding van het integrale budget geldt geen vaste verdeling. Dit budget is vrij te besteden aan activiteiten die bijdragen aan een of meerdere doelstellingen van de hoofdthema’s (zie art. 4 van de Regeling).
Kunnen we een deel van het integrale budget - het deel gericht op het versterken van de mentale weerbaarheid van jongeren toevoegen aan de aanvraag veerkracht & weerbaarheid, zodat daar het budget met 133.000 per jaar wordt opgehoogd (nu 85.000 per jaar)?
Ja, dat is mogelijk. Dit dient in het aanvraagformulier onder ‘A. Integrale middelen’ wel duidelijk te worden aangegeven. Zie voorbeeld hierboven.
We willen speelplaatsen verbinden; het creëren van een verbindende route tussen diverse speelplekken met veilige oversteekplaatsen. Dit in combinatie met een beweegroute voor oudere jeugd en volwassenen. Zou dat kunnen?
Nee, dat past niet onder een van de doelstellingen van de hoofdthema’s.
Past het verzorgen van schoolmaaltijden onder een van de hoofdthema’s?
Schoolmaaltijden zijn vanuit het programma ‘school en omgeving’ uitgesloten. De middelen vanuit ‘preventie van armoede en schulden’ kunnen echter wel ingezet worden voor de schoolmaaltijden zelf en coördinatie daarvan, mits hier een duidelijke link met preventie van geldzorgen en armoede aan wordt gekoppeld. Bijvoorbeeld door de coördinatoren van de maaltijden verder op te leiden om de contacten met de ouders te onderhouden en eventueel als sleutelfiguur in te zetten in de wijk om de drempel tot vragen over armoede en geldzorgen te verlagen. Daarbij geldt ook de lijn (zoals voor SPUK breed) dat er niet dubbel gefinancierd mag worden, dus scholen die vanuit de SPUK middelen hiervoor ontvangen kunnen geen aanspraak maken op de regeling vanuit OCW en andersom. Gemeenten zijn verantwoordelijk om ervoor te zorgen dat scholen niet dubbel worden gefinancierd voor schoolmaaltijden.
Schoolmaaltijden worden in 2023 landelijk voor de scholen met leerlingen uit arme gezinnen nog vergoed. Het is nog niet duidelijk hoe dat in 2024 gaat en of het programma in het volgende regeerakkoord landt. Mochten er toch middelen vrijkomen voor schoolmaaltijden in de komende jaren, dan kan deze activiteit middels een wijzigingsformulier worden gewijzigd naar een nieuwe activiteit.