Gemengd wonen in de Seyster Veste: “Je steunt je medemens waar nodig”
In 2020 openden Woongoed Zeist, stichting De Tussenvoorziening en gemeente Zeist samen het gemengd wonen project de Seyster Veste, onder het motto ‘Beter een goede buur, dan een verre vriend’. Het wooncomplex wordt inmiddels bewoond door mensen die een steuntje in de rug kunnen gebruiken én mensen die dat steuntje graag geven. Maar hoe houd je de bewoners en de buren betrokken bij een vitale en leefbare woonomgeving? Hoe zorg je voor een ‘thuis voor iedereen’? Nahje en Roanne, bestuurders bij woonverenging Seyster Veste en beiden lid van de toelatingscommissie, vertellen hoe de woonvereniging een mooie mix van mensen bij elkaar brengt.
Woningcorporatie Woongoed Zeist transformeerde het voormalig kantoorpand van de Seyster Veste tot 32 twee- en driekamerappartementen. “De woonvereniging is opgestart in samenwerking tussen de woningcorporatie en stichting De Tussenvoorziening”, vertelt Nahje. “De bewoners komen daar ook vandaan. De Seyster Veste wordt voor 50% bewoond door mensen die begeleiding krijgen van De Tussenvoorziening. Deze organisatie biedt mensen in de regio Utrecht en omstreken opvang, woon- en financiële begeleiding wanneer ze in een kwetsbare situatie zitten en het in hun eentje niet redden. Bijvoorbeeld omdat ze geen dak boven hun hoofd hebben, hoge schulden hebben of een steuntje in de rug kunnen gebruiken. Een begeleidingsteam van De Tussenvoorziening helpt hen waar nodig.” De andere helft van de bewoners zijn reguliere huurders die kiezen om als ‘goede buur’ deel te nemen aan het woonproject. “De Seyster Veste is een gemengd wonen project waar verschillende mensen zich thuis voelen en met elkaar eigenaar zijn van hun leefomgeving”, aldus Nahje.
Contact met omwonenden
“Wij begonnen met de Seyster Veste toen de coronapandemie uitbrak. Bij een project voor gemengd wonen is het de bedoeling dat je regelmatig bij elkaar komt. Dat is moeilijk in een periode waar het juist niet mag. Ondanks alles, is het ons gelukt om een kleine, hechte gemeenschap te vormen. Daar ben ik trots op”, vertelt Nahje. Hoe hebben ze ervoor gezorgd dat het alsnog een gemeenschap werd? Roanne vertelt: “Door activiteiten te blijven organiseren waar iedereen welkom is. Denk aan een kledingmarkt in de zomer of een lopend buffet tijdens kerst.” Dat verliep uiteraard wel allemaal coronaproof: anderhalve meter afstand met een mondkapje op. “Iedereen nam iets mee voor het lopend buffet. Samen eten kon niet, maar door het buffet heb je wel even contact met elkaar. Dat creëert een band. Ook al konden wij het niet organiseren zoals wij het eerst voor ogen hadden, we hebben wel iets moois en memorabel kunnen neerzetten voor de bewoners.”
En de reactie van de buurt? Volgens Roanne stonden niet alle omwonenden te springen voor een project als de Seyster Veste. Vooral in het begin. “Er waren veel vooroordelen. Buurtbewoners maakten zich zorgen over de mensen die hier kwamen wonen. Ook maakten ze zich druk over eventuele overlast.” Nu de coronamaatregelen meer losgelaten geworden, willen ze iets gezamenlijks organiseren. “We willen een goede indruk achterlaten op de omwonenden, maar hebben nog niet de kans gekregen om iets te organiseren met de buurtbewoners. Dit staat wel op de agenda”, vertelt Roanne. “Vorig jaar hebben wij contact gehad met de wijkagent om te kijken of we iets op de parkeerplekken kunnen organiseren, maar dat kon toen niet vanwege corona. Dat is iets wat wij dit jaar gaan oppakken. Een leuke barbecue met de buurtbewoners, bijvoorbeeld.”
Roanne vertelt dat de woonvereniging ook maandelijks een nieuwsbrief stuurt, zowel naar de bewoners van de Seyster Veste als naar de buurtbewoners. Afgelopen kerst stuurden ze ook kerstkaarten. “We doen dit, zodat buurtbewoners weten wie wij zijn en wat we doen. Ik vind dat wij als woonvereniging een bepaalde verantwoordelijkheid hebben. Daar willen wij vanuit het bestuur aandacht aan geven. In elk maandelijkse overleg kijken we of er klachten zijn en bespreken we hoe we kunnen laten zien dat wij een aanwinst zijn voor de buurt. In dat overleg zitten mensen die korte lijnen hebben met de gemeente, woningcorporatie en andere maatschappelijke organisaties. Als we vragen hebben, kunnen we altijd bij hen terecht. Dat contact verloopt erg prettig.”
Betrokkenheid aanmoedigen
“Als je in de Seyster Veste woont, ben je automatisch lid van de woonverenging”, vertelt Nahje. “Als reguliere huurder moet je lid zijn van één van de drie commissies: het bestuur, de toelatingscommissie of de activiteitencommissie. Voor de bewoners vanuit de Tussenvoorziening is dit niet verplicht. Wij vragen hen wel of zij mee willen doen met activiteiten.” Daar is de activiteitencommissie voor. “De activiteitencommissie organiseert activiteiten waar iedereen voor wordt uitgenodigd”, vertelt Roanne. “Na twee jaar merken we dat er ook clubjes ontstaan, bijvoorbeeld als bewoners het leuk vinden om samen te gaan gamen. Ook nodigen bewoners elkaar uit voor verjaardagen en dergelijke. Dat is leuk om te zien.”
Volgens Roanne wordt er echt een gemeenschap gecreëerd. “We zien wel dat de ene bewoner zich meer betrokken voelt dan de ander. Dit is bij zowel de reguliere huurders als bij bewoners die vanuit de Tussenvoorziening komen. Sommige mensen hebben achteraf geen behoefte om af te spreken of betrokken te worden bij bepaalde dingen.” Nahje vertelt dat het wel de bedoeling is dat iedereen er zoveel mogelijk betrokken wordt en blijft. “Mensen die wij weinig zien of waarvan we niet weten hoe het gaat, proberen we erbij te betrekken. Dat is soms een uitdaging, want alles is op vrijwillige basis. Bij de reguliere huurder is het iets strenger. Bij hen staat in het contract dat zij ervoor tekenen om betrokken te zijn en blijven bij activiteiten en dergelijke.” Bij de bewoners vanuit de Tussenvoorziening kijken we ook naar maatwerk. “Sommige bewoners stappen niet makkelijk af op anderen of reguliere bewoners”, vertelt Nahje. “Bij hen proberen we te kijken naar wat het beste aansluit bij iemand. Vindt degene het fijn als we even op de koffie gaan? Of is een sms- of WhatsApp-berichtje genoeg? Dat verschilt per persoon.”
Huurcontract op eigen naam
Voor de Tussenvoorziening is dit het eerste gemengd wonen project in de regio (buiten de gemeente) Utrecht. De stichting biedt ambulante woonbegeleiding aan de bewoners die uit de maatschappelijke opvang komen. Vaak zijn dat bewoners die verslaafd of dakloos zijn geweest. Het begeleidingsteam van de Tussenvoorziening helpt hen waar nodig en heeft een eigen kantoor in het pand. “Binnenkort vertrekt het begeleidingsteam uit de Seyster Veste”, zegt Nahje. “Dat is altijd het plan geweest. Bewoners vanuit de Tussenvoorziening krijgen binnen drie jaar de kans om hun financiën op orde te krijgen en een passende dagbesteding te vinden, bijvoorbeeld werk of scholing. Vervolgens wordt het huurcontract overgezet op eigen naam.” Volgens Nahje noemen ze dat ‘omklappen naar contract op eigen naam’. Het huurcontract krijgen ze dan niet via De Tussenvoorziening, maar via woningcorporatie Woongoed Zeist. “De cliënten krijgen op deze manier weer de regie over hun eigen leven. Ze leren hoe ze zo zelfstandig mogelijk een eigen bestaan kunnen opbouwen. We hopen dat wij daar zoveel mogelijk bij kunnen helpen.” Het betekent overigens niet dat de bewoners daarna aan hun lot worden overgelaten. “Het begeleidingsteam is alleen niet meer fysiek aanwezig in de Seyster Veste. Als de bewoners vragen of hulp nodig hebben, kunnen zij altijd bij ons terecht.”
Groeien en ontwikkelen
“Openheid is belangrijk in het gezamenlijk wonen met huurders van verschillende achtergronden”, vertelt Nahje. “Je weet nooit van tevoren wat iemand heeft meegemaakt of hoe iemand in zijn vel zit. Respect hebben voor elkaar en openstaan voor elkaars verhaal. Durf het gesprek aan te aan met elkaar en durf van elkaar te leren. Houd het ook laagdrempelig.” Volgens Nahje is dat ook meteen een tip die ze wilt doorgeven aan andere projecten voor gemengd wonen. “Met dit soort projecten heb je altijd mensen tussen zitten die lastiger te betrekken zijn. Ze zijn angstig of vinden het niet fijn om in de middelpunt van belangstelling te staan. Die mensen moet je vanaf het begin proberen mee te trekken en laten zien dat het een fijne, veilige gemeenschap is. Laagdrempeligheid is daarbij belangrijk”.
Roanne geeft aan dat de bewoners vanuit de Tussenvoorziening echt blij zijn dat ze hier zitten. “In het begin keken ze de kat uit de boom en vonden het lastig om contacten te leggen. Nu zie je dat ze bij activiteiten aanwezig zijn. Sommige bewoners zeggen dat het hen heeft verrijkt. Natuurlijk is dat niet bij iedereen, maar bij een aantal hoor je dat het wonen in de Seyster Veste een aanvulling in hun leven is geworden. Dat is leuk om te horen. Als we dat gevoel bij een aantal mensen hebben gecreëerd, dan weet je dat het werkt. Deze bewoners met verschillende achtergronden zouden zonder de Seyster Veste nooit met elkaar in aanraking komen. De bewoners die vanuit de Tussenvoorziening komen gaan weer aan het werk, gaan sporten en bouwen contacten op. Dat vind ik heel goed aan het project. Je ziet mensen groeien en ontwikkelen. Dat is mooi om te zien.”