Versnelde huisvesting voor spoedzoekers in Wonen bij LARS en LILY in Lelystad
Voor de huisvesting van spoedzoekers in de regio Lelystad, waaronder mensen die gescheiden zijn, jongeren, arbeidsmigranten en statushouders, experimenteerden de gemeente Lelystad en woningcorporatie Centrada met bijna kant-en-klare woningen uit de fabriek. En met succes: de versneld gerealiseerde doorstroomlocatie Wonen bij LARS biedt huisvesting aan 150 huishoudens uit deze doelgroep. Naar verwachting wordt de bouw van de tweede locatie nog dit jaar afgerond. “Er waren in het begin aarzelingen, maar we zouden het zo weer doen”, zegt Martine Visser, directeur-bestuurder van woningcorporatie Centrada.
Voor de gemeente en de woningcorporatie begon het traject ongeveer twee jaar geleden met een busreis door het hele land. Medewerkers gingen onder andere langs bij succesvolle projecten in Leiden, Amsterdam en Utrecht, want volgens Martine Visser was het realiseren van tijdelijke woningen nieuw voor hen. “De gemeente wilde illegale kamerverhuur in Lelystad aanpakken”, kijkt ze terug. “Maar dan moest er wel een alternatief komen om deze mensen alsnog een woning te geven.” Naast het maken van plannen voor meer permanente sociale huurwoningen in Lelystad werd ook contact gezocht met Centrada voor de realisatie van een doorstroomlocatie voor onder andere spoedzoekers en statushouders. Zo krijgen zij de tijd om te zoeken naar een passende woning, zonder de angst om op straat te belanden.
Nog geen twee jaar na de busreis zijn de eerste 150 woningen beschikbaar op het appartementencomplex Wonen bij LARS, verdeeld over drie woongebouwen rondom een gemeenschappelijk middenterrein met daarop een paviljoen (met een wasserette), terras en recreatieve buitenruimte. Visser: “Tien jaar geleden hadden we nog slechte ervaringen met tijdelijke woningen, waardoor we eerst twijfels hadden over de vraag van de gemeente. We willen namelijk wel een fatsoenlijke kwaliteit en leefbaarheid. Maar de woningmarkt en de kwaliteit van de tijdelijke woningen zijn sindsdien flink veranderd. Je kan het bijna niet meer onderscheiden van een normale woonwijk. En je kan de woningen ook weer makkelijk weghalen en verplaatsen.”
Complexbeheerder spin in het web
De busreis door Nederland leverde Centrada vele nieuwe inzichten op, bijvoorbeeld over de manier van toewijzen. Ongeveer een derde van de nieuwe woningen gaat naar statushouders, waarna de rest via loting wordt toebedeeld aan spoedzoekers, uitstromers uit maatschappelijke opvang en andere woningzoekers die het extra moeilijk hebben op de woningmarkt. De verdeling van het aantal beschikbare woning per inkomensgroep is volgens Visser gemaakt op basis van eigen wachtlijsten. “Voorafgaand houden we wel motivatiegesprekken met geïnteresseerden om te kijken of ze baat hebben bij zo’n woning, om praktische zaken vooraf te bespreken en heldere verwachtingen te creëren”, voegt Visser toe.
"De beheerder is de spin in het web: hij of zij gaat het gesprek aan met de bewoners en faciliteert bijvoorbeeld ook activiteiten in de gemeenschappelijke ruimtes."
Naast het belang van een goede mix van bewoners zag de corporatie ook goede begeleiding op locatie als een cruciaal goed. Zo heeft het complex een fulltime sociaal complexbeheerder om zowel technische als sociale zaken te behandelen. “Normaalgesproken hebben we op zo’n complex ongeveer een halve fte rondlopen, maar op dit complex heb je ook deels te maken met kwetsbare mensen. De een redt zichzelf prima, maar de ander heeft wat meer begeleiding nodig. De beheerder is de spin in het web: hij of zij gaat het gesprek aan met de bewoners en faciliteert bijvoorbeeld ook activiteiten in de gemeenschappelijke ruimtes. Zo wordt samen met de bewoners de gezamenlijke tuin ingericht.”
Proces ging zelfs te snel
Zowel Centrada als gemeente stonden op scherp om de snelheid erin te houden, maar dan loop je toch aan tegen de partijen die niet in dat snelle proces zitten. Nutsbedrijven konden niet op tijd de water-, elektra- en internetvoorzieningen leveren. “Bij het eerste contact kregen we te horen dat eerst een postcode nodig was, maar die was er nog niet, want daarvoor moet de omgevingsvergunning rond zijn. Echt zonde, dat die verschillende processen niet parallel aan elkaar kunnen lopen. Driekwart jaar later sloten we achter in de rij aan, waardoor we lang moesten wachten. En dat terwijl de realisatie van het project bij het eerste contactmoment al zeker was en de tekeningen klaarlagen.” Bij de levering van de woningen was daardoor nog geen elektra en internet beschikbaar, waardoor de corporatie onder andere moest investeren in een tijdelijk aggregaat en een straalverbinding voor internet gedurende 4 maanden. Hier moeten gemeentes en corporaties echt rekening mee houden in hun tijdsplanning, omdat ze snellere aansluiting niet kunnen forceren. Je bent helemaal afhankelijk van derden.
Na het succes van Wonen bij LARS volgden al snel plannen voor het complex Wonen bij LILY met 150 doorstroomwoningen voor grotere huishoudens. Naar verwachting wordt de bouw van deze woningen nog dit jaar afgerond. Ondertussen kloppen andere gemeenten in Nederland zelfs aan bij de woningcorporatie om een kijkje in de keuken te nemen in Lelystad. “We hebben zelfs een bewoner van een gewone woning die interesse toonde voor een woning op het complex, puur voor het sociale aspect. Dat zien wij zeker als een compliment!”