Verlenging termijnen voorlopige investeringsverklaringen vermindering verhuurderheffing
De termijn voor het aflopen van voorlopige investeringsverklaringen wordt verruimd. De verruiming geldt voor de voorlopige investeringsverklaringen die zijn toegekend en waarvan de termijn gerekend vanaf de datum van de aanmelding voorgenomen investering – zonder deze verruiming – zou verstrijken in de kalenderjaren 2020, 2021 of 2022. Hiermee krijgen verhuurders een jaar langer de tijd om projecten af te ronden, zonder het recht op de heffingsvermindering te verliezen. De reden voor de verlenging is dat projecten vertraging kunnen oplopen door onder andere contactbeperkende maatregelen die gelden in de coronatijd.
Voorbeelden:
- Een project had als einddatum op de voorlopige investeringsverklaring 1 augustus 2020. De nieuwe einddatum voor de voorlopige investeringsverklaring wordt 1 augustus 2021.
- Een project heeft als einddatum op de voorlopige investeringsverklaring 1 juli 2022. De nieuwe einddatum voor de voorlopige investeringsverklaring wordt 1 juli 2023.
Inwerkingtreding van de wet
De Eerste Kamer stemde op 23 maart 2021 in met de Wet tijdelijke huurkorting, waar deze wijziging deel van uitmaakt (35516). De wet treedt op 1 april in werking; de verlenging van de termijn werkt terug tot en met 1 januari 2020 (Staatblad 162).
Verhuurders hoeven niet te melden dat ze gebruik maken van de verruimde termijn. Deze ruimere termijn geldt dan automatisch vanaf 1 januari 2020 tot en met 31 december 2022.