Leefbaarheid verbeterd maar verschillen groter

Tussen 2020 en 2022 verbeterde de gemiddelde leefbaarheid in Nederland, hoewel dit vooral geldt voor de gebieden waar de leefbaarheid al goed was. Er zijn ook gebieden in Nederland waar de verschillen in leefbaarheid zijn vergroot. Dat blijkt uit de Leefbaarometer van Atlas Research en In.Fact.Research, die tweejaarlijks wordt opgesteld in opdracht van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK). Vandaag stuurde minister Hugo de Jonge het analyserapport over de Leefbaarometer 2022 aan de Tweede Kamer.

De leefbaarheid van een buurt of wijk gaat over in hoeverre de omgeving aansluit bij de eisen en wensen van de mensen die er wonen. Het gaat dan om de fysieke omgeving, woningvoorraad, voorzieningen, sociale samenhang en om overlast en onveiligheid. In de gebieden met een slechte leefbaarheid droegen vermindering van de overlast en onveiligheid flink bij aan een verbeterde leefbaarheid tussen 2020 en 2022, gevolgd door de woningvoorraad. Zo heeft nieuwbouw een positief effect op de leefbaarheid. In de gebieden waar de leefbaarheid verder daalde terwijl er al sprake was van een slechte leefbaarheid, had de daling voor 60 procent te maken met een verslechtering van overlast en onveiligheid.  

Niet alleen in de Randstad staat de leefbaarheid structureel onder druk

Ongeveer 1,1 miljoen mensen (528 duizend huishoudens) wonen in een gebied waar de leefbaarheid structureel onder druk staat. Daar gaat het vaak al jaren slecht. Die gebieden zijn in alle provincies te vinden, behalve in Zeeland. Het gaat vooral om de grote(re) steden, maar ook kleinere gemeenten als Tiel, Bergen op Zoom, Venlo en gemeenten in de IJmond (Beverwijk, Velsen) en Noordoost Groningen (Eemsdelta), Nissewaard en Capelle aan den IJssel. Onderaan dit nieuwsbericht is een overzicht te vinden.

In de vier grote steden – Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht – zijn de problemen het meest hardnekkig. Toch is er ook goed nieuws, want in Den Haag gevolgd door Rotterdam, Tilburg, Amsterdam, Leeuwarden en Utrecht verbeterde de leefbaarheid het meeste. Vaak gaat het om delen van buurten die achteruit of vooruitgaan.

Roosendaal Ring: leefbaarheid structureel onder druk 

“We hebben in Roosendaal te maken met een stapeling van problemen op het gebied van wonen, veiligheid, onderwijs, armoede en gezondheid. Maar anders dan in bijvoorbeeld een kwetsbaar gebied in de Randstad. Dit komt doordat de problematiek in onze gemeente versnipperd is, maar de optelsom hetzelfde. Problemen met de huisvesting van arbeidsmigranten in omliggende gemeenten hebben bijvoorbeeld ook hun weerslag op de stad Roosendaal, evenals de problemen rond criminaliteit en de kwetsbare mensen die zorg nodig hebben.” – Burgemeester Han van Midden van Roosendaal. (Bron: Omroep Brabant). 

Lees in dit nieuwsbericht de analyse over Roosendaal. 

Nieuwbouw heeft een positief effect op de leefbaarheid

Hoe ongunstiger de leefbaarheid, hoe groter de positieve impact van nieuwbouw

Nieuwbouw heeft een positief effect op de leefbaarheid, zowel binnenstedelijk als in uitbreidingsgebieden. Vooral gebieden waar de laatste jaren nieuw is gebouwd scoren goed. Die positieve impact van nieuwbouw is groter naarmate de leefbaarheid in een gebied slechter was.

Minister Hugo de Jonge: “Goed om te zien dat investeren in nieuwbouw aantoonbaar de leefbaarheid verbetert. De afgelopen jaren heeft het Rijk met onder meer het Volkshuisvestingsfonds flink geïnvesteerd in kwetsbare gebieden. Onlangs is er 175 euro miljoen uitgekeerd en binnenkort kunnen gemeenten weer aanspraak maken op een nieuwe ronde waarvoor 114 miljoen euro beschikbaar is. Gemeenten en regio's kunnen met geld uit dit fonds investeren in herstructurering van de woningvoorraad in de meest kwetsbare gebieden met als doel de leefbaarheid en de veiligheid aldaar te verbeteren.”

Hillesluis Rotterdam Zuid: sterkste toename leefbaarheid in Nederland

In Hillesluis in Rotterdam Zuid verbeterde de leefbaarheid tussen 2020 en 2022 het sterkst in Nederland. 65 procent van de huishoudens woont in een straat waar de leefbaarheid is verbeterd tegenover 22 procent in gemiddeld Nederland. Desondanks is de leefbaarheid er nog steeds ‘onvoldoende’, blijkt uit de Leefbaarometer. In deze video zie je hoe Hillesluis de leefbaarheid verbetert.

Sterke samenhang leefbaarheid en gezondheid

De Leefbaarometer laat ook zien dat in gebieden met een mindere leefbaarheid relatief meer mensen wonen met gezondheidsproblemen. Van de bewoners in gebieden met een zeer goede of uitstekende leefbaarheid net iets minder dan 4 procent in 2022 een (zeer) slechte gezondheid. In gebieden met een onvoldoende leefbaarheid was dat bijna 14% en daarmee 3,5 keer meer. Dat geldt ook voor het aandeel bewoners dat kampt met mentale gezondheidsproblemen.

Nationaal Programma Leefbaarheid en Veiligheid

Met het Nationaal Programma Leefbaarheid en Veiligheid (NPLV) wordt sinds 2022 in 20 kwetsbare stedelijke gebieden problemen in samenhang aangepakt. Bewoners hebben vaak te maken met een stapeling van problemen rondom onderwijs, armoede, gezondheid, wonen en veiligheid. Het nieuwe kabinet gaat de integrale en langjarige aanpak van het Nationaal Programma Leefbaarheid en Veiligheid voortzetten, zo staat in het Hoofdlijnenakkoord 2024-2028.

Leefbaarheid onder druk per gebied

Vergroot afbeelding Op deze visual is voor 46 gebieden in Nederland te zien in hoeveel procent van de huishoudens de leefbaarheid structureel onder druk staat. In de tabel in de tekst is deze informatie te bekijken.
Overzicht van het aantal huishoudens in 46 gebieden waar de leefbaarheid structureel onder druk staat.

Bekijk hier welk percentage bij welk gebied hoort.

Gemeente % woningen in gebieden structureel onder druk
1. 's-Gravenhage 22,4%
2. 's-Hertogenbosch 1,3%

3. Almelo

11,5%

4. Almere 11,6%
5. Amsterdam 15,2%
6. Arnhem

21,2%

7. Bergen op Zoom 20,7%
8. Beverwijk 28,0%
9. Breda 10,5%
10. Brunssum 5,4%
11. Capelle aan den IJssel 13,8%
12. Delft 18,0%
13. Den Helder 12,0%
14. Dordrecht 12,4%
15. Eemsdelta 13,9%
16. Eindhoven 3,3%
17. Emmen 14,1%
18. Enschede 19,2%
19. Groningen 4,0%
20. Haarlem 8,1%
21. Heemskerk 9,8%
22. Heerlen 21,9%
23. Helmond 21,2%
24. Kerkrade 27,2%
25. Leeuwarden 9,6%
26. Leiden 2,2%
27. Lelystad 13,6%
28. Maassluis 18,4%
29. Maastricht 11,3%
30. Midden-Groningen 12,8%
31. Nijmegen 16,4%
32. Nissewaard 27,5%
33. Roosendaal 22,5%
34. Rotterdam 23,5%
35. Schiedam 27,0%
36. Sittard-Geleen 16,7%
37. Sliedrecht 6,3%
38. Tiel 30,0%
39. Tilburg 14,9%
40. Utrecht 15,3%
41. Velsen 10,5%
42. Venlo 11,4%
43. Vlaardingen 28,5%
44. Zaanstad 12,1%
45. Zoetermeer 14,3%
46. Zwijndrecht 8,4%