Evaluatie en wijziging Woningwet
In 2015 is de Woningwet herzien. De herziene Woningwet is geëvalueerd op de doeltreffendheid en effecten van de genomen maatregelen. Naar aanleiding van deze evaluatie is de Woningwet per 2022 gewijzigd.
Bij de evaluatie is de toekomstbestendigheid van de wet gezet tegenover de opgaven die voor corporaties worden verwacht. Ook zijn het functioneren van het extern toezicht en de inrichting van de saneringsfunctie onder de loep genomen. De evaluatie wees uit dat de hoofddoelen van de wet bereikt worden en dat stelselwijzigingen niet nodig zijn. Wel is gebleken dat de werking en toekomstbestendigheid verbeterd kunnen worden.
Wijziging per 1 januari 2022
Naar aanleiding van de evaluatie zijn aanpassingen gedaan in de Woningwet, het onderliggende Besluit toegelaten instellingen volkshuisvesting (BTIV) en de Regeling toegelaten instellingen volkshuisvesting (RTIV). Aan corporaties is meer ruimte geboden voor lokaal maatwerk, de toezichthouder heeft meer ruimte voor risicogericht toezicht en de administratieve lasten voor corporaties zijn zoveel mogelijk verlicht. Dit is gebeurd door detailregelgeving te schrappen en dubbele waarborgen weg te nemen, bijvoorbeeld door corporaties, gemeenten en huurders meer vrijheid te geven om het proces van prestatieafspraken in te richten op een manier die aansluit bij de lokale context. Verder zijn regels zoveel mogelijk vereenvoudigd en verduidelijkt.
Meer informatie aanpassingen
In onderstaande video vertellen het ministerie van VRO, de Autoriteit woningcorporaties (Aw), de Woonbond, Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) en Aedes over de nieuwe Woningwet die sinds 1 januari 2022 van kracht is. In het document ‘De Woningwet vanaf 1 januari 2022’ worden per hoofdonderwerp de belangrijkste aanpassingen in de Woningwet gepresenteerd.
*Muziek speelt* Kevin Klop – Coördinator Woningwet, Ministerie van BZK: In 2015 vond een herziening van de Woningwet plaats. De afgelopen jaren zijn deze wijzigingen geëvalueerd. Uit de evaluatie kwam dat de hoofddoelen worden bereikt, maar ook dat er nog veel beter kan in de wet. Daarom wordt de Woningwet per 1 januari 2022 opnieuw gewijzigd. Detailregels worden vervangen door meer algemene principes en dubbele waarborgen worden geschrapt. Dat geeft meer ruimte voor lokaal maatwerk, risicogericht toezicht en het vermindert de administratieve lasten. Aan de taken van corporaties verandert dus niets, maar het betekent wel minder gedoe in de praktijk. *Muziek* Kevin Klop – Coördinator Woningwet, Ministerie van BZK: Het eerste voorbeeld is de leefbaarheid, daarvoor gold een maximumbedrag per woning. We vinden echter dat lokaal, met gemeenten en huurdersorganisaties, moet worden bepaald hoeveel besteed wordt aan leefbaarheidsactiviteiten. Daar kunnen vanaf januari ook activiteiten gericht op ontmoeting onder vallen. Een ander voorbeeld waarbij de woningwet is vereenvoudigd zien we bij maatschappelijk vastgoed. De afgelopen jaren moest nieuw maatschappelijk vastgoed fysiek verbonden zijn met de woning, terwijl een losstaand gebouw soms veel handiger is. Met de nieuwe Woningwet komt deze eis daarom te vervallen. Een derde belangrijke wijzigingen vindt plaats op het gebied van de verduurzaming. Corporaties mogen straks de opbrengsten van zonnepanelen direct terugleveren aan het net, in plaats van via de meterkast van de huurder. Daarnaast mogen corporaties bij gemengde complexen en rijtjeswoningen voor de andere eigenaren ons zorgen. De investeringskosten blijven natuurlijk wel voor de eigenaar. Ha, Nienke. Ik heb het gehad over een paar wijzigingen in de Woningwet. Wat betekent dat nu voor de toezichthouder? Nienke de Silva – Coördinerend adviseur, Autoriteit woningcorporaties (Aw): De regels zoals die waren die betekenen voor de Autoriteit woningcorporaties weinig ruimte om in bijzondere omstandigheden af te kunnen wijken, maatwerk toe te passen. Die ruimte die komt er nu wel, voor bepaalde onderwerpen zoals bijvoorbeeld bij de verkoop van woningen. Wij kunnen in bijzondere omstandigheden bepaalde regels anders toepassen. Hoe we hiermee omgaan, hebben we uitgewerkt in beleidsregels. Kevin Klop – Coördinator Woningwet, Ministerie van BZK: Oké, en welke rol spelen deze beleidsregels? Nienke de Silva – Coördinerend adviseur, Autoriteit woningcorporaties (Aw): De Aw heeft voor zes onderwerpen beleidsregels uitgewerkt. Dit hebben we gedaan met input van corporaties en stakeholders zodat het goed aansluit op de dagelijkse praktijk. Deze beleidsregels geven duidelijkheid hoe wij als toezichthouder met de ruimte in de wet omgaan, zoals bijvoorbeeld het onderwerp bedrijfsonroerendgoed, daar hebben we het begrip 'kleinschalig' uitgewerkt in beleidsregels. Kevin Klop – Coördinator Woningwet, Ministerie van BZK: En wat merken corporaties daarvan? Nienke de Silva – Coördinerend adviseur, Autoriteit woningcorporaties (Aw): In het algemeen wordt de wet eenvoudiger en duidelijker, en dat zullen corporaties zeker merken. Tegelijkertijd betekent ook die ruimte in de wet, en de meer ruimte voor maatwerk dat de motivatie door een corporatie des te belangrijker is. De Aw betrek die motivatie en uitleg die corporaties geven ook in de beoordeling. Kevin Klop – Coördinator Woningwet, Ministerie van BZK: En hoe zit het met de vergunningen? Nienke de Silva – Coördinerend adviseur, Autoriteit woningcorporaties (Aw): Het aantal vergunningen verminderd of wordt eenvoudiger. Dus ook dat zal corporaties het werk makkelijker maken. Een nieuwe wet en beleidsregels dat roept ongetwijfeld ook vragen op. Dus bij deze ook de oproep aan corporaties of andere mensen om, als ze vragen hebben of als ze twijfelen, contact op te nemen met de Autoriteit woningcorporaties. Kevin Klop – Coördinator Woningwet, Ministerie van BZK: Oké, goed idee, en daar ben ik nu benieuwd wat de huurders van deze wetswijziging merken. *Muziek speelt* Kevin Klop – Coördinator Woningwet, Ministerie van BZK: Ha, Zeno. Wat gaan huurders en huurdersorganisaties merken van deze wetswijziging? Zeno Winkels – Algemeen directeur, de Woonbond: De huurdersorganisaties krijgen iets meer tijd om te reageren op de acties van corporatie en gemeente en kunnen dus hun huurders beter raadplegen en daarmee eigenlijk komen tot een betere inbreng van de huurders in de prestatieafspraken. Kevin Klop – Coördinator Woningwet, Ministerie van BZK: Op welke wijzigingen moeten huurders nu echt letten? Zeno Winkels – Algemeen directeur, de Woonbond: Tweede punt waar de woonbond echt tevreden over is, is de leefbaarheid die terugkomt op de agenda, en corporaties kunnen straks echt de handen uit de mouwen steken als het de leefbaarheid in de achteruitlopende, kwetsbare wijken betreft. We hopen dat ze ook voldoende financiële middelen krijgen om dat te doen. Kevin Klop – Coördinator Woningwet, Ministerie van BZK: Dank je wel. Dan gaan we nu door naar de Vereniging van Nederlandse Gemeenten. *Muziek speelt* Kevin Klop – Coördinator Woningwet, Ministerie van BZK: Ha, Guust. Wat gaat de gewijzigde Woningwet voor gemeenten betekenen? Guust Linders – Beleidscoördinator Woningmarkt, Vereniging van Nederlandse Gemeenten: Wat dat gaat betekenen is dat vanaf nu eigenlijk de gemeentelijke woonvisie verplicht is. Die was altijd vrijwillig, maar nu wordt die echt verplicht. Kevin Klop – Coördinator Woningwet, Ministerie van BZK: En wat gaan gemeenten, corporaties en huurders daarvan merken? Guust Linders – Beleidscoördinator Woningmarkt, Vereniging van Nederlandse Gemeenten: Voor één april moet de woningcorporatie eigenlijk een uitnodiging sturen naar de gemeente om afspraken te maken. En die afspraken tussen de gemeente, de corporatie en de huurders, die gaan over nieuwbouw, over leefbaarheid wanneer gaat de woning van het gas af, over dat soort zaken maak je afspraken. Dus dan is het ook goed als de gemeente een woonvisie heeft, want dan kan de gemeente dat als basis gebruiken voor die afspraak. Kevin Klop – Coördinator Woningwet, Ministerie van BZK: Ok mooi. Dan 'last but not least' de Vereniging voor woningcorporaties Aedes. *Muziek speelt* Kevin Klop – Coördinator Woningwet, Ministerie van BZK: Ha Bart. Kun je vertellen wat jullie van de Woningwet vinden? Bart de Jonge – Belangenbehartiger juridische zaken/ regiobelangenbehartiger Noord-Nederland, Aedes: Wij zijn vooral blij dat allerlei detailregels uit de wet zijn. Een wet moet kaders geven voor oplossingen en het is nu een lijst met wat mag en wat niet mag. Kevin Klop – Coördinator Woningwet, Ministerie van BZK: En met welke wijzigingen zijn jullie nou het meest blij? Bart de Jonge – Belangenbehartiger juridische zaken/ regiobelangenbehartiger Noord-Nederland, Aedes: Dat er ruimte is voor de lokale partijen om afspraken te maken. Partijen moeten afspraken maken om te doen wat nodig is, en wat ons betreft kan die ruimte niet groot genoeg zijn. In de Randstad wil men vooral nieuw bouwen en bijbouwen en in de andere gebieden in Nederland gaat het vaker over herstructurering of leefbaarheid. En we zijn ook heel blij met de mogelijkheden om wat te doen met maatschappelijk vastgoed. Denk aan buurthuizen of dagbestedingsruimten. Want dat zijn de dingen die erg helpen om het wonen voor mensen beter te maken. Daar zijn we immers voor en ik weet zeker dat corporaties die mogelijkheden zullen aangrijpen. Kevin Klop – Coördinator Woningwet, Ministerie van BZK: Oké, dank je wel. Met deze wetswijziging zetten we belangrijke stappen naar een beter werkbare wet. Er komt meer lokaal maatwerk, meer ruimte voor risicogericht toezicht en minder administratieve lasten. Kijk voor een compleet overzicht van alle wijzigingen op: www.woningmarktbeleid.nl. Logo Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties verschijnt in beeld. Beeldtekst: Dit interview is mogelijk gemaakt door het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties in samenwerking met de Autoriteit Woningcorporaties, de Woonbond, de Vereniging van Nederlandse Gemeenten en Aedes. Hun logo’s verschijnen in beeld. *Muziek stopt*
Beleidsregels Autoriteit woningcorporaties
Omdat de wijziging meer risicogericht toezicht toestaat, heeft de Autoriteit woningcorporaties (Aw) beleidsregels opgesteld waarin zij duidelijkheid biedt over het te hanteren beoordelings- en toetsingskader.