Uitwerking eisen energieprestatie voor huurwoningen en utiliteitsgebouwen

Minister Mona Keijzer heeft minimumeisen uitgewerkt voor de energieprestatie van huurwoningen en utiliteitsgebouwen zoals scholen en kantoren. Eigenaren van huurwoningen met een energielabel E, F of G moeten hun pand uiterlijk op 1 januari 2029 verduurzamen naar minimaal energielabel D. De eisen zijn een uitwerking van de in 2022 aangekondigde uitfasering van de slechtste energielabels. Bewoners en gebruikers van woningen en gebouwen krijgen hierdoor een lagere energierekening, terwijl eigenaren de waarde van het gebouw verhogen. 

Vergroot afbeelding Renovatie aan een woning om het te verduurzamen
Beeld: ©Rijksoverheid

De nieuwe energieprestatie-eisen voor huurwoningen worden vanaf 2026 vastgelegd in het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl) en gelden vanaf 2029. Voor een goede balans tussen de belangen van huurders en verhuurders komt er géén verhuurverbod voor huurwoningen met een energielabel E, F of G. Verhuurders kunnen de woning dus blijven verhuren, maar gemeenten kunnen wel optreden om te stimuleren dat verhuurders de huurwoning verbeteren naar tenminste label D.

Uitzonderingen zijn specifieke categorieën huurwoningen, zoals monumenten en kleine vrijstaande woningen. De nieuwe eisen gelden ook voor huurwoningen in een gemengde Vereniging van Eigenaren (VvE). Voor gemengde VvE’s met koop- en huurwoningen worden specifieke regels opgesteld voor deze verplichting.

Ondersteuning verhuurders 

Om verhuurders te ondersteunen, biedt minister Keijzer het 'Ondersteuningspakket verduurzaming particuliere verhuur’ aan. Via deze informatie en tools kunnen verhuurders de samenwerking tussen overheden en de branche verbeteren. Daarnaast kunnen verhuurders gebruikmaken van de vereenvoudigde en uitgebreide Subsidieregeling Verduurzaming en Onderhoud Huurwoningen (SVOH).

Normering voor utiliteitsbouw

Vanaf 2030 gelden ook nieuwe eisen voor bestaande utiliteitsgebouwen zoals winkels, kantoren, scholen en zorginstellingen. Deze eisen verminderen het zogeheten gebouwgebonden energieverbruik, bijvoorbeeld voor verwarming van het gebouw. De eisen volgen op de Europese richtlijn voor de energieprestatie van gebouwen (EPBD IV). Het uitgangspunt is dat deze normering haalbaar, betaalbaar en uitvoerbaar moeten zijn voor gebouweigenaren, zonder extra, nationale regels.

Uitzonderingen gelden voor gebouwen met onevenredige investeringskosten, sloop op korte termijn of verbouwing tot woningen. Daarnaast zijn sommige gebouwen, zoals monumenten, bepaalde Defensiegebouwen en gebedshuizen, volledig vrijgesteld van de normering. Monumenteneigenaren zijn vanaf mei 2026 wel verplicht om bij verhuur of verkoop een energielabel te hebben. In de EPBD IV is de eerdere uitzonderingspositie komen te vervallen.

Klimaatakkoord

De eisen dragen bij aan het verduurzamen van woningen en gebouwen, een belangrijk onderdeel van de energietransitie. Tussen 2021 en 2023 daalde de uitstoot van de gebouwde omgeving van 24,5 naar 17,3 megaton CO2. Doelstelling uit het Klimaatakkoord is dat dit in 2030 verder daalt tot 13,2 megaton. Dat is een daling van 55 procent ten opzichte van 1990, toen de gebouwde omgeving 30 megaton CO2 uitstootte.

Bekijk hier de Kamerbrief