Blijven bouwen van middenhuurwoningen: ‘Zorg voor stabiele regelgeving en wijs bouwlocaties aan’
BPD Woningfonds-directeur Tak Lam over investeren in middenhuur
Het blijven bouwen van woningen in de middenhuursector is cruciaal voor het aanpakken van het woningtekort en voor een gemengd, betaalbaar woningaanbod. Om aan de grote vraag naar betaalbare woningen te voldoen, moeten publieke en private partijen samen optrekken. Mooie voorbeelden daarvan zijn nieuwbouwproject ‘De Mix’ in de Utrechtse wijk Overvecht en de nieuwe woonwijk ‘De Caai’ in Eindhoven. Hier realiseert BPD Woningfonds samen met de gemeenten en woningcorporaties duurzame middenhuurwoningen. Wat maakt deze projecten tot een succes, waarom is middenhuur zo belangrijk en wat is er nodig om door te bouwen? Fonds-directeur Tak Lam vertelt erover.
BPD Woningfonds richt zich vanuit de institutionele sector volledig op de ontwikkeling en verhuur van middenhuurwoningen. “We zijn het fonds echt vanuit maatschappelijk oogpunt gestart,” geeft Lam aan. “Met onze projecten willen we een evenwicht vinden tussen het maatschappelijk belang en een gezonde businesscase. Daarbij streven we naar een eerlijk rendement, waarin er een balans is tussen de belangen van huurders, investeerders en de stabiliteit van de huurstroom. Een ambitie die we delen met onze financierder Rabobank, waar BPD onderdeel van is.”
Middenhuur is cruciaal
Volgens Lam geven de vele aanmeldingen door geïnteresseerden voor een huurwoning in de nieuwbouwprojecten van BPD Woningfonds aan hoe groot de behoefte is aan middenhuurwoningen. “Zo hebben wij voor onze projecten in aanbouw, waarvoor wij het verhuurproces hebben opgestart, bijna 15.000 geregistreerde belangstellenden op een aanbod van slechts 500 huurwoningen!” Desondanks is het aanbod van woningen in deze prijsklasse, met een huurprijs tussen de 800 en 1.100 euro per maand, in vergelijking met omliggende landen beperkt. “In Nederland zijn maar liefst 3,5 miljoen huishoudens met een middeninkomen; voor hen is het heel moeilijk om er in de huidige woningmarkt tussen te komen. Het tekort aan middenhuur zorgt niet alleen voor problemen bij de overgang van sociale huur naar koopwoningen, maar het is ook een beperking voor mensen die bewust langdurig willen huren in plaats van kopen. Denk bijvoorbeeld aan jongere generaties voor wie flexibiliteit belangrijker is dan het bezitten van een woning als vorm van vermogensopbouw.”
Dat er meer gebouwd moet worden, staat vast. Daarom hebben woningcorporaties, institutionele beleggers en ontwikkelaars dit jaar in de Woondeals gezamenlijk de schouders onder deze opgave gezet. Tot 2030 moeten er minstens 100.000 middenhuurwoningen bijkomen. Om deze woningen te realiseren is het volgens Lam van groot belang dat zowel private als publieke partijen elkaar opzoeken, samenwerken en hun successen delen. “Waarom zouden we het wiel steeds opnieuw moeten uitvinden? Laten we kijken wat werkt, en dat op nieuwe locaties toepassen.”
Wat betreft Lam is het nieuwbouwproject 'De Mix' in de Utrechtse wijk Overvecht een goed voorbeeld van een project dat elders met succes herhaald zou kunnen worden. “Binnen dit project hebben we in drie en een half jaar tijd 179 middeldure huurwoningen kunnen realiseren. Dit succes is echt te danken aan de goede samenwerking met de gemeente Utrecht en de woningcorporatie Woonin. Ik ben er dan ook van overtuigd dat er vanuit de private sector winst te behalen valt door in middenhuurprojecten op te trekken met publieke partijen. Door een gemeenschappelijk doel na te streven en daar samen aan te werken, kunnen we zulke successen behalen.”
Wonen in een oude fabriek
De interesse voor het Utrechtse nieuwbouwproject was groot; vanuit het hele land kwamen aanmeldingen binnen. Datzelfde geldt voor gebiedsontwikkeling 'De Caai' in Eindhoven. Lam vervolgt: “Hier ontstaat een nieuwe woonwijk met behoud van een aantal monumentale panden van de oude Campina fabriek. In totaal komen er meer dan 700 woningen, waarvan wij verantwoordelijk zijn voor drie woontorens met 430 middeldure huurwoningen. Daarnaast investeren wij in 42 zorgstudio’s voor ouderen met dementie. Dat we voor hen huisvesting kunnen realiseren, is voor mij echt de kers op de taart. Deze studio’s zullen onder in de toren komen, met daarboven koopappartementen. Ik vind het bijzonder dat deze mix van doelgroepen mogelijk is: huur, koop en zorg.”
Meer sfeer en leefbaarheid in wijken
Een mooie bijkomstigheid bij het investeren in middenhuur is dat je je voor langere tijd aan een locatie kunt verbinden, zegt Lam. “BPD bestaat zowel uit een gebiedsontwikkelaar dat het project ontwikkelt, als uit een woningfonds dat investeert in het project en na oplevering beheert. Bij de ontwikkeling van nieuwe buurten spelen leefbaarheid en sfeer dus een belangrijke rol. Zo zorgen we bij appartementengebouwen voor gemeenschappelijke ruimtes waar bewoners elkaar kunnen ontmoeten. Vooral onder starters en ouderen is hier veel vraag naar.”
Daarnaast heeft BPD aandacht voor groenvoorzieningen en gemeenschappelijke buitenruimtes. “We zijn bijvoorbeeld voorstander van hofwoningen voor ouderen, met een gedeelde binnentuin. Dat heeft natuurlijk sociale voordelen, maar bevordert ook de veiligheid doordat de tuin omringd is door woningen. In de stad zorgen we voor een juiste mix van voorzieningen. Onder andere in De Caai verbeteren we de straten, groenvoorzieningen en veiligheid. Daar hoort ook het aanstellen van een communitymanager bij.”
Samenwerken met het gemeenschappelijke belang voorop
De komende jaren, tot aan 2030, wil BPD Woningfonds groeien naar 15.000 woningen voor starters, gezinnen en senioren met of zonder zorgbehoefte. Maar dat is nog niet genoeg. Om het gezamenlijke doel van 100.000 betaalbare huurwoningen in 2030 te halen, ziet Lam vier belangrijke uitdagingen aan zowel de markt- als overheidskant. Hij legt uit: "Het draait niet alleen om geld van banken, maar ook om investeerders die met eigen vermogen financieren. Ik zie vooral kansen voor partijen die een lange termijnvisie hebben. Die zich richten op stabiele huurinkomsten en waardeontwikkeling op de lange termijn, ongeacht het korte termijn gedrag van de markt. Vooral in een neergaande markt zijn het dit soort investeerders die actief blijven, terwijl anderen zich terugtrekken."
Ook de samenwerking tussen ontwikkelaars, grote vastgoedeigenaren, investeerders en overheden kan veel beter. "Zoals ik al aangaf moeten partijen uit zowel de private als publieke sector meer samenwerken en het gemeenschappelijk belang vooropstellen. Marktpartijen moeten actief op zoek gaan naar partners om de ontwikkeling van gebieden op gang te brengen, samen met investeerders die hierin geloven."
Landelijke duidelijkheid over regelgeving
Tegelijk benadrukt Lam dat er voor de overheid nog steeds een belangrijke rol ligt voor het aantrekkelijk en haalbaar maken van de middenhuur voor investeerders. Om door te kunnen bouwen, is heldere en stabiele regelgeving nodig. “Nu is er een wetsvoorstel voor betaalbare huur, maar er zijn ook veel lokale regels die voor verwarring zorgen. Om investeerders aan te trekken, is het van belang dat de wetgever zorgt voor een duidelijke aanpak die rust en zekerheid biedt. Daarom vind ik dat de Wet betaalbare huur boven alle lokale regelgeving moet staan. De minister zou deze wet op nationaal niveau moeten vastleggen en de hoogste prioriteit geven. In mijn eigen woorden: iedereen kan zijn mening hebben, maar deze wet heeft altijd voorrang. Er mogen geen conflicten ontstaan met lokale regelgeving."
Tot slot mag de overheid volgens Lam actief geschikte bouwlocaties aanwijzen. “Dat is nodig om richting te geven aan de markt, en om onzekerheid te verminderen. Ik vind dat het de hoogste tijd is voor duidelijkheid over waar de nieuwe woningen moeten komen. Als het aan mij ligt, wist ik het wel. Dan zouden we een lijst opstellen van geschikte locaties die voldoen aan de woonwensen van de beoogde doelgroepen, zodat we door kunnen met het bouwen van meer middenhuur!”