Groene Dijk in Assen: eerste flexwoonproject onder de Omgevingswet

Dit artikel over Groene Dijk in Assen komt uit het Realisatieboek Tijdelijke Huisvesting.

Dit jaar initieerde gemeente Assen, in samenwerking met lokale woningcorporatie Actium, het eerste vergunningentraject voor een flexwoonproject onder de Omgevingswet. Deze wet, die sinds 1 januari 2024 van kracht is, brengt wet- en regelgeving op het gebied van ruimtelijke ordening in de fysieke omgeving samen. En is daarmee ook van toepassing op de realisatie van (flex)woningen. Het flexwoonproject in Assen toont dat óók onder de Omgevingswet, creativiteit en flexibiliteit cruciale ingrediënten zijn om versneld flexwoningen te realiseren.

Tijdens de Webinar Flexwonen en de Omgevingswet deelde Hans Palte, programmamanager woningbouwopgave van de gemeente Assen, zijn ervaringen met het realiseren van een flexwoonproject onder de Omgevingswet. Net als in de rest van Nederland is de druk op de woningmarkt in Assen groot. Daarom startte de gemeente in 2023 aan een locatieonderzoek om geschikte locaties voor flexwoningen te identificeren. Groene Dijk kwam als ‘winnaar’ uit de bus, ideaal vanwege de bereikbaarheid en reeds aanwezige infrastructuur. Op deze locatie aan de rand van Assen worden, in samenwerking met Actium, maximaal 150 flexwoningen geplaatst waaronder 96 van het Rijksvastgoedbedrijf (RVB) in 2024. De aangevraagde vergunning geldt, wanneer toegekend, alleen voor deze RVB-woningen.

Aanvankelijk wilde de gemeente het vergunningentraject voor de flexwoningen onder de bestaande of ‘oude’ wetgeving starten. Gezien de planning, en het feit dat de voorbereidende procedures onder de Omgevingswet sneller te doorlopen zijn dan onder de 'oude' wetgeving, is gekozen de aanvraag van de vergunningen uit te stellen tot na 1 januari. Door de verkorte realisatietermijnen van deze woningen ten opzichte van reguliere woningbouw kunnen de eerste bewoners naar verwachting eind september 2024 al intrekken. De gemeente is hierin koploper en deelt haar praktijkervaringen met andere gemeenten, die contact met Hans Palte opnemen voor vragen. 

Volgens Jitse de Boer, jurist ruimtelijke ordening bij gemeente Assen, verschillen de voorbereidende procedures onder de Omgevingswet in de praktijk niet heel veel met de procedures van voor 2024. Ter illustratie verwijst hij naar de onderbouwing voor de buitenplanse omgevingsplanactiviteit (BOPA)-aanvraag van de gemeenten voor het flexwoonproject. De gemeente schakelde een adviesbureau in voor de onderbouwing van deze BOPA-aanvraag, waarbij het adviesbureau rekening moest houden met aspecten zoals geluid, externe veiligheid, en flora en fauna. Een deel van deze onderzoeken was al uitgevoerd voordat de Omgevingswet in werking trad. Omdat onder de Omgevingswet de eisen voor deze aspecten op een aantal onderdelen veranderd zijn, bleken de uitgevoerde onderzoeken deels gewijzigd te moeten worden. Dit was met name het geval voor het aspect geluid, waarbij de Omgevingswet onder andere een nieuwe rekensystematiek voor de geluidsbelasting introduceert.

Net als vóór het in werking treden van de Omgevingswet, vereist de realisatie van flexwoningen een gezonde dosis creativiteit en flexibiliteit. Zo ook bij het flexwoonproject in de gemeente Assen. Een uitdaging die creativiteit en flexibiliteit vereiste, was de aanvraag voor een omgevingsvergunning voor een BOPA. Omdat de gemeente Assen besloot gebruik te maken van de BOPA, had de gemeente voor het eerst te maken met een project dat een bindend advies van de gemeenteraad vereiste. Volgens de Omgevingswet moet deze vergunning in beginsel binnen een termijn van acht weken verleend worden (waarbij het wel mogelijk is om eenmalig met zes weken te verlengen). De doorlooptijden binnen de gemeente waren echter nog niet aangepast op deze tijdslijn. Normaliter zit er namelijk zes weken tussen het versturen van documenten ter besluitvorming van het college aan de gemeenteraad. Door goede afstemming met de griffie en flexibiliteit van betrokkenen is besloten om af te wijken van de reguliere aanlevertermijnen voor de gemeenteraad. Zo is dit proces uiteindelijk versneld tot een periode van twee weken. De gemeente heeft besloten deze tijdlijnen aan te houden voor toekomstige woningbouwprojecten die een bindend advies van de gemeenteraad vereisen onder een BOPA. 

Daarnaast vroeg ook het participatietraject met omwonenden en andere belanghebbenden om flexibiliteit en creativiteit. Daarom organiseerde de gemeente inloopbijeenkomsten en bestaat er een klankbordgroep met een onafhankelijke voorzitter om zorgen en wensen van de belanghebbenden op te halen. Logischerwijs hadden al deze partijen hun eigen zorgen en wensen ten aanzien van de flexwoningen. Om hieraan tegemoet te komen heeft de gemeente geld gereserveerd in de business case. Met deze reservering kan de gemeente bijvoorbeeld zorg dragen voor extra parkeerplaatsen (een verzoek van de veiligheidsregio) en goede straatverlichting op en rondom de flexwoningen (een voorstel van de hockeyvereniging). 

Ook worden fietspaden in het gebied verlengd en kijkt de gemeente naar een groenere inrichting van het openbare gebied. Omdat het hier een nieuwe woonvorm gaat in een nieuweomgeving zullen nog diverse vraagstukken opduiken. Om deze snel te kunnen oppakken en van een antwoord te voorzien wordt in één van de flexwoningen een conciërgefunctie ondergebracht. Die is aanspreekpunt voor de nieuwe bewoners, de omwonenden en andere belanghebbenden.

Het Groene Dijk flexwoonproject is een inspirerend praktijkvoorbeeld voor andere gemeenten die van plan zijn flexwoningen te realiseren. Assen laat zien hoe je in de praktijk om kunt gaan met de uitdagingen van de Omgevingswet.