Het antwoord hangt af of de woning verhuurd is of niet en of het gaat om een blijvend gereguleerde woning of om potentieel te liberaliseren woning.
Blijvend gereguleerde woningen
Bij blijvend gereguleerde woningen die zijn verhuurd, moet altijd eerst worden aangeboden aan de zittende huurder. Dit geldt voor alle zelfstandige woningtypen, dus zowel eengezinswoningen als appartementen. Bij blijvend gereguleerde eengezinswoningen (dus niet bij appartementen) die niet zijn verhuurd, moet eerst worden aangeboden aan de huurders van corporatiewoningen in de gemeente. Dat kunnen de huurders zijn van de eigen corporatie, maar ook van andere corporaties. Er mag ook worden aangeboden aan huurders van corporatiewoningen buiten de gemeente, maar dat is niet verplicht.
Nadat is aangeboden aan de zittende huurder of aan huurders van corporatiewoningen, moeten de woningen die niet zijn verkocht vervolgens worden aangeboden aan andere woningcorporaties. Pas daarna kunnen de resterende woningen worden aangeboden aan elke andere gegadigde, waaronder beleggers.
Potentieel te liberaliseren woningen
Bij potentieel te liberaliseren eengezinswoningen (dus niet bij appartementen) die zijn verhuurd moet eerst worden aangeboden aan de zittende huurder. Bij potentieel te liberaliseren eengezinswoningen die niet zijn verhuurd, moet eerst worden aangeboden aan de huurders van corporatiewoningen in de gemeente. En ook dan mag ook worden aangeboden aan huurders van corporatiewoningen buiten de gemeente.
De potentieel te liberaliseren eengezinswoningen die niet zijn verkocht aan de zittende huurder of aan huurders van corporatiewoningen mogen vervolgens worden verkocht aan elke andere gegadigde, waaronder beleggers.