Verkoopregels voor woningcorporaties

Voor de verkoop van corporatiewoningen gelden regels. Deze regels verschillen voor woningen uit de DAEB-tak en niet-DAEB-tak van een woningcorporatie. In de DAEB-tak zijn er bovendien verschillende regels voor woningen die blijvend gereguleerd zijn en woningen die potentieel zijn te liberaliseren. Ook zijn er regels voor de verkoop van maatschappelijk vastgoed.

Voor de verkoop van ander vastgoed dan woningen, niet verhuurd maatschappelijk vastgoed of grond gelden geen regels. Als dit type vastgoed meer dan € 10 miljoen waard is, moet de raad van commissarissen van de woningcorporatie de verkoop goedkeuren.

Plannen om huurwoningen te verkopen zijn onderdeel van de prestatieafspraken tussen woningcorporaties, gemeenten en huurdersorganisaties. De corporatie vermeldt deze plannen in het jaarlijkse 'Overzicht van voorgenomen werkzaamheden' dat ze met de andere twee partijen bespreekt.

Let op: door de invoering van de Wet betaalbare huur vallen meer woningen onder de werking van het woningwaarderingsstelsel (WWS). Ook het zogenoemde middensegment is nu gereguleerd. Voor de toepassing van de verkoopregels heeft dit geen gevolgen. Voor de verkoopregels is namelijk de maximale huurprijs op grond van de Wet op de huurtoeslag bepalend. Dat betekent dat alleen woningen als blijvend gereguleerde woningen worden gezien die op grond van het WWS een maximale huurprijs hebben die lager of gelijk is aan de maximale huurprijs van de huurtoeslag. Woningen met een maximale huurprijs boven de huurtoeslaggrens zijn voor de toepassing van de verkoopregels potentieel te liberaliseren woningen. Ook als de maximale huurprijs onder de liberalisatiegrens ligt, zoals bepaald in de Wet betaalbare huur, ligt en er daardoor een maximale huurprijs van toepassing is.