Verkoop aan andere woningcorporaties
Voor de verkoop van woongelegenheden, verhuurd maatschappelijk vastgoed of andere onroerende zaken aan andere woningcorporaties gelden geen voorwaarden en is toestemming van de Autoriteit woningcorporaties vooraf niet noodzakelijk. Wel moeten de verkopen worden opgenomen in het jaarverslag. Daarbij geldt dat indien de verkoop plaatsvindt tegen een waarde anders dan de in een ministeriële regeling bepaalde waarde, de corporatie dit moet verantwoorden in haar jaarverslag. De bedoelde waarde is bepaald in artikel 12b van de Regeling toegelaten instellingen volkshuisvesting (RTIV) 2015.
Als de corporatie een gebouw wil verkopen dat de status heeft van rijksmonument, provinciaal of gemeentelijk monument, en de koper is een rechtspersoon met de status van professionele organisatie voor monumentenbehoud (POM), kan het gebouw worden verkocht tegen de marktwaarde op grond van de bestemming die het gebouw op het moment van verkoop heeft. De kopende partij moet wel aan de voorwaarde voldoen dat het gebouw tenminste zeven jaar na de eigendomsoverdracht voor verhuur bestemd blijft. Op deze wijze kan de POM het monument goedkoper verwerven op het moment dat ook een andere functie voor het gebouw mogelijk is die meer geld oplevert. Die andere functie maakt een hogere marktwaarde mogelijk. De corporatie is overigens niet verplicht om tegen een lagere marktwaarde aan de POM te verkopen.