Beter benutten van bestaande woningvoorraad noodzakelijk om woningopgave te realiseren
Een extra woonlaag met appartementen op een flat van drie etages, een jongere die een kamer vindt in huis bij een hospita en een ouder echtpaar dat in een mantelzorgwoning in de tuin van hun kind woont. Het beter benutten van de bestaande voorraad is hard nodig om het enorme woningtekort op te lossen. Dit kan op verschillende manieren: door meer woningen in en op bestaande bebouwing te realiseren, door het delen van een woning makkelijker te maken en door de doorstroming tussen woningen te bevorderen. Een groot voordeel van beter benutten: de locaties zijn er al.
“Het woningtekort kan ook worden ingelopen door bestaande bebouwing beter te benutten. De luxe om deze kansen te laten liggen, hebben we niet. Bovendien biedt beter benutten juist veel kansen; om bestaande woningen te verduurzamen, om de leefbaarheid van de wijk te verbeteren, en om ouderen doorstroommogelijkheden binnen de wijk te bieden,” aldus Hugo de Jonge, Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.
In de voortgangsbrief over het beter benutten van de bestaande bebouwing schetst de minister onder andere de contouren van een programmatische aanpak Optoppen en kondigt hij een voorgenomen wetswijziging aan om hospitaverhuur voor woningeigenaren makkelijker te maken.
De terugkeer van de hospita
Om hospitaverhuur in Nederland weer net zo gebruikelijk te maken als het decennialang was, bereidt Minister de Jonge een wetswijziging voor met als doel dat hospitaverhuur door meer hypotheekverstrekkers toegestaan wordt. Een woningeigenaar heeft, zolang er nog een hypotheek op de woning loopt, toestemming van de hypotheekverstrekker nodig om een kamer te mogen verhuren. De meeste hypotheekverstrekkers zijn echter terughoudend, doordat de waarde van een woning bij verkoop vaak lager is wanneer hierin een huurder woont. Daarom onderzoekt de minister de mogelijkheid om een hospitacontract te kunnen beëindigen bij verkoop.
Ook is bredere bekendheid met de mogelijkheden en de regelgeving rondom hospitaverhuur noodzakelijk. Niet alleen onder potentiële hospita’s, maar ook onder gemeenten en verhuurders, waaronder woningcorporaties. Om dit te bereiken start de minister later dit jaar met een informatiecampagne over de hospitaregeling. Hij roept gemeenten en woningcorporaties op zich bij deze campagne aan te sluiten en zo het woningdelen door hospitaverhuur te stimuleren.
Naar 100.000 nieuwe woningen op platte daken
Het enthousiasme bij gemeenten, corporaties en commerciële partijen, om via optoppen nieuwe woningen te realiseren, neemt zichtbaar toe. Het aantal goede voorbeelden neemt toe, en dat is ook nodig om sneller en op grotere schaal ervaring op te doen met optoppen en het bouwproces te standaardiseren. De minister presenteert daarom samen met Aedes, de provincie Zuid-Holland en de Bouwcampus later dit kwartaal een Optop-aanpak. Ook wil hij met gemeenten en corporaties met de grootste optop-potentie in gesprek over het aantal woningen dat zij kunnen bouwen door op te toppen en wat daarvoor nodig is. De minister ziet onder andere kansen in de stedelijke focusgebieden uit het Nationaal Programma Leefbaarheid en Veiligheid.
Minister de Jonge: “Wijken met veel naoorlogse 3- en 4-laagse flats lenen zich uitstekend voor optoppen. Dat biedt ook kansen voor de bewoners van de wijk. Door het optoppen van een complex te combineren met verduurzaming van de bestaande woningen profiteren huidige en toekomstige bewoners. Bovendien kunnen woningen toegevoegd worden die geschikt zijn voor speciale doelgroepen, zoals ouderen of starters. Optoppen biedt daarmee ook kansen om tegelijkertijd de leefbaarheid en diversiteit van een wijk te verbeteren.''
Transformaties en friendscontracten
Jaarlijks worden tussen de 10.000 en 15.000 woningen gerealiseerd door gebouwen te transformeren die voorheen geen woonfunctie hadden. De minister komt met extra maatregelen om dit aantal te vergroten. Onder andere met een thematische aanpak voor de verschillende typen te transformeren vastgoed en met een versnellingsagenda, die wordt opgesteld samen met markt- en kennispartijen.
Ook moedigt de minister gemeenten aan de samenwerking te zoeken met ontwikkelende partijen die woningen met gedeelde voorzieningen willen realiseren. Voor starters op de woningmarkt worden steeds vaker woningen gebouwd of verbouwd waarin faciliteiten zoals als een woonkamer, keuken of buitenruimte gedeeld worden. Gemeenten kunnen hierbij gebruik maken van de handreiking over friendscontracten door woningcorporaties, die recent is gepubliceerd door Platform 31.