Wet eenmalige huurverlaging nieuwe stap naar betaalbaar huren: “Scheve verhouding tussen inkomen en huur rechtzetten”
Met de nieuwe wet huurverlaging zet het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties zich extra in om huur voor lagere inkomens betaalbaar te houden. De huurverlaging geldt voor naar schatting 260.000 huishoudens met een laag inkomen die een woning huren bij een woningcorporatie. “Gemiddeld besparen ze netto 40 euro per maand aan huurlasten”, legt beleidsmedewerker Moniek Bredenhoff uit. Maar waarom is deze verlaging nodig? En wat kunnen verhuurders doen?
Waarom is deze eenmalige verlaging opgezet?
"Het is belangrijk dat huurders een huur betalen die past bij hun inkomen. Woningcorporaties houden bij het toewijzen van woningen daarom rekening met het inkomen van de huurder. Dat proces noemen we passend toewijzen. In het verleden was dit niet altijd verplicht (tot 2016, red.). Soms kregen huurders een te dure woning toegewezen. Hierdoor kunnen betaalrisico’s ontstaan. Zo levert de hoge huur mogelijk problemen op bij het betalen van andere vaste lasten, zoals de energiekosten of verzekeringen.
Met de nieuwe wet wordt de verhouding tussen huur een inkomen weer ‘rechtgezet’. We helpen ook huurders die recenter, bijvoorbeeld tijdens de coronacrisis een inkomensdaling doormaakten. Zij kunnen de huurverlaging aanvragen. Op deze manieren worden de huurders als het ware opnieuw ‘passend toegewezen aan hun woning’, zonder dat ze hiervoor opnieuw moeten verhuizen. Daarom spreken we van een eenmalige wet."
Sommige huurders hebben de eenmalige huurverlaging al ontvangen en sommige huurders moeten zelf in actie komen. Hoe zit dat?
"De meeste huurders krijgen automatisch een voorstel tot huurverlaging. Om de administratieve lasten zo laag mogelijk te houden, zijn woningcorporaties namelijk verplicht om de vastgestelde inkomens van huurders boven de aftoppingsgrens te checken bij de Belastingdienst. Hierbij gaat het om de inkomensgegevens van 2019; de meest recente objectief vastgestelde gegevens. Op basis daarvan zien de woningcorporaties wie in aanmerking komt voor een huurverlaging, waarna ze een voorstel kunnen doen. Dat scheelt ook papierwerk voor zowel de verhuurder als de huurder. Dit proces loopt grotendeels geautomatiseerd.
Huurders kunnen ook recenter een inkomensdaling hebben gehad, bijvoorbeeld door het verlies van een baan of opdrachten door de coronacrisis. Daarom krijgen huurders tot 30 december 2021 om ook eigen gegevens over het inkomen van de afgelopen zes maanden aan te leveren. Op deze manier kunnen ze laten zien dat zij een inkomen onder de toepasselijke inkomensgrens hebben. Dan krijgen ze ook huurverlaging."
Wat kan de verhuurder, los van het oppakken van verzoeken tot huurverlaging, verder nog doen?
"Naast de wet eenmalige huurverlaging hebben we ook nog andere oplossingen als het inkomen in de toekomst lager wordt en het inkomen niet meer past bij de huur. Huurders kunnen bijvoorbeeld een tijdelijke huurkorting aanvragen bij de verhuurder. De wet Tijdelijke Huurkorting maakt dit sinds 1 april mogelijk. Ook kunnen de huurder en de verhuurder samen kijken of een andere passende woning beschikbaar is.
Verder zijn tijdens de coronacrisis afspraken gemaakt met verhuurders over hoe om te gaan met huurders die betaalproblemen ervaren. Zo kunnen verhuurders mogelijk een tijdelijke huurkorting aanbieden, betalingsregelingen treffen of samen zoeken naar een andere passende woning. In 85 tot 90% van de gevallen wordt via deze weg een oplossing gevonden."
Welke ontwikkelingen zijn nodig zodat een eenmalige huurverlaging in de toekomst niet nodig is?
"De afgelopen jaren is er vol op ingezet om huren betaalbaarder te maken. Met de wet eenmalige huurverlaging is er een goede stap gezet om de huren van 260.000 huishoudens te verlagen. Daarnaast is het budget van de huurtoeslag afgelopen kabinetsperiode verhoogd. Ook zijn de wetten Tijdelijke Huurkorting en Huur en Inkomensgrenzen aangenomen, die ook bijdragen aan de betaalbaarheid.
Dat neemt niet weg dat er nog steeds huurders zijn die moeite hebben om de huur en andere vaste lasten te betalen. Samen met stakeholders blijven we dan ook voortdurend in overleg om te bekijken hoe we de betaalbaarheid kunnen verbeteren zonder daarbij de andere maatschappelijke opgaven, zoals het bouwen van nieuwe woningen en verduurzaming, uit het oog te verliezen."