Gesprek met bouwsector over verplichte nestvoorzieningen utiliteitsgebouwen
Minister Mona Keijzer van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening gaat met de bouwsector in gesprek om verblijfsvoorzieningen voor beschermde diersoorten alleen te verplichten voor utiliteitsgebouwen zoals scholen en kantoren. De minister houdt daarmee vast aan de afspraak in het regeerprogramma om geen nieuwe duurzaamheidseisen op te nemen voor nieuwbouwwoningen, omdat die de bouw duurder of ingewikkelder kunnen maken. Het besluit is een reactie op een motie van de Tweede Kamer om nestvoorzieningen te verplichten in het Besluit bouwregelgeving leefomgeving (Bbl).
“In de stapeling van eisen en regels is deze verplichting er één, terwijl we de woningbouw juist willen versnellen en procedures gaan versimpelen”, zegt minister Mona Keijzer. “In het regeerakkoord is afgesproken om geen nieuwe duurzaamheidseisen te stellen aan nieuwbouwwoningen. Daarom ga ik alleen kijken of de verplichting kan gaan gelden voor andere gebouwen dan woningen. Bij woningen kunnen bouwers of eigenaren er alsnog voor kiezen om nestvoorzieningen aan te brengen, maar dat wil ik vanuit de overheid niet verplichten.”
Gemeenten mogen geen duurzaamheidseisen stellen aan gebouwen en dus niet zelf eisen stellen over nestvoorzieningen in woningen. Dit wettelijke uitgangspunt is op de Woontop herbevestigd. In het Bbl zou de algemene verplichting voor het aanbrengen van nestvoorzieningen voor beschermde diersoorten kunnen gaan gelden voor alleen utiliteitsgebouwen. De technische eisen waaraan deze verblijfsvoorzieningen dan zouden moeten voldoen, worden nog uitgewerkt in de Omgevingsregeling. De internetconsultatie voor deze eisen volgt zo spoedig mogelijk na het overleg. De eisen zouden dan op z’n vroegst vanaf 1 juli 2026 kunnen gaan gelden.
Schrappen van tegenstrijdige en overbodige eisen
In het kader van het programma STOER (Schrappen Tegenstrijdige en Overbodige Eisen in Regelgeving) is de minister in gesprek met marktpartijen en overheden om een lijst op te stellen met te schrappen regels en eisen om de woningbouw te versnellen, waar ook de motie van de Tweede Kamer om verzocht. Samen met partijen als VNG, IPO, Bouwend Nederland, NEPROM, Techniek Nederland, WoningBouwersNL, Aedes, IVBN en BNA zijn ideeën en suggesties verzameld voor de versnelling van de woningbouw. Een tijdelijke, externe en onafhankelijke adviescommissie gaat de minister adviseren over de mogelijkheden om woningbouw te versnellen door het aanpassen of schrappen van regels. Op basis van dit advies zal het kabinet een besluit nemen over mogelijke aanpassingen. Besluitvorming hierover volgt voor de zomer van 2025.