DAEB- en niet-DAEB-activiteiten

Woningcorporaties zijn sinds het boekjaar 2018 wettelijk verplicht hun diensten van algemeen economisch belang (DAEB) administratief te hebben gescheiden of juridisch te hebben gesplitst van hun niet-DAEB-activiteiten.

Onder de DAEB-tak vallen bij de scheiding of splitsing (behoudens de hierna te noemen uitzonderingen):

  • Alle gereguleerde huurwoningen.
  • Geliberaliseerde huurwoningen met een feitelijke huur tot de liberalisatiegrens.
  • Huurwoningen met een gereguleerd contract waarvan de huur door de jaarlijkse huurstijgingen boven de liberaliseringsgrens (€ 737,14, prijspeil 2020) is gekomen.
  • Niet op basis van normale verhuur toe te wijzen woongelegenheden, maar bijvoorbeeld op basis van een CIZ-indicatie of op basis van een anti-kraakovereenkomst.
  • Maatschappelijk onroerend goed, waarbij maximaal 10% van het bruto vloeroppervlak een commerciële bestemming (denk aan de kapper in een verpleeghuis) mag hebben.
  • Aangekochte gronden of slooppanden waarop binnen vijf jaar ten minste90% sociale woningen worden gerealiseerd.
  • De eigen kantoorruimte van de toegelaten instelling.
  • WSW-geborgde leningen.

Wat valt bij scheiding onder niet-DAEB

  • Geliberaliseerde huurwoningen met een feitelijke huur boven de liberaliseringsgrens.
  • Bedrijfsonroerendgoed (BOG).
  • Ongeborgde langlopende leningen.
  • Rechten en plichten jegens verbonden ondernemingen.
     

Relevante regelgeving

De volgende regelgeving is relevant bij dit onderwerp: