In 2022 zijn afspraken gemaakt tussen het Rijk en de provincies over het aantal te bouwen sociale huurwoningen, middenhuurwoningen en betaalbare koopwoningen per provincie. In 2023 zijn deze bestuurlijke afspraken vertaald in regionale woondeals, waarin afspraken zijn gemaakt over concrete bouwlocaties, hoeveel woningen er in die regio tot en met 2030 gebouwd moeten worden en hoeveel woningen er per prijssegment in elke provincie moeten worden gebouwd. In totaal moeten de bestuurlijke afspraken voor de desbetreffende regio optellen tot voldoende betaalbare woningen: twee derde van de te bouwen woningen moet betaalbaar zijn en 30% van de woningbouw moet sociale huur zijn. In de volkshuisvestingsprogramma’s verankeren gemeenten de afspraken uit de woondeals over hoeveel, waar en voor wie we bouwen en welke maatregelen daarvoor worden getroffen. De volkshuisvestingsprogramma’s zijn dus een verankering en uitwerking op gemeentelijk niveau van de bestuurlijke afspraken uit de woondeals. Bekijk hier de visual over de samenhang tussen de wet Versterking regie, de woondeals en de volkshuisvestingprogramma’s.
Ook wanneer de wet gaat gelden gaan we door met het maken van bestuurlijke afspraken over de woningbouw tussen de verschillende overheden. Wat verandert ten opzichte van de huidige situatie is dat de bestuurlijke afspraken vervolgens worden opgenomen in de volkshuisvestingsprogramma’s. Deze bestuurlijke afspraken worden regelmatig geactualiseerd.
De regionale afstemming om tot deze afspraken te komen vindt plaats in een woningbouwregio (deze regio wordt met het wetsvoorstel wettelijk verankerd in de omgevingsverordening). Het ligt voor de hand dat deze indeling gelijk is aan de woondealregio. Daarnaast voert de provincie in de regie gevoerd op de realisatie van de woningbouwopgave. Ook voert de provincie het gesprek over wat partijen van elkaar verwachten en van elkaar nodig hebben. Bijvoorbeeld op het gebied van voorwaarden voor woningbouw of het oplossen van knelpunten rondom netcongestie. De afspraken die partijen op de bestuurlijke woondealtafels maken en bijvoorbeeld opnemen in een verslag, vertalen overheden vervolgens door naar het eigen volkshuisvestingsprogramma.