Het wetsvoorstel Versterking regie volkshuisvesting zorgt ervoor dat overheden kunnen sturen op hoeveel, waar en voor wie er gebouwd wordt. Het Rijk, provincies en gemeenten kunnen zo de regie hernemen op de volkshuisvesting en de woningbouwopgave in het bijzonder. Deze opgave is groot: ieder jaar moeten er 100.000 woningen worden gerealiseerd, waarvan twee derde betaalbaar en 30% sociale huurwoningen.
De wet Versterking regie volkshuisvesting zorgt voor de wettelijke verankering van alles wat op het gebied van volkshuisvesting in gang is gezet. Het Rijk, provincies en gemeenten krijgen hiermee het juiste wettelijke gereedschap in handen om met meer regie en meer tempo meer betaalbare woningen te bouwen. Overheden kunnen alle instrumenten van de Omgevingswet inzetten. Hierdoor kunnen Rijk en provincies met instructieregels en -besluiten juridische knopen doorhakken, bijvoorbeeld over woningbouwlocaties.
Wat zijn de doelen van het wetsvoorstel Versterking regie volkshuisvesting?
Voor een eerlijke verdeling zorgen, waarbij urgent woningzoekenden een betere kans krijgen op een passende woning.
Het wetsvoorstel is op 7 maart 2024 naar de Tweede Kamer gestuurd. Op 13 februari 2025 is een aangepast wetsvoorstel naar de Tweede Kamer gestuurd. In de tijdlijn hieronder zie je hoe het verdere verloop van dit traject eruit ziet:
In de technische briefing van 27 maart 2025 hebben ambtenaren van het ministerie van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening technische toelichting gegeven op de meest recente wijzigingen in het wetsvoorstel Versterking regie volkshuisvesting. Bekijk hier de presentatie.
Van 17 april tot en met 1 mei kunnen geïnteresseerden reageren op de aangepaste onderdelen van het ontwerpbesluit. Tijdens de consultatieperiode worden bijeenkomsten georganiseerd om de wijzigingen te bespreken.
Minister Keijzer (VRO) stuurt de Tweede Kamer de nota naar aanleiding van het nader verslag en een derde nota van wijziging op het voorstel van de Wet versterking regie volkshuisvesting. Bekijk de stukken hier.
Verdere behandeling van het wetsvoorstel door de Tweede Kamer. De behandeling van het wetsvoorstel in de Tweede Kamer kent verschillende stappen. Klik hier voor uitgebreide informatie over deze stappen. Na een eventuele schriftelijke vragenronde volgt de plenaire behandeling in de Tweede Kamer. Tweede Kamerleden kunnen zodra een wetsvoorstel is ingediend wijzigingen voorstellen. Dit heet het recht van amendement. Amendementen worden tegelijk met het wetsvoorstel behandeld. Na behandeling van amendementen en eventuele moties wordt over het wetsvoorstel gestemd. Bij instemming van een meerderheid van de Tweede Kamer gaat het wetsvoorstel naar de Eerste Kamer.
Behandeling van het wetsvoorstel in de Eerste Kamer. Een door de Tweede Kamer aangenomen wetsvoorstel gaat vervolgens naar de Eerste Kamer. Ook de Eerste Kamer volgt weer een traject van schriftelijke behandeling in commissies: verslag van de commissie, memorie van antwoord door de minister en een formeel eindverslag van de commissie. In tegenstelling tot de Tweede Kamer heeft de Eerste Kamer geen recht van amendement; de leden kunnen vragen stellen, commentaar geven, vragen om toezeggingen en over het wetsvoorstel stemmen, maar er geen veranderingen in aanbrengen.