Antwoorden op veelgestelde vragen
Bekijk hieronder de antwoorden op veelgestelde vragen.
Vragen over het woningwaarderings-/puntenstelsel
Dat is het puntensysteem voor zowel zelfstandige als onzelfstandige huurwoningen. Het is bedoeld om de maximale huurprijs van een woning te bepalen. Elke huurwoning heeft een aantal punten dat de kwaliteit van de woning aangeeft. Bijvoorbeeld voor de ligging, het aantal vierkante meters, het energielabel, de WOZ-waarde, welke voorzieningen er in de keuken aanwezig zijn en of er een tuin of balkon is. Bij het totaal van deze punten hoort een vaste huurprijs. Hoe hoger het aantal punten, hoe hoger de huurprijs. De Rijksoverheid stelt ieder jaar opnieuw de prijs per (woning)punt vast. De tabel met het puntenaantal voor zowel zelfstandige als onzelfstandige huurwoningen is te vinden op deze pagina.
Dat kun je controleren via de officiële Huurprijscheck van de Huurcommissie. Dat is een betrouwbare en objectieve manier voor iedereen om gratis het puntenaantal van een huurwoning te berekenen.
Je vindt deze op huurprijscheck.nl. Het invullen van de Huurprijscheck kost wel even tijd, omdat je best wat gegevens over je woning moet invullen.
Dat kom je te weten door te kijken naar het puntenaantal van de huurwoning. De punten kun je berekenen via de Huurprijscheck. Er zijn 3 categorieën:
-
Sociale huurwoningen hebben maximaal 143 punten (ook als je van een particuliere verhuurder huurt).
-
Middenhuur-woningen hebben 144 tot en met 186 punten.
-
Vrije sector-woningen hebben 187 punten of meer.
Ja. Vanaf 1 januari 2025 zijn verhuurders verplicht om het puntenaantal aan huurders duidelijk te maken. Verhuurders kunnen daarvoor de uitkomst van de Huurprijscheck van de Huurcommissie downloaden.
Dat is gedaan om verhuurders de tijd te geven om zich goed voor te bereiden op de uitvoering van de wet. En om alle systemen aan te passen aan het nieuwe woningwaarderingsstelsel (WWS). Zij krijgen hiervoor 6 maanden de tijd.
Dat is gedaan om gemeenten de tijd te geven om zich goed voor te bereiden op de uitvoering van de wet. Zij krijgen hiervoor 6 maanden de tijd. De gemeentelijke handhaving op de maximale huurprijzen en maximale huurprijsverhogingen gaat nog niet van start per 1 juli. Verhuurders kunnen tot 1 januari 2025 dus ook nog geen boete van de gemeente krijgen. Wel kunnen huurders al via de Huurcommissie de mogelijke huurprijsverlaging krijgen die bij het nieuwe aantal WWS-punten hoort. Dit kan altijd bij nieuwe contracten die na 1 juli 2024 worden afgesloten. Soms kan dit ook voor bestaande contracten.
De veronderstelling dat groepscontracten standaard onder het WWS voor zelfstandige woningen vielen is onjuist. Voor toepassing van het WWS (zelfstandig) of WWSO (onzelfstandig) was de feitelijke verhuursituatie al leidend: kamerverhuur moet een huurprijs volgens het WWSO krijgen. De voorwaarden voor een zelfstandige woning vindt u onder het kopje 'Vragen van huurders' op deze pagina bij vraag 4. U bent als verhuurder verplicht het juiste WWS toe te passen. Als blijkt dat u het WWSO moet toepassen, bent u altijd verplicht om niet meer te vragen dan de maximale huur die bij het puntenaantal past. Dit gold ook al voor 1 juli 2024.
Deze woning valt onder het overgangsrecht van de Wet betaalbare huur. Het puntenaantal op 1 juli 2025 is dan leidend voor de maximale huurprijs die u voor uw woning mag vragen. Indien er sprake is van een contract dat vóór 1 juli 2024 is afgesloten en de woning op 1 juli 2025 meer dan 143 punten heeft, dan blijft de woning geliberaliseerd totdat er een nieuw huurcontract wordt afgesloten. Het puntenaantal op het moment van huurprijstoetsing is hiervoor dus leidend, niet het puntenaantal op 1 juli 2024. Als u op of na 1 juli 2025 een nieuw huurcontract afsluit, gelden de nieuwe regels: een vaste maximale huurprijs voor woningen tot en met 186 punten.
Ja. De verplichting om het puntenaantal duidelijk te maken geldt voor alle nieuwe huurcontracten die op of na 1 januari 2025 worden afgesloten.
In het WWS worden ook gemeenschappelijke voorzieningen meegeteld. Hiermee worden voorzieningen die onroerend zijn bedoeld. Dat betekent dat ze bij de woning horen en niet zomaar kunnen worden opgetild en meegenomen. Een ingebouwde oven wordt bijvoorbeeld wel gewaardeerd, maar een barbecue op wielen niet.
In het WWS worden alleen de elementen gewaardeerd die zijn opgenomen in het Besluit huurprijzen woonruimte. Een sportruimte en sauna zijn hier niet in opgenomen.
Elementen die voor een individuele woning worden gewaardeerd, kunnen ook als gemeenschappelijk element gewaardeerd worden. Bijvoorbeeld: een gedeelde ruimte met een keuken.Hierbij worden de punten voor de oppervlakte, de aanwezigheid van verwarming en verkoeling en de voorzieningen in de keuken meegenomen. Het aantal punten wordt vervolgens verdeeld over de adressen die exclusieve toegang tot het vertrek en gebruiksrecht hebben.
Een voorbeeld: een ruimte van 15 vierkante meter met een keuken met een aanrechtblad van 1 meter, verwarmd en met een combimagnetron, kookplaat, afzuiginstallatie en koelkast. De ruimte wordt met 3 adressen gedeeld. De oppervlakte levert 15 punten op. De verwarming levert 2 punten op. Het aanrecht levert 4punten op. De combimagnetron is elektrisch en werkt zowel als magnetron als oven. Een magnetron en oven samen leveren 2 punten op. De koelkast levert 1punt op. De gaskookplaat (inbouw) levert 0,5 punten op en de afzuiginstallatie levert 0,75 punten op. Dit levert een totaal van 25,25 punten op. Dit aantal gedeeld door 3 adressen is 8,42 punten per adres, wat afgerond wordt op 8,5. Elk adres krijgt boven op de individuele waardering van het gehuurde een waardering van 8,5 punten opgeteld.
Bij bestaande bouw moet uitgegaan worden van de laatst vastgestelde WOZ-waarde. Soms is er nog geen WOZ-waarde bekend. Bijvoorbeeld wanneer nieuwe woonruimtes zijn gevormd en het nog enkele maanden duurt voordat de gemeente een WOZ-beschikking afgeeft voor deze woonruimtes. Tot die tijd kan als alternatief 85% van de taxatiewaarde van de woning worden gebruikt als benadering van de WOZ-waarde. Hiervoor geldt dat alleen een door een register-taxateur opgesteld (hybride)taxatierapport voldoet. De verhuurder draagt de verantwoordelijkheid voor het opstellen van dit rapport. Deze taxatiewaarde geldt slechts totdat er een WOZ-waarde is vastgesteld. Bij een vastgestelde WOZ-waarde vervalt de taxatiewaarde voor het toekennen van WOZ-punten van deze rubriek.
In geval van een tijdelijke woning hanteert de register-taxateur de objectafbakeningsvoorschriften en waarderingsvoorschriften van hoofdstuk III van de Wet waardering onroerende zaken. Dit is met uitzondering van de voorschriften op grond van artikel 17, vierde lid, en artikel 18, eerste en tweede lid, van de Wet waardering onroerende zaken. In plaats van de voorschriften van artikel 18, eerste en tweede lid, gaat de register-taxateur uit van de staat van de woning na oplevering. Onder tijdelijke woning wordt voor het toekennen van WOZ-punten een woning verstaan die voor een bepaalde tijd op een tijdelijke locatie (met toegelaten functie wonen of tijdelijke afwijking Omgevingsplan) mag worden gebouwd. Dit zijn woningen die voldoen aan de eisen die gelden voor nieuwbouw óf die getoetst zijn aan tijdelijke woningen zoals gedefinieerd in het Besluit bouwwerken leefomgeving (termijn van maximaal 15 jaar).
Wanneer er geen WOZ-waarde beschikbaar is en de verhuurder ook geen gebruik heeft gemaakt van de hierboven genoemde mogelijkheid om een taxatierapport op te laten stellen, wordt een minimum WOZ-waarde gehanteerd. Deze wordt jaarlijks geïndexeerd met de gemiddelde wijziging van de eigenwoningwaarden.
Vragen van huurders
Via de Huurprijscheck van de Huurcommissie kun je voor elke huurwoning berekenen hoeveel punten de woning waard is en welke maximale huurprijs daarbij hoort. Betaal je te veel? Dan kan je huur omlaag. Als je woning tot en met 143 punten waard is, kan je huur in sommige gevallen direct of na een jaar omlaag. Heb je tussen de 144 en 186 punten, dan geldt pas bij een nieuw contract de maximale huurprijs. Voor woningen boven de 186 punten geldt geen maximale huurprijs.
Woon je in een woonruimte zonder eigen toegangsdeur? Of deel je een badkamer, keuken of toilet? Dan huur je een zogenoemde onzelfstandige woning. Dan moest de verhuurder zich ook nu al aan de maximale huurprijs houden.
Teken je op of na 1 juli 2024 een nieuw huurcontract? Controleer dan goed of je verhuurder niet te veel huur vraagt. Je verhuurder is verplicht om per 1 januari 2025 het puntenaantal van je woning aan jou duidelijk te maken. Nieuw is verder dat je verhuurder zich ook aan de maximale huurprijs moet houden voor woningen tot en met 186 punten.
Nee, het maakt voor de wet niet uit of je huurt van een woningcorporatie of van een particuliere verhuurder.
Er is voor het WWS sprake van een zelfstandige woning als:
-
De woning een eigen toegang en een eigen keuken, toilet en wasgelegenheid (douche/bad) heeft; én
-
De woning bewoond wordt door:
-
maximaal 2 personen; óf
-
3 of meer personen die samen een duurzame, gemeenschappelijke huishouding voeren. Dit geldt meestal als je met je gezin in de woning woont.
-
Is je woning volgens deze definitie niet zelfstandig? Dan is het een onzelfstandige woning en geldt direct bij het ingaan van de Wet betaalbare huur het WWSO.
Kamers, woonwagens of een combinatie van een standplaats met een woonwagen zijn géén zelfstandige woningen. Voor deze ruimten gelden eigen Woningwaarderingsstelsels en is de huurprijs altijd gereguleerd.
Voor hospitaverhuur geldt een uitzondering op deze definitie. In het geval een huurder als hospita een kamer wil verhuren aan een hospitahuurder, blijft de woning die de (hoofd)verhuurder verhuurt zelfstandig, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
- de (hoofd)huurder woont minstens twee jaar zelfstandig in de woning
- de (hoofd)huurder verhuurt als hospita aan maximaal één huishouden
- de (hospita-)onderhuurder mag alleen een huurovereenkomst hebben met de hoofdhuurder (de hospita) van de woning (niet met de hoofdverhuurder/eigenaar van de woning).
Voor de hospitahuurder geldt dat die maximaal een huur volgens het WWSO betaalt aan de hospitaverhuurder.
Heb je op de Huurprijscheck van de Huurcommissie gecheckt dat jij meer betaalt dan de maximale huurprijs die hoort het puntenaantal van de woning of de kamer? Praat dan eerst met je verhuurder. Komen jullie er samen niet uit? Vraag dan bij de Huurcommissie om een huurverlaging. Of je kunt ook naar je gemeente gaan om dit aan te geven. De gemeente handhaaft op de naleving van de wet.
Denk je dat je recht hebt op een lagere huur? En kom je er niet uit met je verhuurder? Dan kun je de Huurcommissie inschakelen om een uitspraak te doen over geschillen over:
-
de maximale huurprijs
-
een huurverhoging
-
onderhoud en gebreken aan de woning
-
de afrekening van servicekosten.
Lees hierover meer op de website van de Huurcommissie.
Je kunt ook aankloppen bij je gemeente. Daar kunnen ze je huurprijs niet verlagen, maar ze kunnen wel boetes opleggen aan verhuurders die zich niet aan de regels houden. Vanaf 1 januari 2025 zullen gemeenten handhaven op de naleving van de wet.
Dat kan alleen binnen 6 maanden nadat je het huurcontract bent aangegaan. Je moet de Huurcommissie binnen die 6 maanden vragen om te bekijken of de huur inderdaad omlaag kan. De Huurcommissie toetst dan de huurprijs bij aanvang van het contract. Doet de Huurcommissie een uitspraak dat de huur omlaag moet? Dan is de verhuurder verplicht om de te veel betaalde huur terug te betalen.
Als je een tijdelijk huurcontract hebt van maximaal 2 jaar, kan je langer je aanvangshuurprijs laten toetsen. Je kan dan tot 6 maanden na afloop van dat tijdelijke contract naar de Huurcommissie stappen.
Door de nieuwe wet kan in 3 gevallen de huur omlaag. Hieronder leggen we per geval uit hoe het zit.
-
Je woning is 143 punten of minder en bij de start van het huurcontract was mijn huur lager dan de toen geldende liberalisatiegrens. Je hebt dan per direct recht op een huurprijs die hoort bij het aantal punten van jouw woning. De verhuurder had dit namelijk ook in de oude situatie al moeten doen.
-
Je woning is 143 punten of minder en bij de start van het huurcontract was mijn huur hoger dan de toen geldende liberalisatiegrens. Je hebt dan op 1 juli 2025 (een jaar na ingang van de wet) recht op een huurprijs die hoort bij het aantal punten van jouw woning. Volgens de oude regels had je binnen 6 maanden bezwaar moeten maken bij de Huurcommissie. Als je dit niet hebt gedaan, is je woning onderdeel geworden van de vrije sector (geliberaliseerd). Om verhuurders de tijd te geven om aan de nieuwe situatie te wennen, geldt in dit geval een overgangstermijn van 1 jaar na de invoering van de wet.
Let op: is je contract minder dan 6 maanden geleden ingegaan? Dan kun je in dit geval alsnog naar de Huurcommissie stappen en je verhuurder moet de eventueel te veel betaalde huur terug betalen. -
Je woning heeft 144 tot en met 186 punten (middenhuur). Als je woning tussen de 144 en 186 punten heeft, valt je woning in de middenhuur. Er verandert voor jou dan in principe niets. Toen het huurcontract inging, golden namelijk nog de oude regels. Deze regels blijven gelden zolang het contract duurt. Pas bij het afsluiten van een nieuw contract moet de verhuurder de prijs aanpassen naar de prijs die past bij de puntentelling.
Als je denkt dat je te veel servicekosten betaalt, kun je dit laten toetsen door de Huurcommissie. Voor woningen in de middenhuur en vrije sector (met een puntenaantal van 144 en hoger) kan dit als je contract is afgesloten op of na 1 juli 2024. Kijk voor meer informatie op de website van de Huurcommissie.
Onder voorwaarden is het mogelijk huurtoeslag te onvangen voor het huren van een zelfstandige woonruimte. Om te bepalen of sprake is van een zelfstandige woning voor toepassing van de huurtoeslag, geldt de definitie uit het Burgerlijk Wetboek. Het moet dan gaan om een woonruimte met een eigen toegang en een eigen keuken, toilet en wasgelegenheid.
De Wet betaalbare huur verandert hier niets aan. De wet verduidelijkt namelijk alleen de definitie van zelfstandige woonruimte voor het bepalen van de maximale huurprijs op grond van het WWS. De definitie uit het WWS is dus een andere definitie dan de definitie in het Burgerlijk Wetboek voor toepassing van de huurtoeslag. Voor de huurtoeslag zijn alleen de eigenschappen van de woning van belang en niet of er sprake is van een duurzaam gemeenschappelijk huishouden.
Wil je meer weten over huurtoeslag, kijk dan op de website van de Belastingdienst. Wil je meer weten over de definitie van een zelfstandige woonruimte voor toepassing van het WWS of het WWSO, kijk dan op de website van Rijksoverheid.
Het is alleen mogelijk om te veel betaalde huur terug te krijgen met de aanvangshuurprijstoetsing door de Huurcommissie. Let op: dit kan alleen binnen 6 maanden vanaf de start van het huurcontract.
Laat u de huur toetsen na het verstrijken van deze termijn van 6 maanden vanaf de start van het contract? Dan doet de Huurcommissie een huurprijstoetsing op basis van de huidige punten van de woning. Als de huur hoger is dan de maximale toegestane huurprijs, dan moet de huur in de toekomst worden verlaagd. De te veel betaalde huur van eerdere maanden kunt u in dit geval niet terugkrijgen.
Een gemeente kan op grond van de Wet betaalbare huur kiezen om vrijkomende middenhuurwoningen toe te wijzen aan woningzoekenden die maximaal een middeninkomen hebben. Daarvoor moet een gemeente toewijzingsregels stellen, die in de huisvestingsvergunning staan.
Middeninkomens zijn:
- Eenpersoonshuishoudens met een inkomen van € 47.699,- tot € 62.191,- (prijspeil 2024);
- Of meerpersoonshuishoudens met een inkomen van € 52.671,- tot € 82.921,- (prijspeil 2024).
Vragen van verhuurders
Dat hangt af van de situatie. Check hieronder of en per wanneer je je aan de maximale huurprijs volgens het puntenstelstel moet houden:
Huurcontract getekend |
Aantal punten volgens het nieuwe stelstel |
Huurprijs bij start huur |
Verplichting geldt |
---|---|---|---|
Voor 1 juli 2024 |
Sociale huur (t/m 143 punten) |
Onder liberalisatiegrens die gold op de ingangsdatum van het contract |
Ja, per 1 juli 2024 |
Boven liberalisatiegrens die gold op de ingangsdatum van het contract |
Ja, per 1 juli 2025 |
||
Middenhuur (144 t/m 186 punten) |
n.v.t. |
Nee |
|
Vrije sector (vanaf 187 punten) |
n.v.t. |
Nee |
|
Op of na 1 juli 2024 |
Sociale huur (t/m 143 punten) |
n.v.t. |
Ja |
Middenhuur (144 t/m 186 punten) |
n.v.t. |
Ja |
|
Vrije sector (vanaf 187 punten) |
n.v.t. |
Nee |
Is een maximale huurprijs verplicht, maar is de huurprijs hoger dan de prijs die bij het puntenaantal hoort? Dan moet je de huurprijs verlagen.
Dit klopt niet helemaal. Voor onzelfstandige woonruimtes en woningen tot en met 143 punten gold altijd al dat je je aan de maximale huurprijs volgens het puntenaantal van de woning of kamer moest houden. Deze verplichting geldt nog steeds. Nieuw is dat gemeenten er toezicht op houden en erop kan worden gehandhaafd. De handhaving op de maximale huurprijzen en maximale huurprijsverhogingen gaat per 1 januari 2025 van start.
Verhuur je dus een woning die in deze categorie valt en klopt de huurprijs nu niet bij het puntenaantal? Dan moet je ook de huurprijs van bestaande contracten aanpassen.
Voor woningen met 143 punten of minder, die al vanaf de start van de huur een hogere huurprijs hebben dan de liberalisatiegrens, is er een overgangsregeling. Huurders hebben in dit geval vanaf 1 jaar na ingang van de wet (1 juli 2025) recht op een lagere huurprijs.
Dit klopt niet. Een groepscontract blijft mogelijk voor kamerverhuur. Wel is verduidelijkt dat elke huurder van een kamer een huurprijs volgens het woningwaarderingsstelsel voor onzelfstandige woonruimten (WWSO) moet krijgen. Met daarbij het puntenaantal waar de huurprijs op is gebaseerd.
Huurders kunnen ook zelf de Huurprijscheck van de Huurcommissie doen. En met jou als verhuurder in overleg treden als ze denken dat ze te veel huur betalen. Als jullie er dan niet uitkomen, kunnen huurders naar de Huurcommissie stappen om hun huurprijs te laten toetsen. De Huurcommissie gaat dan onderzoek doen. Ze doen een uitspraak over de WWS-punten en de bijbehorende huurprijs. Die uitspraak is bindend: als verhuurder moet je je daaraan houden.
Daarnaast gaat ook de gemeente per 1 januari 2025 toezicht houden op naleving van de Wet betaalbare huur. Vraag je te veel huur? Dan kun je een boete krijgen die kan oplopen tot een fors bedrag. De maximale boete is € 100.000.
Gemeenten kunnen verschillende maatregelen nemen om de nieuwe regels te handhaven, afhankelijk van de situatie. Een gemeente kan waarschuwen of bestuursdwang of strengere maatregelen toepassen, zoals een dwangsom of een boete. In het uiterste geval kan de gemeente het beheer van de huurwoning overnemen. Bij een kleine overtreding wordt meestal eerst gewaarschuwd. Als verhuurder moet je de kans krijgen om je gedrag te veranderen na een waarschuwing of een herstelmaatregel. Als dit niet gebeurt, kan er een boete worden gegeven. De bedragen in de wet zijn de maximale boetes. Bij het bepalen van de hoogte van de boete moet de gemeente kijken naar alle omstandigheden, zoals hoe ernstig de overtreding is. Ook moet de gemeente een lagere boete opleggen als de overtreder kan laten zien dat de boete te hoog is door bijzondere omstandigheden. Als het tot een rechtszaak komt, zal de rechter ook kijken of de gemeente de maatregelen op een eerlijke manier (proportioneel) heeft ingezet.
Ja, maar dat kan alleen binnen 6 maanden nadat de huurder het huurcontract is aangegaan. De huurder moet dan in die periode de Huurcommissie vragen om de huurprijs te toetsen. Doet de Huurcommissie een uitspraak dat de huur omlaag moet? Dan ben je verplicht om het verschil met terugwerkende kracht te vergoeden.
De Wet betaalbare huur heeft een overgangsrecht. Dit betekent dat voor sommige bestaande contracten, die vóór 1 juli 2024 zijn ondertekend, al de nieuwe regels van de wet gelden. Kijk of dit voor jouw woning het geval is op ismijnhuurteduur.nl.
Nee, de wet is van toepassing op de verhuur van woningen. Het verhuren van vakantiewoningen gaat normaal gesproken via een huurovereenkomst waarbij het gebruik van korte duur is. Als dat niet het geval is, bijvoorbeeld als een vakantiewoning permanent wordt bewoond, gelden de regels van huur(prijs)bescherming. Dan valt de woning wél onder de Wet betaalbare huur.
Bij nieuwe contracten vanaf 1 juli 2024 mag u alleen de maximale huurprijs volgens het nieuwe WWS-puntenstelsel vragen voor woningen in het gereguleerde segment. Dat zijn woningen tot en met 186 punten. Vraagt u meer dan deze maximale huurprijs? Dan moet u de huur verlagen.
Gaat het om een bestaand contract dat getekend is voor 1 juli 2024? Dan geldt misschien het overgangsrecht van de Wet betaalbare huur. Kijk op ismijnhuurteduur.nl of er in uw situatie een maximale huurprijs geldt.
Nee, door de Wet betaalbare huur is de maximale huurprijs een dwingende landelijke norm. Het is dus verboden om bij gereguleerde huurwoningen een hogere huurprijs dan mag volgens het WWS(O). Gebeurt dit toch, dan loopt de verhuurder het risico op een boete van de gemeente.
Ja, u kunt uw woning altijd verkopen. Maar in het Nederlandse huurrecht geldt wel de regel “koop breekt geen huur”. Dit betekent dat de huurovereenkomst bij de verkoop van de woning overgaat op de nieuwe eigenaar. De nieuwe regels van de Wet betaalbare huur veranderen niks aan deze rechtsregel en aan opzeggingsgronden van overeenkomsten.
Bij een bestaand contract kan de huurprijs slechts met het maximaal toegestane jaarlijkse huurprijsverhogingspercentage verhoogd worden. Per woningsegment geldt een ander percentage. Deze percentages staan op de website van Rijksoverheid.
Bij een nieuw contract kunt u wel meteen de maximale huurprijs vragen voor de gereguleerde woning (een woning tot en met 186 punten). Er gelden aanvullende regels voor een huurverhoging na verbeteringen aan de woning. Kijk daarvoor op deze pagina van Rijksoverheid.nl.
Jaarlijks worden de WOZ-waarden in het WWS geïndexeerd. Daardoor houdt het stelsel goed rekening met de woningmarktontwikkeling. Een (grote) schommeling in de WOZ-waarde van een specifieke huurwoning, die afwijkt van de landelijke trend, kan zorgen voor een schommeling in de maximale huurprijs voor die woning. Dit kan het geval zijn als de WOZ-waarde van de woning sterk stijgt of daalt ten opzichte van de ontwikkeling van de gemiddelde WOZ-waarde van Nederland. De huurprijs mag bij de zittende huurder alleen verhoogd worden met het door de Rijksoverheid vastgestelde percentage dat van toepassing is op het segment waartoe de woning behoort (laag, midden of hoog). Het segment wordt bepaald door de huurprijs bij start verhuur en het aantal punten dat de woning heeft. Een hoger aantal punten tijdens de huurperiode leidt niet tot een segmentverschuiving. Ook een daling van het puntenaantal als gevolg van alleen een lagere WOZ-waarde leidt niet tot een segmentverschuiving. Wel kan het zijn dat de maximale huurprijs van een woning in het laag- of middensegment naar beneden moet worden bijgesteld.
Wanneer u een tijdelijk contract niet opzegt, dan wordt dit contract door de Wet vaste huurcontracten automatisch een bestaand contract voor onbepaalde tijd. Het moment van afsluiten van het tijdelijk contract blijft gelden als afsluitingsdatum. Ook van het contract voor onbepaalde tijd.
Gaat het om een tijdelijk contract dat vóór 1 juli 2024 is afgesloten? Dan geldt misschien het overgangsrecht van de Wet betaalbare huur. Kijk op ismijnhuurteduur.nl of er voor uw situatie een maximale huurprijs geldt. Is het tijdelijk huurcontract afgesloten op of ná 1 juli 2024? Dan mag u alleen de maximale huurprijs volgens het WWS-puntenstelsel vragen voor woningen in het gereguleerde segment (tot en met 186 punten).
De huurprijs mag jaarlijks slechts met een maximaal huurprijsverhogingspercentage verhoogd worden. Dit geldt altijd voor het sociale en middenhuursegment en voor de vrije huursector tot 1 mei 2029. Per woningsegment geldt een ander percentage. Bekijk de percentages op de website van Rijksoverheid..
Hoe zorgt de wet voor meer betaalbare huurwoningen?
Huurders met een middeninkomen krijgen door de Wet betaalbare huur huurprijsbescherming. Het gemoderniseerde woningwaarderingsstelsel (WWS) geldt nu voor middenhuurwoningen tot en met 186 punten. Het puntenaantal dat een woning krijgt bepaalt de maximale huur. Bij 186 punten hoort een maximale huur van € 1157,95. Huurprijzen worden jaarlijks geïndexeerd.
De middenhuurregulering zorgt voor een verschuiving van woningen vanuit de vrije sector naar het nieuwe middenhuursegment. Daarnaast wordt ingezet op de bouw van nieuwe betaalbare woningen. Er moeten 981.000 woningen bijkomen tot en met 2030. Tweederde daarvan moet betaalbaar zijn. Institutionele beleggers en ontwikkelaars willen 50.000 middenhuurwoningen gaan realiseren. Dat komt neer op een ambitie van iets meer dan 6.000 middenhuurwoningen per jaar. Daarmee worden er samen met de woningcorporaties minimaal 100.000 middenhuurwoningen toegevoegd aan de voorraad.
Bij de vormgeving van de regulering is er rekening mee gehouden dat de bouw door moet kunnen gaan. Om deze reden is het woningwaarderingsstelsel (WWS) gemoderniseerd, waardoor het stelsel beter aansluit bij de kwaliteit van middenhuurwoningen die tegenwoordig worden gebouwd. Zo mogen verhuurders van nog nieuw te bouwen middenhuurwoningen onder bepaalde voorwaarden gedurende 20 jaar na ingebruikname een opslag van 10% op de huurprijs rekenen. Dit geldt voor middenhuurwoningen waarvan de startbouwdatum voor 1 januari 2028 ligt. Ook is bijvoorbeeld de waardering van duurzame energielabels verbeterd. Dit draagt bij aan de kwaliteit van de woningvoorraad, zodat het aantrekkelijker wordt om te investeren in duurzame woningen.
Behalve het Wetsvoorstel betaalbare huur stimuleert het kabinet op verschillende manieren de bouw van nieuwe betaalbare woningen. Wanneer er sprake is van een publiek tekort, kunnen gemeenten een aanvraag indienen voor een bijdrage uit de Woningbouwimpuls (Wbi). De Startbouwimpuls is er om projecten die vergund zijn toch snel te kunnen laten starten, ondanks economische tegenwind. De aanmeldloketten van beide regelingen zijn momenteel gesloten.
De energiezuinigheid van een woning wordt in het gemoderniseerde woningwaarderingsstelsel (WWS) beter gewaardeerd. Zo krijgen woningen met een energielabel van B of hoger extra punten, terwijl energielabels van E of lager minpunten krijgen. Hierdoor wordt het prijsverschil tussen woningen met een goed en een slecht energielabel groter. En wordt verduurzaming van huurwoningen gestimuleerd.
De regulering van de middenhuur heeft effect op de investeringsbereidheid van vastgoedinvesteerders en -ontwikkelaars. Die moet op peil blijven om ook in de toekomst over voldoende betaalbare woningen te kunnen beschikken. Bij de vormgeving van de middenhuurregulering is rekening gehouden met het doel om voldoende nieuwe woningen te bouwen. Zo mogen verhuurders van nog nieuw te bouwen woningen onder bepaalde voorwaarden tijdelijk een opslag van 10% op de huurprijs rekenen. Daarnaast draagt de verbetering van de waardering van duurzame energielabels bij aan de kwaliteit van de woningvoorraad, zodat het aantrekkelijker wordt om te investeren in duurzame woningen.
In het stelsel dat de afgelopen jaren gold was de maximale huurprijs afdwingbaar. Dat betekent dat huurders naar de Huurcommissie of rechter konden stappen om een lagere huurprijs te krijgen. Maar huurders haalden hier niet altijd hun recht. Daarom is het woningwaarderingsstelsel (WWS) dwingend geworden, waarbij verhuurders verplicht zijn de maximale huurprijzen te respecteren.
Gemeenten zijn verantwoordelijk voor het toezicht en handhaving op de maximale huurprijzen. Vanaf 1 januari 2025 kunnen zij boetes opleggen. Deze maatregel geldt voor zowel het huidige, gereguleerde segment, als het toekomstig middensegment.
Het Wetsvoorstel betaalbare huur zorgt er op termijn voor dat de huurprijs van circa 300.000 woningen gemiddeld met 190 euro per maand omlaag moet. In totaal komen er door de wet 113.000 woningen extra in betaalbare segment (huur onder de liberalisatiegrens en middenhuur).
Naar huurprijs | Stand vóór 1 juli 2024 | Na dwingend maken | Na regulering middenhuur |
---|---|---|---|
Huur onder liberalisatiegrens | 2.440.000 | 2.537.000 (+97.000) | 2.548.000 (+11.000) |
Middenhuur | 392.000 | 314.000 (-78.000) | 397.000 (+83.000) |
Vrije huur | 239.000 | 220.000 (-19.000) | 125.000 (-95.000) |
Meer vragen?
Je kunt de Huurcommissie vragen om de huurprijs te toetsen voor jou en je verhuurder. Ook kan de Huurcommissie een uitspraak over bijvoorbeeld servicekosten doen. Verder heeft iedere gemeente een meldpunt voor huurders. Daar kun je terecht als je verhuurder zich niet gedraagt zoals je mag verwachten.