Voortgang programma Woningbouw: doorbouwen aan voldoende woningen
Het huidige kabinet heeft de volkshuisvesting weer op de kaart gezet. En heeft vol ingezet op de bouw van meer woningen. In de afgelopen twee jaar zijn bijna 180.000 nieuwe woningen gebouwd. De opgave blijft groot: van 2024 tot en met 2030 moeten er nog ruim 800.000 woningen bijkomen, waarvan twee derde betaalbaar. Hiervoor heeft dit kabinet een stevig fundament gelegd. Zo heeft het Rijk niet alleen de regie op de volkshuisvesting hernomen, maar ook € 11 miljard geïnvesteerd in financiële regelingen, flink ingezet op maatregelen om de bouw te versnellen en meerdere gebieden voor grootschalige woningbouw aangewezen. Dit staat in de voortgangsrapportage over het programma Woningbouw die minister Hugo de Jonge van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) vandaag heeft aangeboden aan de Tweede Kamer.
Woningtekort inlopen
Om het landelijk woningtekort aan te pakken, zijn van 2022 tot en met 2030 in totaal 981.000 nieuwe woningen nodig. In 2022 en 2023 zijn bijna 180.000 woningen gebouwd. Tot en met 2030 zijn dus nog ruim 800.000 nieuwe huizen nodig. De seinen hiervoor staan op groen: in de woondeals staan afspraken over deze huizen, de grote stijging van de bouwkosten en rente is inmiddels voorbij, de huizenprijzen stijgen weer en er zijn voldoende plannen voor nieuwe woningen.
Regie versterken
Onder regie van het Rijk zijn in 2022 en 2023 35 woondeals afgesloten in de twaalf provincies. Hierin staan afspraken over hoeveel, waar en voor wie wordt gebouwd. Vorig jaar bleek dat er – onder andere door demografische ontwikkelingen – meer nieuwe woningen nodig zijn dan oorspronkelijk beoogd. Daarom zijn de woondeals herijkt: er komen in totaal 52.500 extra woningen bovenop de al eerder afgesproken circa 936.000 woningen. Hiermee wordt ruim voorzien in de bouw van de benodigde 981.000 extra woningen van 2022 tot en met 2030.
Het wetsvoorstel Versterking regie volkshuisvesting is naar de Tweede Kamer gestuurd. Deze wet zorgt voor de wettelijke verankering van alles wat op het gebied van volkshuisvesting in gang is gezet, waaronder de werkwijze van de woondeals. Overheden krijgen hiermee de juridische instrumenten om met meer regie – en meer tempo – meer betaalbare woningen te bouwen. Om grip te blijven houden op de woningbouwopgave, werken het ministerie van BZK, de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) en het Interprovinciaal Overleg (IPO) ook aan de interbestuurlijke Landelijke Monitor Voortgang Woningbouw.
Woningbouw versnellen
In 2022 en 2023 is in totaal € 11 miljard aan financiële ondersteuning vrijgemaakt voor het versnellen van de woningbouw. Dit levert tussen nu en 2035 circa 700.000 woningen op. Hoewel de economie momenteel aantrekt, zijn de afgelopen periode wel minder woningbouwprojecten gestart. Dat kan in 2024 en 2025 tot een bouwdip leiden. Het kabinet heeft alles op alles gezet om deze dip te dempen. Zo is in 2023 € 300 miljoen geïnvesteerd in de Startbouwimpuls. Hiermee kunnen vergunde bouwprojecten die vanwege veranderende economische omstandigheden stil dreigen te vallen, toch snel starten. Het gaat om zo’n 30.000 woningen die in 2024 en 2025 gebouwd worden. Ook door het parallel plannen van activiteiten in de planfase kunnen projecten jaren eerder van start. Verder lossen versnellingstafels vertragingen in bouwprojecten op, wordt er gewerkt aan de standaardisatie van fabrieksmatige bouw en levert het beter benutten en transformeren van bestaande gebouwen tijdswinst op.
Woningbouw is complex. Vaak lopen projecten tegen knelpunten aan. Hierbij gaat het onder meer om kritische succesfactoren op het gebied van netcongestie en stikstof. Het Rijk, medeoverheden en marktpartijen zoeken samen – onder meer via de versnellingstafels – naar oplossingen. Zo voorkomen we vertraging.
Locaties: financiering en nieuwe NOVEX-gebieden
Momenteel zijn er verspreid over het hele land 17 grootschalige NOVEX-gebieden aangewezen, met daarin 45 woningbouwlocaties, goed voor 300.000 woningen. Tot en met 2030 is in totaal € 7,5 miljard beschikbaar om sneller te bouwen in deze gebieden en nieuwe woonwijken beter bereikbaar te maken. Ook is € 475 miljoen aan gebiedsbudget toegekend. Daarmee kunnen gemeenten investeren in de kwaliteit van de wijk. Bijvoorbeeld door de aanleg van parken, pleinen, speelplekken en maatregelen voor verduurzaming.
De bevolkingsgroei zet door. Daarom zijn er meer grootschalige woningbouwgebieden nodig. De ministeries van BZK, Economische Zaken en Klimaat (EZK) en Infrastructuur en Waterstaat (IenW) hebben de mogelijkheden hiervoor onderzocht. In de definitieve Nota Ruimte worden de precieze locaties aangewezen.