Staat van de Corporatiesector 2025: bouwtempo moet omhoog
Met onder meer actualisering van de Woondeals en wijziging van projectsteun voor woningcorporaties wil minister Mona Keijzer van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening de samenwerking tussen gemeente, provincie en Rijk versterken om de bouw van sociale huurwoningen te versnellen. In de Woondeals wordt concreter hoeveel woningen worden gebouwd, voor wie en waar. Met de wijziging van projectsteun kunnen corporaties met onvoldoende investeringsruimte gemakkelijker financiële steun krijgen voor nieuwbouwprojecten, als onderlinge solidariteit geen oplossing biedt.
De minister reageert hiermee op de Staat van de Corporatiesector, het jaarlijkse rapport van de Autoriteit woningcorporaties (Aw). De toezichthouder stelt dat samenwerking tussen gemeente, provincie en Rijk cruciaal blijft om de bouw van sociale huurwoningen te versnellen. De Aw ziet dat de ambities hoog zijn, maar de bouw van nieuwe woningen nog te langzaam van de grond komt. Het tekort aan corporatiewoningen houdt daardoor voorlopig aan.
Om de lokale woningbouw te versnellen, stuurde minister Keijzer vorige week ook al het wetsvoorstel Versterking regie volkshuisvesting naar de Tweede Kamer. Daarin wordt de rolverdeling tussen de verschillende overheden scherper neergezet. Ook kijkt de minister samen met Aedes (woningcorporaties) en de VNG (gemeenten) naar nieuw grondbeleid, bijvoorbeeld via het opstellen van algemene richtlijnen voor de bepaling van een sociale grondprijzen. Dit moet langdurige onderhandelingen en onnodig verlies van investeringsruimte voor corporaties voorkomen.
Woningcorporaties moeten zorgen voor voldoende woningen die betaalbaar en van goede kwaliteit zijn in leefbare wijken. Die rol moeten ze goed kunnen blijven vervullen en dat kunnen ze niet alleen. Minister Keijzer maakte daarom eind 2024 in de herijkte Nationale prestatieafspraken samen met Aedes en de VNG afspraken over de aantallen te bouwen woningen.
Betaalbaarheid en woningkwaliteit
De Aw adviseert te investeren in voldoende bouwlocaties en redelijke grondprijzen voor sociale huurwoningen. Dit is de eerste vereiste voor de gewenste groei in nieuwbouw naar 30.000 sociale huurwoningen en 5.000 middenhuurwoningen per jaar vanaf 2029. Ook stelt de Aw voor om huurbeleid, huurtoeslagbeleid en betaalbare woonlasten in samenhang te blijven bekijken en te onderzoeken welke positieve prikkels leiden tot een betere verhouding tussen prijs en kwaliteit van een woning. Dit omdat de verhouding tussen huurprijs en kwaliteit van sociale huurwoningen verstoord is geraakt: de huurprijs zegt niet altijd meer iets over de woningkwaliteit. Dit maakt investeren in verdere verbetering moeilijk, belemmert doorstroming en raakt het rechtvaardigheidsgevoel van huurders en woningzoekenden.
De minister schrijft dat vooral wijzigingen in het WWS, huurtoeslag en duidelijkheid over duurzaamheidsdoelstellingen moeten zorgen voor een goede balans tussen betaalbaarheid en kwaliteit. Zo moet het herziene WWS, dat op 1 juli 2024 is ingegaan, helpen bij het beter waarderen van woningen met een hogere kwaliteit. De huurprijzen kunnen daardoor meer in overeenstemming komen met de energetische kwaliteit. Woningen met goede labels, en daardoor lagere energielasten, hebben een hogere maximale huurprijs.
Ook zijn er wijzigingen in het huurtoeslagbeleid geweest die de koopkracht verbeteren en de huurtoeslag versimpelen. Zo zorgt bijvoorbeeld de gelijkmatigere inkomensafhankelijke afbouw van de huurtoeslag ervoor dat voor een deel van de huurtoeslagontvangers de huurtoeslag minder snel afneemt wanneer hun inkomen toeneemt.
Ten slotte moet de verduurzaming van de woningvoorraad door corporaties zorgen voor meer wooncomfort en lagere energielasten. Om de CO2-neutrale doelstelling voor verwarming in 2050 te bereiken, moeten corporaties de isolatie van hun huurwoningen aanzienlijk verbeteren. Ook hierover is een verduidelijkende afspraak gemaakt in de herijkte Nationale prestatieafspraken: per corporatiewoning mag gemiddeld 73kwh/m2 aan energie worden verbruikt voor warmte.
Staat 2025
De Aw blikt jaarlijks terug op de prestaties van woningcorporaties op het gebied van onder andere nieuwbouw, betaalbaarheid en leefbaarheid. In de rapportage geeft de toezichthouder ook beleidssignalen af en kijkt vooruit naar de gezamenlijke opgave voor de corporatiesector.