eDNA-methode toegestaan voor onderzoek naar vleermuizen bij spouwmuurisolatie

Het isoleren van spouwmuren kan voortaan makkelijker dankzij de innovatieve onderzoeksmethode eDNA. Vanaf 7 maart is deze methode als erkende maatregel opgenomen in de zogeheten Omgevingsregeling. Met de eDNA-methode kunnen isolatiebedrijven op een effectievere manier aantonen of vleermuizen in de spouwmuren aanwezig zijn. De minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening en de staatssecretaris van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur schrijven dit in de Kamerbrief verduurzaming gebouwde omgeving, die vandaag naar de Tweede Kamer is gestuurd.

De eDNA-methode maakt het mogelijk om gedurende het hele jaar op betrouwbare wijze te onderzoeken of vleermuizen in spouwmuren aanwezig zijn. Als uit een negatieve eDNA-test blijkt dat er geen vleermuizen verblijven, kan er gewoon geïsoleerd worden zonder aanvullende maatregelen.

Hoe werkt de eDNA-methode?

Vleermuizen verblijven vaak in een spouwmuur en gebruiken kleine openingen om naar binnen en buiten te gaan. Hierbij verliezen ze sporen die DNA bevatten, zoals huidcellen en keutels. Deze sporen worden verzameld met een spons of roller. Vervolgens worden ze in een laboratorium getest, waarmee aangetoond kan worden of er DNA van een vleermuis aanwezig is of niet. Als er geen DNA-materiaal wordt aangetroffen, kan er dus zonder aanvullende maatregelen geïsoleerd worden.

Na positieve eDNA test: maak gebruik van vleermuisvriendelijke maatregelen

Is de eDNA-test wel positief, dan betekent dat dat er vleermuizen aanwezig kunnen zijn in de woning. Om de woning alsnog te isoleren, moet in dat geval gebruik worden gemaakt van een vleermuisvriendelijke isolatiewerkwijze, zodat de dieren niet gedood en verstoord worden. Hierbij worden extra maatregelen genomen. Zo moeten isolatiebedrijven dan zogeheten exclusion flaps ophangen, zodat vleermuizen die mogelijk aanwezig zijn in de spouwmuur eerst kunnen uitvliegen. Ook moeten ze zich houden aan de natuurkalender, zodat de dieren niet verstoord worden tijdens het broed- en kraamseizoen en de winterslaap. Hieraan zitten wel voorwaarden. Lees meer hierover op deze pagina.

De eDNA-regeling is een aanvulling op de landelijke aanpak natuurvriendelijk isoleren, waarin toegewerkt wordt naar gebiedsgerichte (pre)soortenmanagementplannen (SMP’s). Indien er een SMP is, is inzet van de eDNA-methode niet meer nodig, want dan zijn de natuurvriendelijke maatregelen al genomen.

Meer informatie over de regeling is gepubliceerd in de Staatscourant.