Onderzoek: restwaarde van flexwoningen hoger dan vaak gedacht
Flexwoningen behouden altijd een restwaarde na tijdelijk gebruik op een locatie. Dat is anders dan waar tot nu toe mee gerekend werd. Het bedrag kan oplopen tot 85% van de oorspronkelijke investering, afhankelijk van het volgende gebruik. Dat blijkt uit onderzoek van Fakton in opdracht van het ministerie van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening.
De exploitatie van flexwoningen leidt tot een andere businesscase dan bij ‘normale’ huurwoningen. Daardoor pakt ook het financiële plaatje anders uit voor gemeenten, woningcorporaties en beleggers. Dat leidt weer tot onzekerheid. Zij vragen zich af hoe zij de financiële haalbaarheid van flexprojecten moeten inschatten: kan de woning blijven staan? Kan deze hergebruikt worden op een andere locatie? En met welke restwaarde kan ik dan rekening houden als ik ze na de eerste exploitatieperiode verkoop?
Woning blijft waardevol
De onzekerheid over de volgende inzet van de flexwoningen is een bepalende factor voor de restwaarde. Fakton heeft berekend dat als woningen op een nieuwe locatie hergebruikt kunnen worden, de restwaarde kan oplopen tot 85%. Als verplaatsen niet kan, blijft de woning nog steeds waardevol. De kwalitatief hoogwaardige materialen en onderdelen van de flexwoningen zijn herbruikbaar voor andere doeleinden, wat een minimale restwaarde van 17% oplevert.
Uit voorzichtigheid wordt in businesscases voor flexwoningen vaak een restwaarde van 0% gehanteerd, omdat er geen zekerheid is over een vervolgbestemming. Dit leidt echter tot een veel te negatief beeld van de financiële haalbaarheid. Het onderzoek van Fakton toont aan dat er bijna altijd wel inkomsten voortkomen uit het hergebruik of de verkoop van flexwoningen, met een minimale restwaarde van 17%.
Rekenhulpen bij de businesscase
Ter ondersteuning van de businesscase en de gesprekken over vervolglocaties is er een rekenmodel ontwikkeld in opdracht van het ministerie van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening. Daarmee kunnen opdrachtgevers en gemeenten op een laagdrempelige manier de verschillende scenario’s voor de plaatsing van tijdelijke woningen doorrekenen. Ook heeft het Instituut Publieke Waarden een rekenhulp ontwikkeld die inzichtelijk maakt welke maatschappelijke kosten voorkomen kunnen worden met een flexwoningenproject. Denk bijvoorbeeld aan het huren van tijdelijke opvanglocaties voor gezinnen die acuut huisvesting nodig hebben.