FAQ Aanvraagformulier
Daarmee wordt bedoeld een toegelaten instelling volkshuisvesting zoals omschreven in artikel 19 van de Woningwet. Kortgezegd zijn dit woningcorporaties.
Lees hier een definitie van UBO. Kortgezegd betreft het de mensen die de uiteindelijke eigenaar zijn van, of zeggenschap hebben over, een organisatie.
Dat zijn Product Markt Combinaties, zoals gedefinieerd in de Woonstandaard 3.0 (pagina 28 en 29).
Ja, dat kan. Ter illustratie: als de eerste locatie 7 jaar beschikbaar is, kan de investeerder de woningen in jaar 8 verplaatsen naar een tweede locatie die 5 jaar beschikbaar is, en kan de investeerder in jaar 13 (indien dit nodig blijkt na doorlopen van de herplaatsingsladder) aanspraak maken op de garantie.
Ja, dat kan. De marktmeester ondersteunt bij het vinden van locaties voor flexwoningen en kan eerder worden ingezet onder andere ter ondersteuning van krimpgebieden.
De reden dat om een plattegrond van het bouwplan wordt gevraagd is om te verifiëren dat de opgegeven aantallen woningen en PMC's correct zijn en opdat de marktmeester te zijner tijd enig beeld heeft welke flexwoningen dienen te worden bemiddeld voor een nieuwe locatie. De plattegrond kan dus een overzichtsplattegrond met bouwhoogtes zijn, en hoeft geen doorsneden, technische details etc. te omvatten.
Maak graag uw beste inschatting op basis van uw huidige planning. De woningen dienen 18 maanden na afgeven van de garantie te zijn geplaatst, anders vervalt de garantie.
Het gaat hierbij om:
- Kale bouwkosten, conform definitie “casco+” zoals opgenomen in Woonstandaard 3.0. Dit betekent onder andere dat kosten voor keuken en badkamer er wel onder vallen, maar kosten voor stoffering en meubels er niet onder vallen. Dit betekent ook dat niet enkel productiekosten van de flexwoning eronder vallen, maar ook de plaatsings- en montagekosten in jaar 0 (maar dus niet de herplaatsingskosten in bijvoorbeeld jaar 10).
- Het gaat om bouwkosten exclusief btw. Wij wijzen u er hierbij graag op dat in de rekenmethodiek voor de FHG (link, naar rekentool) standaard 21% opslag wordt gehanteerd als tegemoetkoming voor de (doorgaans) niet verrekenbare btw die (doorgaans) aan de orde is bij flexwoningen.
- Het gaat om bouwkosten exclusief overige stichtingskosten. Alle overige stichtingskosten zoals grondkosten, kosten bouw- en woonrijp maken, kosten aansluiting op nutsvoorzieningen, kosten architect, leges, bouwrente etc. vallen derhalve buiten scope.
- Het gaat om bouwkosten van de woning, en kosten voor gebouwdelen waarvan redelijkerwijs mag worden aangenomen dat deze bij toekomstige verkoop met de woning mee verkocht zullen worden. Kosten voor gebouwdelen zoals ontsluitingsgalerij, trappenhuizen, installatieruimtes, inpandige fietsenstallingen en bergingen, uitpandige fietsenstallingen en bergingen, omheiningen voor tuinen vallen dus binnen scope. Kosten voor fundering (voor zover deze niet meegaat naar de nieuwe locatie), bouw- en woonrijp maken, losse parkeerplaatsen, losse overige gebouwen (niet zijnde woning) etc. vallen dus buiten scope.
- Het gaat om bouwkosten, en dus niet om exploitatiekosten. Alle exploitatiekosten, zoals onderhoudskosten, herplaatsingskosten (i.e herplaatsingskosten na einde eerste exploitatieperiode in bijvoorbeeld jaar 10), overdrachtsbelasting, erfpachtkosten etc. vallen derhalve buiten scope.
Idealiter sluit de offerte 1-op-1 aan op de bouwkosten die u opvoert in het aanvraagformulier. Bij het aanvragen van een offerte is het handig om te splitsen naar type PMC’s. Als toch dient te worden toegerekend, dan graag toelichten in een separaat up te loaden document, bijvoorbeeld op basis van m2.
Deze offerte hoeft niet door de investeerder ondertekend te zijn. De offerte dient echter wel een serieuze aanbieding te zijn van een bouwer/leverancier van flexwoningen die in principe per direct door de investeerder aanvaard kan worden. Dus bijvoorbeeld niet een los mailtje met een vrijblijvende indicatie van een prijs.
Idealiter zijn de opgegeven bouwkosten 1-op-1 herleidbaar in de offerte. Wij realiseren ons dat dat in de praktijk niet altijd haalbaar is (denk aan een offerte waarin de bouwkosten niet gespecificeerd zijn per PMC, of waarin de bouwkosten van een separaat gebouw zijn meegenomen dat niet onder de garantie valt). In dat geval dient u een separate notitie te uploaden, zodat duidelijk is hoe de 1-op-1 aansluiting gemaakt is met de opgegeven bouwkosten.
De investeerder dient dan helaas twee separate FHG aanvragen te doen, eentje voor het grondgebonden deel, eentje voor het gestapelde deel van uw project. We verzoeken de investeerder dit wel aan te geven in de toelichting, zodat we hier rekeningen mee kunnen houden bij de beoordeling.
Binnen de FHG wordt onderscheid gemaakt tussen twee verschillende kwaliteitsniveaus voor flexwoningen:
- “Tijdelijke Kwaliteit”
- Bouwbesluit: Voldoet minimaal aan eisen Bouwbesluit 2012 Tijdelijke Bouw
- BENG: Voldoet minimaal aan BENG eisen conform Bouwbesluit 2012 Nieuwbouw
- MPG: Maximaal 0,65
- Levensduur: Minimaal 25 jaar
- Verplaatsbaar: Minimaal 1x verplaatsbaar binnen 25 jaar
- PMC: Voldoet minimaal aan standaardeisen zoals opgenomen in Woonstandaard 3.0 voor PMC 11, 12, 13 of 14 (afhankelijk van gekozen PMC).
- “Permanente Kwaliteit”
- Bouwbesluit: Voldoet minimaal aan eisen Bouwbesluit 2012 Nieuwbouw
- BENG: Voldoet minimaal aan BENG eisen conform Bouwbesluit 2012 Nieuwbouw
- MPG: Maximaal 0,5
- Levensduur: Minimaal 50 jaar
- Verplaatsbaar: Minimaal 2x verplaatsbaar binnen 50 jaar
- PMC: Voldoet minimaal aan standaardeisen zoals opgenomen in Woonstandaard 3.0 voor PMC 11, 12, 13 of 14 (afhankelijk van gekozen PMC).
Ja dit leidt tot aanvullende eisen, zie daarvoor de vragen 12 tot 19 onder Verklaringen aanvraagformulier.
In het aanvraagformulier kunt u aangeven dat u woningen heeft besteld via RVB of het Aedes-traject. Aangezien wordt verondersteld dat woningen die zijn besteld via RVB of het Aedes-traject voldoen aan de kwaliteitseisen, kunt u op het aanvraagformulier alle verklaringen over het kwaliteitsniveau met “ja” beantwoorden.