Terugdringen woningnood topprioriteit
Het terugdringen van de woningnood is een topprioriteit van dit kabinet. Er is jarenlang te weinig gebouwd in verhouding tot de groei van de bevolking en kleinere huishoudens. Naast dat er meer en sneller gebouwd moet worden, wordt er ook gewerkt aan de betaalbaarheid en kwaliteit van woningen en de leefomgeving. Onder meer met het vereenvoudigen van de huurtoeslag, een aanpak voor funderingsschade, het maken van nieuwe Nationale Prestatieafspraken met woningcorporaties (NPA) en de voortzetting van het Nationaal Programma Leefbaarheid en Veiligheid (NPLV). Ook moeten er keuzes worden gemaakt in de Nederlandse schaarse ruimte voor onder andere wonen en werken, landbouw en defensie. In het regeerprogramma dat vorige week is gepresteerd, staat wat er de komende jaren nodig is om de ambities van het kabinet te realiseren. De begroting van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening (VRO) die vandaag via de Miljoenennota is gepresenteerd, geeft zicht op wat er komend jaar te gebeuren staat.
Mona Keijzer, minister van VRO: De aanpak van de woningnood is absoluut topprioriteit, er moeten komend jaar 100.000 woningen gerealiseerd kunnen worden. Niet alleen door sneller te bouwen maar ook door bestaande gebouwen beter te benutten. Optoppen, een extra woning op het erf en ook de comeback van de hospita: elke woning die snel beschikbaar kan zijn, helpt mensen een bestaan op te bouwen. Komende jaren wordt € 5 miljard beschikbaar gesteld voor woningbouw, bouwprocedures worden versneld. Want de nood is groot, samen met marktpartijen en overheden moeten we aan de slag. Ook zorgt dit kabinet ervoor dat de woonlasten van mensen met de laagste inkomens omlaag gaan via de huurtoeslag. Verduurzamingsmaatregelen gaan zorgen voor een lagere energierekening.
Realisatie van betaalbare woningen
Komende jaren investeert het kabinet € 5 miljard in woningbouw waardoor het mogelijk moet zijn om elk jaar 100.000 nieuwe woningen te realiseren. Het kabinet introduceert hiervoor een realisatiestimulans voor gemeenten waarmee een vast bedrag wordt uitgekeerd voor iedere gerealiseerde woning en dus de daadwerkelijke realisatie van woningbouw wordt gestimuleerd. Ook wordt er vol ingezet op het beter benutten van de bestaande gebouwen door bijvoorbeeld transformatie, optoppen, herstructureren en het delen van de woning met bijvoorbeeld een hospita. Elke woning is er immers één. Eind 2024 komt er een Woontop met overheden, investeerders, marktpartijen en woningcorporaties. Op deze top worden concrete en landelijke afspraken gemaakt over het aanpakken van de woningnood. Vanaf begin 2025 actualiseren we vervolgens de Woondeals met hoeveel woningen waar en voor wie worden gebouwd.
Met het wetsvoorstel Versterking regie volkshuisvesting krijgen Rijk en provincies bevoegdheden om dwingend te sturen op woningbouw en wordt het bouwproces versneld. In deze wet wordt opgenomen dat gemeenten een plan moeten maken voor wie, wat en wanneer ze de komende jaren gaan bouwen.
Het kabinet wil ook leegstand bestrijden, daarvoor wordt de Leegstandwet eerst geëvalueerd. In bouwregelgeving worden geen nieuwe duurzaamheidseisen opgenomen, tenzij het gaat om invulling van Europese richtlijnen. Medeoverheden mogen geen zwaardere eisen stellen dan landelijk geldende regelgeving voor gebouwen.
Voor de woningbouw is beschikbare en betaalbare grond essentieel. Daarom wordt er gekeken of een waardestijging van de grond kan worden benut voor de bereikbaarheid en realisatie van betaalbare huur- en koopwoningen via een planbatenheffing of vergelijkbaar systeem.
Bevorderen van het investeringsklimaat
Naast forse investeringen in de woningbouw verlaagt het Rijk vanaf 1 januari 2026 de overdrachtsbelasting om het investeringsklimaat te verbeteren. Deze wordt teruggebracht van 10,4% naar 8% voor beleggers in woningen. Hierdoor wordt het aantrekkelijker om te investeren in huurwoningen. We blijven druk houden op de Europese commissie om snel een besluit te nemen over het verruimen van de staatssteun voor de bouw van betaalbare woningen voor corporaties en marktpartijen. De Nationale Prestatieafspraken met corporaties, huurders en gemeenten worden eind 2024 opnieuw vastgelegd. Er volgen in 2025 wettelijke maatregelen om de onderlinge solidariteit tussen corporaties en de mogelijkheden voor projectsteun aan corporaties te verbeteren. We geven een forse impuls aan coöperatief wonen met een revolverend fonds van € 40 miljoen. Daarmee kunnen kansrijke initiatieven vanaf 2025 gefinancierd worden.
Betere betaalbaarheid
Er wordt door het kabinet structureel € 500 miljoen extra ter beschikking gesteld voor het vereenvoudigen van de huurtoeslag. In 2025 wordt de huurtoeslag vereenvoudigd en vanaf 2026 wordt de afbouw in de huurtoeslag aangepast en wordt de eigen bijdrage verlaagd met € 11,58. Hierdoor blijft de bestaanszekerheid voor de laagste inkomens die huren op peil en loont werken meer.
De effecten van de invoering van de Wet betaalbare huur worden gemonitord. Om beter zicht te krijgen op de totale huursector wordt het opzetten van een huurregister verder uitgewerkt. We versterken de uitvoering en versimpelen procedures bij de Huurcommissie. In 2025 komt er nieuwe regelgeving over servicekosten. Zo krijgen huurders en verhuurders meer duidelijkheid over welke kosten onder servicekosten mogen worden gerekend.
Werken aan kwaliteit en herstel
Door woningen, gebouwen en wijken te verduurzamen wordt in 2025 bijgedragen aan kwalitatief betere woningen én een lagere energierekening. Via het Nationaal Isolatieprogramma worden lagere inkomens extra ondersteund.
Komende vier jaren is € 56 miljoen beschikbaar voor een nationale aanpak van funderingsschade. Dit gaat naar een betere informatievoorziening en de oprichting van een landelijk informatiepunt voor funderingsproblematiek. Het kabinet begint in een aantal gebieden om te leren wat de beste aanpak is bij verschillende funderingsschade. Ook in de bouw wordt met innovatie en industrialisatie gewerkt aan verduurzaming en sneller betaalbaar bouwen zonder de regeldruk te vergroten. Circulair bouwen wordt gestimuleerd met financiële prikkels en subsidies.
Aandacht voor mensen in kwetsbare situaties
Het kabinet heeft aandacht voor mensen in kwetsbare situaties en draagt bij aan het verbeteren van de leefbaarheid in wijken en regio’s, ook aan de randen van Nederland. Zo wil dit kabinet de bouwpotentie van circa 130.000 woningen in de kwetsbare gebieden uit het Nationaal Programma Leefbaarheid en Veiligheid (NPLV) benutten. Daardoor verbetert de leefbaarheid in die gebieden.
Als onderdeel van het wetsvoorstel Versterking regie volkshuisvesting moeten alle gemeenten een urgentieregeling gaan vaststellen. Daarmee helpen we mensen in ernstige woonnood overal onder dezelfde voorwaarden. Statushouders krijgen geen voorrang meer bij het toewijzen van een sociale huurwoning. Voor arbeidsmigranten komt er een nieuw type huurovereenkomst die een oplossing geeft als een huurder niet langer kwalificeert als arbeidsmigrant.
Om te zorgen voor een betere doorstroming op de woningmarkt, worden in 2025 de subsidieregelingen voor 80.000 geclusterde en 40.000 zorggeschikte woningen weer opengesteld. Zo kunnen ouderen een passende woning vinden.
Evenwichtige verdeling van de ruimte
In 2025 wordt er samen met andere ministeries, overheden en maatschappelijke partners verder gewerkt aan de nieuwe Nota Ruimte. Hiermee wordt de regie op de ruimte hernomen en worden grote keuzes gemaakt in de schaarse ruimte, onder andere rondom wonen en werken, landbouw en defensie. Deze keuzes zijn nodig voor de ontwikkeling van Nederland: voor nu, straks en later.